Rare jongens, die Denen

Onze vrienden die voor enkele maanden in Kopenhagen woonden, vertelden ons honderduit over het leven daar en de soms rare gewoontes die de Denen erop na houden. Dit verhaal stak er voor mij met kop en schouders bovenuit en wil ik jullie beslist niet onthouden.

Waar in België baby’s als tere poppetjes behandeld worden en met de allerbeste zorgen omringd zijn, gaan de Denen iets minder zorgvuldig met hun kroost om. Zo gebeurt het regelmatig dat een nieuwe mama of papa gaat shoppen en de kinderwagen (met de baby erin!) gewoon onbeheerd op straat voor de winkel laat staat. Of als de mama in kwestie terug komt en haar baby slaapt nog, laat ze de kinderwagen, baby inbegrepen, gewoon in de voortuin van haar appartementsblok staan (in Kopenhagen wonen de meeste mensen in appartementen). Zomaar, alleen, slechts van de boze buitenwereld gescheiden door wat dekentjes en een netje. Winter of zomer, blijft gelijk. Als de baby te veel huilt, gebeurt het vaak dat de krijsende baby gewoon op het balkon geplaatst wordt. Ja, ook als het vriest (ok, enkel als het licht vriest). Een extra donsdeken erop, en hup, de kleine wordt blootgesteld aan de elementen.

Eerst reageerden we nogal lacherig op dit verhaal. Eerlijk, dat kon toch niet waar zijn? Wie in België een kind in zijn of haar voortuin laat staan, moet opletten dat hij niet opgepakt wordt voor kinderverwaarlozing. En lag het ontvoeringscijfer van pasgeborenen dan niet schrikbarend hoog in Denemarken? Maar kijk, op onze tocht door Kopenhagen spotten we inderdaad eenzame kinderwagens, kind inbegrepen. Die Denen moeten nogal een vertrouwen hebben in hun medemensen.

Dur dur d’être bébé! In Kopenhagen, althans.

Kopenhagen – 14 juli 2012

We hadden met onze vrienden afgesproken om elkaar rond een uur of half drie ‘s namiddags in de Carlsbergbrouwerij te zien. We moesten ons dus nergens voor haastten, bleven wat langer in bed liggen, genoten van een uitgebreid ontbijt en van elkaar. 😉

Omdat de Carlsbergbrouwerij een eindje van ons hotel lag, besloten we iets in die buurt te gaan bekijken om zeker op tijd op de afspraak met onze vrienden te zijn. We namen een bus die ons pal voor de Zoo van Kopenhagen, afzette, maar dat was niet het doel van onze trip. Onze bestemming was Cisternerne (geen typfout), Museet for Moderne Glaskunst. Een relatief nieuw museum de zich volledig onder de grond bevindt. De ingang is gemarkeerd met een soort glazen pyramide. Vervolgens daal je de trappen af om in een schaarsverlicht vroeger waterreservoir (met stalactieten!) terecht te komen. Een bijzondere locatie die ook zonder kunstwerken de moeite zou zijn.

De combinatie van de locatie en de glaskunst was een absolute voltreffer. De goedgekozen verlichting maakte dat de werken volledig tot hun recht kwamen. Nog intrigerender waren de zandstenen sculpturen uit de 17de eeuw. Levensgrote beelden van mensen uit vroeger tijden die allerlei beroepen uitbeeldden. Beetje creepy om hier ongeveer alleen rond te lopen. Het museum is duidelijk nog niet zo gekend, wat ons goed uitkwam, want als er honderd mensen in deze kelders zouden rondlopen zou het effect niet hetzelfde zijn.

We wandelden na ons bezoek aan Cisternerne door alweer een prachtig park om uit te komen bij een woonwijk die duidelijk niet op de toeristische kaartjes stond. We vonden er wel een prachtige kerk waarvan de toren los stond van het schip én een ideale plek om iets gezonds te eten: Sund. Een broodjes- en saladebar waar je voor een erg schappelijk prijs zelf je slaatje kon samenstellen met knapperig verse groentjes en hummus. We need that in Belgium also!

