Dinsdag stond een dagje Gent op het programma voor de jaarlijkse teambuilding van onze afdeling. Vorig jaar bezochten we de VRT, dit jaar kregen we in de voormiddag een toelichting bij de restauratie van het Lam Gods in het MSK en bezochten we in de namiddag de tentoonstelling ‘Voor God en Geld‘ gewijd aan de Gouden Tijd van de Zuidelijke Nederlanden. Vooral het enthousiasme van de restauratrice in de ochtend zal me bijblijven. Respect voor de minutieuze zorgvuldigheid waarmee de restaurateurs met engelengeduld de vergeelde vernislagen en latere overschilderingen verwijderen om uiteindelijk tot het originele werk te komen. Millimeter voor millimeter vordering makend. “Hoe was je dag vandaag, schat?” “Wel, alweer een vierkante centimeter gerestaureerd vandaag! Topdag!”
Het middagmaal was ditmaal helaas het dieptepunt van de dag. Het contrast met vorig jaar had amper groter kunnen zijn. De prachtige locatie en de hippe inrichting van de Oude Vismijn deden nochtans het beste verhopen. Maar wat een teleurstelling! Slechte bediening zonder oog voor de wensen van de klant in combinatie met ondermaats eten. Serieus, worst met zuurkool? Je kan toch op voorhand verwachten dat zo’n dagschotel niet bij iedereen in de smaak zal vallen en dan was er niet eens de mogelijkheid om van keuze te veranderen en voor de vegetarische pasta te gaan. Want de pasta was zogezegd 5 euro duurder dan de worst met zuurkool. Voor de prijs van 20 euro verwacht ik dan wel een degelijke pasta, maar helaas ook de pasta was een dikke misser. Er werd de collega’s die voor de veggie optie kozen niet eens kaas aangeboden voor op de pasta, waarin het zoeken was naar groentjes. Na dit bezoekje heb ik alleszins stof genoeg om een pittige Tripadvisor review te schrijven.
In de namiddag konden we in het Caermersklooster kennismaken met de Gouden Tijd van de Zuidelijke Nederlanden. Ik vond de tentoonstelling zeer mooi gepresenteerd en goed opgebouwd, maar op den duur begon ik mij er toch wat aan te storen dat voor de middeleeuwer de vrouw duidelijk de bron van al wat zondig was. Die bitch van een Eva ook, hoe durfde ze het aan in die appel te bijten! Ze was beter aan de haard gebleven! Enfin ja, het misogyne tintje van de tentoonstelling weerspiegelt wellicht de opvatting van de eigenaar van een groot deel van deze werken. 😉 De getoonde werken waren van hoge kwaliteit, maar een écht verhaal ontbrak naar mijn gevoel een beetje. Wel dikke pluimen voor de zeer goed functionerende audiogids. Een klein, elegant zilverkleurig buisje, amper groter dan een balpen, waarmee je via een simpele druk op de knop een lichtstraal activeerde om zo de bijkomende informatie bij bepaalde objecten te beluisteren. Geen gedoe met het intikken van nummers meer. Zeer aangenaam.
Helaas kan ik jullie geen foto’s tonen van al dat moois, want overal stonden grote borden met verboden te fotograferen. En dat ondanks het feit dat de auteurs van de meeste werken die we te zien kregen, ondertussen toch al véél langer dan 70 jaar dood zijn.
Na de tentoonstelling wilden we met een aantal mensen nog iets gaan drinken in Gent. Zoals dat meestal het geval is met groepen, was het een hele bevalling om tot overeenstemming te komen over de drinklocatie, maar uiteindelijk vonden we een plekje in Café Theatre. Een glaasje cava vormde de perfecte afsluiter van de Gentse uitstap, alvorens met de trein naar Brussel terug te keren.
Gelukkig was ik na dat alles nog niet verzadigd, want ‘s avonds in Brussel stond er mij nog een stevig kunstzinnig toetje te wachten.