Helaas, helaas, nog altijd niet van die verkoudheid verlost. Hardnekkig virus. Vervelend om voortdurend papieren zakdoekjes in aanslag te moeten hebben.
Vandaag stond er een tocht naar het Forêt de Vizzavona, het beroemdste bos van Corsica, op het programma. Volgens onze gids zouden op de Col de Vizzavona veel wilde varkens rondlopen. Omdat we ditmaal optimaal voorbereid wilden zijn op een ontmoeting met deze vriendelijke dieren, namen we stiekem wat brood en gebakjes mee van het ontbijtbuffet. Liefde gaat altijd door de maag, nietwaar?
We genoten van een heerlijk ontbijt in het zonnetje met onder ons het ruisende water van de Restonica. Vooral de chocoladetaart was een groot succes. Overheerlijk.
Met een plastic zak vol versnaperingen voor de varkens vertrokken we richting Col de Vizzavona. Onderweg stopten we bij Fortin de Pasciola, een versterkte Genuese toren gebouwd in 1771. Een kleine wandeling bracht ons naar de fotogenieke ruïne. Er stond een stevig briesje en het was slechts 22 graden. Best wel frisjes als je temperaturen rond de 30 graden gewoon bent! We hadden de site van de ruïne helemaal voor ons alleen. Ideaal om onze favoriete hobby te beoefenen. 😉
Na dit fijne intermezzo reden we verder naar de Col de Vizzavona. Hoe dichter we onze bestemming naderden, hoe meer de temperatuur zakte. De thermometer dook zelfs even onder de 20 graden. Shocking! De Col zelf bleek iet of wat teleurstellend te zijn. Nergens vielen er varkens te bespeuren en de spectaculaire vergezichten die we verwachtten na onze doortocht op de Col de Verghio vielen ook dik tegen. Nochtans sprak onze gids over ‘een mooi uitzicht op het indrukwekkende silhouet van de Monte d’Oro’. Niet dus.
Voordat we aan de wandeling naar de Cascade des Anglais begonnen, dienden we eerst onze inwendige mens te versterken. We vonden in de buurt een schitterend plekje om te eten: Restaurant Monte d’Oro (neen, originele naamgeving, daar doen ze niet aan mee in Corsica). Een prachtig historisch gebouw dat al enkele generaties door dezelfde familie werd uitgebaat. We vonden een tafeltje op het sympathieke terras en genoten van een ronduit fantastische eendenborst met honing en kruiden. De portie was enorm, maar het was zo lekker dat het zonde zou zijn om iets te laten liggen.
Van voldoende brandstof voorzien begonnen we aan de wandeling naar de waterval van de Engelsen. Deze waterval kreeg haar naam omdat ze erg geliefd was bij de eerste Engelse bezoekers aan het eiland. Voor de zekerheid nam ik toch maar mijn fleece mee, want ik had het niet bepaald warm. Een bijzonder mooie wandeling waarvan een deel samenviel met de GR20 bracht ons via een tweede ruïne van een Genuese toren naar de waterval. Of beter gezegd watervallen, want het water kwam in verschillende etappes naar beneden.
De watervallen waren duidelijk in trek bij de toeristen. Het was er veel drukker dan we gewoon waren en het lag er vol zonnende Fransen. De wandeling van ongeveer een uur naar de waterval had me wat opgewarmd, maar om monokini te zonnen vond ik het persoonlijk toch wat frisjes. Ik probeerde de foto’s van deze idyllische plek dan ook zo te kadreren dat er niet te veel mensen in beeld stonden. Een beetje valsspelen mag, he. Ondanks de drukte bij de watervallen, is deze plek zeker de moeite van een bezoek waard.
Op de terugweg naar Corte maakten we een kleine omweg langs mooie Genuese brug van Altiani. De prachtige brug met de drie bogen was een waar pareltje dat ik vanuit zoveel mogelijk verschillende standpunten probeerde in beeld te brengen. Onderweg passeerden we een enorm veld met zonnepanelen. We konden niet anders dan daar even te stoppen om dit staaltje van technisch vernuft te bewonderen.
Terug op het hotel nam ik een iets uitgebreidere douche dan gewoonlijk en ik nam zelfs de tijd om mijn teennagels te lakken. Om quatorze juillet te vieren, mag een mens al eens moeite doen, nietwaar?
We hadden besloten wat later te gaan eten dan normaal, omdat we na het avondmaal rechtstreeks naar ons plekje wilden rijden om foto’s te maken van het vuurwerk dat om 22.30u begon. We twijfelden een tijdje welk restaurant te kiezen voor deze feestelijke avond en besloten ten slotte het ons gemakkelijk te maken en terug te keren naar restaurant U Museu waar we de vorige keer zo fijn geluncht hadden.
Helaas, de onthaalbediende die me aankeek alsof ik gestoord was toen ik hem de vraag stelde of een reservatie nodig was op quatorze juillet, bleek ongelijk te hebben. Het zeer ruime terras van U Museu zat stampvol en er stonden meerdere groepjes te wachten tot er een tafeltje vrij kwam. Uiteindelijk namen we genoegen met een tafeltje binnen in het restaurant. Met het raam open voelde het toch een beetje aan als buiten eten.
Ik genoot van een overheerlijke pavé de thon façon Rossini met foie gras en een overheerlijk portosausje. De portie was ook ditmaal bijzonder riant. Bij de tonijn dronk ik een glaasje vin de châtaigne. Voor een dessert was er echter geen plekje meer.
Mooi op tijd vertrokken we naar de plek die we op voorhand uitgezocht hadden. Het was er helemaal niet druk en ik had plek genoeg om op mijn gemak mijn gorillapod op te zetten. Uitermate tevreden met de locatie wachtten we tot het vuurwerk begon. Het vuurwerk werd afgeschoten van het arendsnest op de citadel en was prachtig. Ondanks het feit dat het vuurwerk zelf maar een kwartier duurde, slaagde ik erin enkele goeie foto’s te maken. Heel tevreden met het resultaat!
Terug in het hotel was ik net bezig met een fotootje van het vuurwerk op instagram te zetten, toen ik op mijn smartphone een newsflash zag binnen rollen over een vrachtwagen die in Nice ingereden zou zijn op feestvierders die naar het vuurwerk waren gaan kijken. Ik voelde de haren op mijn armen overeind komen, maar koos er op dat moment heel bewust voor niet verder te klikken op dit bericht. Kwestie van mijn nachtrust niet in het gedrang te brengen. Slecht nieuws kon wel wachten tot morgen. Ik wilde nog even kunnen nagenieten van de mooie dag.