Na het middagmaal wandelden we op het gemak naar de Carlsberg brouwerij waar we onze vrienden ontmoetten. We bekeken de stallen met de Carlsbergpaarden (een voltreffer bij onze driejarige), de tentoonstelling over de geschiedenis, oude biervoertuigen (van fietsen tot vrachtwagens) en de grootste verzameling bieren ter wereld. Al hadden ze die bierflesjes toch wel wat mogen afstoffen. Ik overdrijf niet als ik zeg dat er zeker een millimeter stof op lag. Al bij al vond ik het bezoek aan de brouwerij, ondanks de historische setting wat tegenvallen. De tentoonstelling was duidelijk gedateerd en alles deed wat stoffig aan. Alles behalve de blinkende koperen ketels van de microbrewery. Die waren wel heel mooi. De meeste tijd brachten we door op de binnenplaats, nippend van een Carlsberg (of een cider voor de niet-bierdrinkers, in casu mezelf).

De oude historisch gebouwen die zich wat verder van het visitor centre bevonden waren dan weer wel de moeite. De Olifanten– en Dipylon poort zijn blijvende getuigen van een tijd dat grote bedrijfsleiders ook een rol als mecenas in de samenleving op zich namen en op verschillende manier een blijvende indruk wilden nalaten. Ik ben alvast van plan terug te keren naar de Carlsberg site van zodra de ambitieuze plannen op de site gerealiseerd zijn. Het is de bedoeling om het historisch erfgoed van de site te integreren in een volledig nieuwe woonwijk met grote woontorens en veel groen. Qua vermenging van historisch erfgoed en woongelegenheid deed het me wat denken aan de Leuvense ontwikkelnig van de vaartkom, zij het dat de ontwikkeling van de vaartkom op iets kleinere schaal gebeurt.

Terwijl wij (vriendin O en de baby) op ons gemak richting Tivoli wandelden, waren vriend Q en driejarige T) de bakfiets gaan ophalen om op zondag samen te kunnen fietsen. We ontmoetten elkaar ergens onderweg en natuurlijk moest iedereen eens een ritje doen met de Christiana bike. Tot groot jolijt van driejarige T die zich vooraan in de bak bevond. Zo’n Christiana bike ziet er erg stabiel uit, maar is dat eigenlijk niet. Doordat het achterste gedeelte zich los kan bewegen van de voorste bak op twee wielen, krijg je soms de gewaarwording dat je dreigt te kantelen als je een iets te scherpe bocht neemt. Je helt bij het bochten nemen heel erg naar één kant en dat maakt dat het rijden met zo’n fiets toch wel wat wennen is. Maar eens als je het sturen onder de knie hebt (je moet voorzichtig zijn dat je niet overstuurt), is zo’n bakfiets een verrassend licht ding.

Na wat gestuntel met de bakfiets kwamen we aan in de Wagamama, vlak bij Tivoli. Een ideale plek om snel en gezond te eten met twee kleine kinderen. Niemand die er problemen van maakt als je er met een kinderwagen binnen stapt. Ideaal.

Na de avondmaaltijd trokken we opnieuw naar het appartement van onze vrienden en sloten we de dag af met een glas geïmporteerde wijn. De Denen zouden er jaloers op geweest zijn!

 

 

Een zondags fietstochtje

Buiten twee dagen fietsen in het bijzonder platte Kopenhagen, zijn mijn vriend en ik de laatste tijd niet veel meer aan fietsconditieopbouw toegekomen. En dat terwijl onze fietstocht door Japan nu toch echt wel dichtbij begint te komen… Gelukkig was het vandaag stralend weer en hadden we verder niets gepland (mirakel!). Dus werd de fietsrouteplanner van fietsnet.be erbij gehaald en stelden we een route samen van 26,6 kilometer, met een extra 4,4 km erbij omdat we op aanraden van Goya een pannenkoek zijn gaan eten in café Maritime in Tildonk. Charmant café in een beschermd gebouw met een mooie tuin waar de bediening er ondanks de grote drukte (we waren niet de enige fietsers die daar een tussenstop inlasten) in slaagde ons snel en efficiënt te bedienen.

Het was ideaal fietsweer (niet te warm en niet te koud, met een aardig briesje) en deze tocht bleek een pak makkelijker in de benen te liggen dan de vorige (lees: veel minder venijnige heuvels die tot afstappen noopten) én mijn banden waren opgepompt. Het ging allemaal behoorlijk vlotjes en ik had het gevoel dat ik er zonder problemen nog een kilometer of twintig aan kon plakken. Nu nog een paar keer een route van een kilometer of vijftig doen en ik denk dat we er klaar voor zijn.

