Ik heb met mijn vriend afgesproken dat ik zaterdagochtend zou uitslapen. Ik klop tegenwoordig lange dagen op het werk en ik wil van de gelegenheid gebruik maken om wat slaap in te halen. Van zodra ik wakker ben, stuur ik een berichtje zodat hij naar het hotel kan komen om samen te ontbijten. We treffen elkaar in de lobby en zoeken een tafeltje in de ontbijtruimte. Het ontbijt in het hotel is ok, maar ik ben lichtelijk teleurgesteld dat er geen scrambled eggs zijn. Gelukkig is er wel de mogelijkheid om een eitje te koken. We hebben geen grootse plannen vandaag, dus nemen we onze tijd. De situatie is al een pak minder ongemakkelijk dan de vorige dag. En zolang het gesprek niet op onze huidige relatiecrisis komt, gaat alles prima. Het voelt allemaal erg vertrouwd: samen aan een hotelontbijt bijpratend over de laatste ontwikkelingen op het werk.
Het is een zachte, droge herfstdag in Genève en we besluiten daarvan te profiteren om een gedeelte van Genève te bezoeken waar we nog niet vaak geweest zijn: Carouge. Carouge maakt onderdeel uit van Genève, maar begon als een apart stadje dat in de 18de eeuw gebouwd werd door Victor Amaudeus III, de koning van Sardinië, om te concurreren met Genève. De architectuur van deze stadswijk doet eerder mediterraan aan dan Zwitsers, wat Carouge een heel gezellige uitstraling geeft. Alleen jammer dat het bewolkt is, want met de zon komt dit stadsgedeelte ongetwijfeld nog beter tot zijn recht.
We wandelen van mijn hotel naar de Tourist Office. Ik vlieg pas maandagochtend terug, wat ons de gelegenheid geeft om zondag samen iets leuks te doen. Nu we toch met elkaar opgescheept zitten, zullen we er maar het beste van maken. 😉 Ons eerste idee is een uitstapje naar Chamonix boeken, maar dat raadt de vriendelijke dame in het Tourist Office ons af. Blijkbaar zijn de kabelbaan en veel van de andere attracties daar gesloten. Ze stelt ons als alternatief een bezoekje aan Glacier 3000 voor. Best wel een prijzig uitstapje, maar hey, een mens leeft maar één keer…
De temperaturen zijn bijzonder mild voor de tijd van het jaar, net zoals een jaar geleden, toen ik zielig en werkloos door de straten van Genève dwaalde. Het contrast met dit jaar kan amper groter zijn. Vorig jaar voelde ik me miserabel omdat ik geen doel in mijn leven had, maar ging alles goed tussen mijn vriend en mezelf en nu is de situatie volledig omgekeerd. De ironie ontgaat me niet.
We volgen een wandeling die aangegeven staat op het plannetje dat we in ons hotel vonden. De wandeling start bij de Pont Carouge, die ons naar de overkant van de Arve brengt. Ergens in de helft van de wandeling stappen we een bakkerij binnen om iets kleins te eten. Het stevige ontbijt maakt dat we allebei niet veel honger hebben en ik kies het kleinste belegde broodje dat ik in de toonbank zie liggen. Helaas blijkt dit een ongelukkige keuze te zijn. Het broodje is langs beide zijden dik ingeboterd en als er iets is wat is helemaal niet lekker vind (buiten koffie), dan is het boter. Ik besluit het broodje te laten liggen en beperk mijn lunch tot een glas Chasselas.
Na deze korte lunchpauze blijkt opeens de zon door de wolken gebroken te zijn. De laagstaande herfstzon schildert de gevels van de huizen in een warme gloed. Prachtig. De wandeling is naar onze goesting veel te snel gedaan en we lopen nog een stuk verder langs de Arve tot aan de Pont Hans-Wilsdorf, die me altijd een beetje doet denken aan de Helix Bridge in Singapore. Aangezien ik de lunch heb overgeslagen, heb ik plek voor een vieruurtje en de heerlijke pannenkoek met Zwitserse chocolade van Muller’s Factory blijkt ideaal om dit hongertje de kop in te drukken.
Onze wandeling brengt ons naar de oever van het Meer van Genève en het voelt als een fijn weerzien met een oude bekende. We lopen tot aan het nieuwe zandstrand dat momenteel nog volop in opbouw is en maken dan rechtsomkeert om te aperitieven in de oude stad. Ons eerste plan is kaasfondue te gaan eten bij Les Armures, maar we zien verschillende mensen het restaurant binnen gaan en weer naar buiten komen. Volzet, dus. Gelukkig hebben we door ons vieruurtje nog niet veel honger. We drinken twee heerlijke glazen wijn in Le Studio, een gezellige bar die zowaar ietwat betaalbare wijn serveert.
We proberen ons geluk bij een tweede restaurant dat volgens tripadvisor goeie kaasfondue serveert, maar ook daar blijkt alles volzet te zijn. We besluiten op goed geluk toch maar onze kans bij Les Armures te wagen. Misschien is er nog een plekje voor twee aan de toog. En jawel, we hebben geluk, we slagen erin twee barstoelen aan de toog te bemachtigen. De toog wordt bemand (of is het bevrouwd?) door een zeer competente Roemeense jongedame die wel een extra paar handen lijkt te hebben. Ze schenkt wijn, zet koffie, bereidt desserts en allemaal met de glimlach. Indrukwekkend.
We bestellen een portie kaasfondue met paddenstoelen voor twee personen en doppen ons brood in de heerlijke gesmolten kaas. We hebben het heel gezellig met ons tweetjes en slagen erin de discussies van de voorbije weken even te vergeten. Na het avondmaal lopen we naar het appartementje van mijn vriend om wat dikke truien, sjaals en handschoenen bijeen te pakken voor ons uitstapje naar Glacier 3000. Stiekem ben ik erin geslaagd mijn vriend te overtuigen dat het makkelijker is bij mij in het hotel te blijven slapen. 😉
Het doet deugd om weer zoals vroeger samen een bed te delen. Niet dat we deze crisis al achter ons kunnen laten. Daarvoor zijn er te diepe wonden geslagen. But not all hope is lost.