Rare jongens, die Denen

Onze vrienden die voor enkele maanden in Kopenhagen woonden, vertelden ons honderduit over het leven daar en de soms rare gewoontes die de Denen erop na houden. Dit verhaal stak er voor mij met kop en schouders bovenuit en wil ik jullie beslist niet onthouden.

Waar in België baby’s als tere poppetjes behandeld worden en met de allerbeste zorgen omringd zijn, gaan de Denen iets minder zorgvuldig met hun kroost om. Zo gebeurt het regelmatig dat een nieuwe mama of papa gaat shoppen en de kinderwagen (met de baby erin!) gewoon onbeheerd op straat voor de winkel laat staat. Of als de mama in kwestie terug komt en haar baby slaapt nog, laat ze de kinderwagen, baby inbegrepen, gewoon in de voortuin van haar appartementsblok staan (in Kopenhagen wonen de meeste mensen in appartementen). Zomaar, alleen, slechts van de boze buitenwereld gescheiden door wat dekentjes en een netje. Winter of zomer, blijft gelijk. Als de baby te veel huilt, gebeurt het vaak dat de krijsende baby gewoon op het balkon geplaatst wordt. Ja, ook als het vriest (ok, enkel als het licht vriest). Een extra donsdeken erop, en hup, de kleine wordt blootgesteld aan de elementen.

Eerst reageerden we nogal lacherig op dit verhaal. Eerlijk, dat kon toch niet waar zijn? Wie in België een kind in zijn of haar voortuin laat staan, moet opletten dat hij niet opgepakt wordt voor kinderverwaarlozing. En lag het ontvoeringscijfer van pasgeborenen dan niet schrikbarend hoog in Denemarken? Maar kijk, op onze tocht door Kopenhagen spotten we inderdaad eenzame kinderwagens, kind inbegrepen. Die Denen moeten nogal een vertrouwen hebben in hun medemensen.

Dur dur d’être bébé! In Kopenhagen, althans.

Zondag 8 augustus 2010 – De reis naar huis

1029 kilometers hadden we vandaag voor de boeg. Ongeveer negen uur rijden, pauzes niet inbegrepen. We keken er niet bepaald naar uit. Al had ik wel het gevoel dat het mooi geweest was. We waren allebei moe van het reizen en de vele indrukken die we opgedaan hadden. Bovendien hadden we een berg vuil wasgoed verzameld.
Misschien is het verstandiger om op het einde van een goedgevulde reis als de deze nog enkele rustdagen in te lassen om alles wat te laten bezinken. Ik heb het gevoel dat sommige herinneringen nu al aan het vervagen zijn. Gelukkig is er dit verslag om mijn geheugen op te frissen.

De eerste paar honderd kilometers door Denemarken verliepen prima. We stopten even onderweg voor een middagpauze, maar het Deense restaurant zag er zo vies uit dat we beslisten om door te rijden naar Duitsland, het land van de Propere Toiletten, en daar iets te eten. Na ons middagmaal met erwtensoep en spaghetti bolognese in een superproper Duits wegrestaurant was het echter uit met de pret. Rond Hamburg zat alles vast. We kwamen in een geweldige file terecht en konden niets anders dan lijdzaam toezien hoe de minuten en uren wegtikten, terwijl we allebei de volgende dag op het werk verwacht werden.

Na zowat drie uur vertraging opgelopen te hebben en enkele fikse regenbuien getrotseerd te hebben, was het ergste fileleed achter de rug. Mijn vriend ging stevig op de gaspedaal staan in de hoop ons toch nog voor middernacht thuis te krijgen. Wat uiteindelijk net niet lukte.

Oja, onderweg kwamen we de beste toiletten ooit tegen. Het was een heel ingenieus systeem, met zo’n poortje waar je enkel door kan als je er een stuk van vijftig cent in gooit. Maar je moet je geen zorgen maken als je het correcte bedrag niet hebt, want de machine geeft ook wisselgeld terug. Nadat je de munt ingeworpen hebt, krijg je een ticketje. Eerst was me niet helemaal duidelijk waar dit voor diende, maar het bleek dat je als klant van de winkel of het wegrestaurant dit ticketje opnieuw kon inwisselen voor vijftig cent of opsparen tot je er genoeg had om er een gratis tas koffie mee te kopen (de ticketjes bleven één jaar geldig). Zo gaan klanten altijd gratis naar het toilet. Het toilet zelf beschikte trouwens over een ronddraaiende zelfreinigende bril. De kranen en de paper towel dispenser (hoe heet zoiets in godsnaam in het Nederlands?) waren beide te bedienen via sensoren. Heel hygienisch omdat je niets hoeft aan te raken. Wanneer wordt dit systeem in de Belgische wegrestaurants ingevoerd?

En terwijl we ons onderweg de hele tijd zaten af te vragen, waarom we zoveel auto’s zagen rondrijden met de letters WOA op hun achterruit geplakt, leverde één Google zoekopdracht ons het antwoord: Wacken Open Air. Ah, the internet, isn’t it a lovely invention? Hoe deden de mensen dat vroeger?