Kopenhagen – 13 juli 2012

Onze eerste dag en Kopenhagen begon onder een stralend zonnetje. Omdat we de toeristische highlights tijdens ons vorige bezoek in 2010 al voor een deel bezocht hadden, stond er minder druk op de ketel om zoveel mogelijk in korte tijd te zien. Omdat het weer zo prachtig was, besloten we een fiets te huren (kan geen kwaad om wat kilometers in onze benen te krijgen als voorbereiding op Japan). Ons hotel beschikte over prachtige witte fietsen mét charmant fietsmandje die nog goed fietsten ook. Makkelijker kon niet.

En zo vertrokken we welgemutst voor een tochtje langs het water tot aan de Kleine Zeemeermin (Den Lille Havfrue) die we de vorige keer enkel vanaf een bootje zagen. Nu stopten we vlakbij het beroemde beeld om het van dichtbij te kunnen bewonderen. Het beeld staat bekend als een beetje teleurstellend omdat het zo klein is (een beetje zoals Manneke Pis in Brussel), maar ik vond het best wel een mooi beeld. Heel elegant staart de Kleine Zeermeermin peinzend over het water, treurend om haar prins. Het beeld doet het tragische sprookje van H.C. Andersens alleszins recht aan.

Daarna bezochten we Kastellet en St. Alban’s Kirke, een Anglicaanse kerk gelegen binnen de pentagramvormige omwalling van Kastellet. Het fort Kastellet is gebouwd als verdediging tegen de Zweden, maar het werd slechts één keer gebruikt in 1807 tegen de Engelsen. Kastellet wordt vandaag nog steeds gebruikt door het Deense leger, maar bezoekers kunnen er vrij rondlopen. Ook voor mensen die niet geïnteresseerd zijn in militair erfgoed is deze plek een bezoekje waard, het is er gewoon prachtig wandelen in het groen.

Ons middagmaal nuttigden we in de foodcourt van het Magasin Du Nord. De Deense patisserie is beslist niet te versmaden met lekker veel kaneel. Nu we de smaak van het fietsen te pakken hadden, besloten we nog wat meer groene plekken te bezoeken: de parken Kongens Have met het prachtige Rosenborg Slot en Botanisk Have, de botanische tuin van Kopenhagen. Het zijn net deze grote parken midden in het centrum die van Kopenhagen zo’n leefbare stad maken. Iedereen zit er op het gras te picknicken of gewoon een boek te lezen. Heel relaxte sfeer overal.

Kopenhagen is trouwens de meest fietsvriendelijke stad die ik al bezocht heb (ja, nog beter dan Amsterdam). Waar er in Amsterdam vaak chaos heerst, regeert de orde in Kopenhagen. Mooie brede fietspaden langs groene plekken, aparte verkeerslichten voor fietsers, veel fietsenstallingen, afgesproken signalen tussen de fietsers onderling (hef je vlakke hand omhoog zoals een politieagent om aan te geven dat je gaat stoppen, hou altijd mooi rechts zodat snellere fietsers je kunnen passeren, steek de straat nooit in één keer over als je naar links wil afslaan, maar in twee keer), enzovoort.

Nu, Kopenhagen is ook wel fietsvriendelijk uit noodzaak. Veel inwoners hebben immers gewoon geen auto. De reden hiervoor is erg simpel. Bovenop de kostprijs van het voertuig moeten ze nog eens tweemaal diezelfde prijs betalen om het voertuig in te schrijven. Een auto kopen is dus voor de meeste Denen, die echt niet slecht verdienen, een hele investering. Mensen die in het stadscentrum wonen, doen vaak de moeite niet. Waarom zouden ze ook? Je geraakt volgens mij sneller met de fiets op je bestemming dan met de auto.

De volgende groene plek die we aandeden was het gebied rond de ‘meren’ (Søerne). Nuja, meren is een term die lichtelijk overdreven is voor deze groot uitgevallen waterbassins. Het toffe aan de Søerne is dat er een prachtig fiets- en wandelpad rond ligt dat je toelaat ten volle van de omgeving te genieten. Op de terugweg naar het hotel (we moesten onze cadeautjes nog oppikken voor ons bezoekje aan vrienden Q en M die negen maanden in Kopenhagen verbleven en ondertussen hun gezinnetje met een extra jongeman hadden uitgebreid, meteen de belangrijkste reden voor onze trip), stopten we nog even om een prachtig groen kerkhof te bezoeken. Ja, zelfs de kerkhoven in Kopenhagen zijn prachtige groene oases, waar mensen komen om even te wandelen en te verpozen.

De avond brachten we door bij onze vrienden met zelfgemaakte vegetarische lasagne en veel te veel wijn. Hun jongste zoon bleek een brave en vrolijke baby te zijn en we maakten plannen om de volgende dag samen door te brengen.

Kopenhagen – arrival

Na een vlucht van ocharme nog geen anderhalf uur, kwamen we aan in de luchthaven van Kopenhagen, pikten onze koffer van de bagageband en namen de metro naar het stadscentrum. Op een dikke twintig minuten stonden we op Kongens Nytorv, normaal een prachtig plein, maar nu volledig verstopt achter hoge groene schermen. In Kopenhagen wordt namelijk druk gewerkt aan een nieuwe metrolijn en dat betekent dat straten en pleinen op veel plekken open gebroken zijn. Spijtig, maar het resultaat zal ongetwijfeld erg nuttig zijn.

We wandelden op ons gemak door de avondlijke straten naar ons hotel Copenhagen Strand. Toen we daar aankwamen, bleek er echter een klein probleem te zijn: het hotel was overboekt en voor ons was er geen plek meer (we hadden nochtans op voorhand betaald). Gelukkig was de staf superprofessioneel en nog geen vijf minuten later hadden ze voor ons een kamer versierd in een zusterhotel op een vijftal minuten wandelen van ons oorspronkelijk hotel. Enfin, toen we de vriendelijke receptioniste “vier sterren” hoorden zeggen, was het voor ons direct in de sjakosj. We kregen een upgrade zonder hiervoor te moeten betalen en de receptioniste bood zelfs aan ons voor die vijf minuten wandelen een taxi te bellen. Dat aanbod sloegen we vriendelijk af en we begaven ons blij gemutst naar 71 Nyhavn Hotel, gelegen aan één van de meest schilderachtige kaaien van Kopenhagen.

De viersterrenkamer zelf was wat klein uitgevallen, maar wel kraaknet en in een historisch pakhuis gelegen met dikke houten balken. De badkamer was ook bijzonder petite en na het douchen stond het water tot aan de toiletpot (eigenlijk was de badkamer zelf gewoon een grote douchekabine waarin een toilet geplaatst was). Maar het ontbijt was fabuleus en overvloedig en we kregen aan de receptie nog een fles wijn mee ter compensatie voor het ongemak (welk ongemak dat dit dan wel was, was ons niet helemaal duidelijk, vijf minuten langer wandelen?).

Tot onze scha en schande moet ik zeggen dat we de fles wijn op het einde van de trip niet eens geledigd hadden (ongelooflijk, maar waar). Hopelijk heeft het kamermeisje er nog iets aan gehad, want alcohol, het blijft pokkeduur in Scandinavische laden.

Vakantieherinneringen

Omdat ik vandaag een loodzware dag gehad heb op het werk (die ik uiteraard met de glimlach en de nodige klantvriendelijkheid doorstaan heb, zo professioneel zijn we wel), maak ik het mezelf even gemakkelijk. Dus pik ik dit ideetje van Tita. Enkele vraagjes over reizen, mijn favoriete hobby.

Welke landen van de wereld heb je al bezocht?

Daar heb ik even mijn Tripadvisor account voor moeten raadplegen. In alfabetische volgorde: Australië, België, Canada, Denemarken, Duitsland, Egypte, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Japan, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Thailand, Tsjechië, Tunesië, UK, USA, Vaticaanstad, Zweden, Zwitserland. Blijkt dat ik al in meer landen geweest ben dan er letters in het alfabet zijn, maar dat ik nog nooit landen die beginnen met een K, M, Q, R of W bezocht heb. Kazachstan, Marokko, Qatar, Rusland en Wit-Rusland, here I come!

Welke bestemming staat bovenaan jouw verlanglijstje? Met andere woorden: waar wil je ECHT nog een keertje heen?

Rusland. Ik moet toch eens mijn Russisch kunnen oefenen in het moederland van het communisme, he! Nu, mijn allereerste bezoekje aan Russische bodem vindt over een maand of twee plaats. Al kan je een stop van twee uren in de luchthaven van Moskou bezwaarlijk een uitgebreid bezoek noemen.

Wat is jouw meest ideale vakantie? (strandvakantie, shopping trip, culturele vakantie, etc.)

Culturele vakantie. Geen twijfel mogelijk. Nooit begrepen dat mensen hun kostbare tijd verspillen aan shoppen terwijl er zoveel te zien en te doen valt! Al zeg ik nu al een paar jaar tegen mijn vriend dat we toch echt eens een week aan het strand zouden moeten gaan liggen, om te bekomen van al de drukte, het komt er nooit van. Als puntje bij paaltje komt, wil ik toch elke kerk en elk museum in de wijde omtrek bezocht en gefotografeerd hebben. 😉

Welke plek vond je zo bijzonder dat je er nog wel eens heen zou willen?

Australië. Maar da’s niet moeilijk natuurlijk, want er is nog zoveel van dit land dat we niet gezien hebben. Nuja, land, continent is correcter. De variatie aan fauna en flora die we daar gezien hebben, het rauwe natuurschoon, de leegte, de vriendelijke mensen, de warmte, het lekkere eten. Fantastisch.

Laat je allerleukste vakantiefoto zien.

Heel moeilijk, want ik heb meer dan een terabyte aan fotografische herinneringen, maar laat ik voor deze jumping crocodile gaan. Omdat ik tot voor onze Australiëreis zelfs geen flauw idee had dat krokodillen konden springen.

En ja, ik weet dat de praktijk van het bijvoederen van deze dieren om de toeristen te plezieren niet helemaal koosjer is. Maar indrukwekkend was het wel.

Ben je al eens voor werk naar een leuke bestemming gestuurd? Zo ja, waar?

Ja hoor. Naar MadridWarschau en Kopenhagen. Luxemburg vind ik niet echt een leuke bestemming, allez eigenlijk wel, maar als ik er voor mijn werk ben kom ik ‘s avonds laat aan en vertrek ik de dag erna vlak na de vergadering. Buiten het hotel en de vergaderzaal krijg ik dus niet veel van Luxemburg te zien.

Met wie ga je meestal op reis?

Met mijn vriendje!

Met wie zou je nog wel eens op vakantie willen gaan? (dit mag iedereen zijn: familielid, vriend(in) of beroemd persoon)

Met mijn broertje en zijn vriendin. Ik vind dat onze uitstapjes naar het buitenland steeds leuker worden!

Wie of wat zou je meenemen naar een onbewoond eiland?

Mijn vriendje en een satellietverbinding om met de buitenwereld te communiceren. 😉

Ben je al eens in België op vakantie geweest? Zo ja, waar?

Zeker dat, België heeft erg veel leuke plekjes. De Condroz heeft prachtige natuur en kastelen. Ieper is boeiend vanwege haar oorlogsverleden en vervult me met respect wetende dat alles wat je rondom je ziet vanaf nul is heropgebouwd. De Oostkantons zijn leuk omdat ze daar Duits spreken. De Ardennen zijn geweldig omdat er daar zoveel leuke vakantiehuisjes zijn om in groep een weekendje weg te trekken. Bezochten we al: Brûly-de-Pesche, Durnal, la Famenne, Jevoumont, Herbeumont, Monceau-en-Ardenne, Vielsalm, en Libin (komend weekend voor de derde keer al). Spa omdat het een beetje van alles heeft: natuur, wellness en Francorchamps. En natuurlijk de Belgisch kust, waar ik als kind op vakantie ging met mijn ouders. Ik moet toegeven dat ik de Belgisch kust ondertussen al een aantal jaar niet meer bezocht heb, de Nederlandse kust is immers zoveel mooier en rustiger.

Ga je liever naar een attractiepark of naar een dierentuin?

Naar een attractiepark, want hoe mooi ik dieren ook vind, het blijft een beetje zielig, beestjes in gevangenschap. Vroeger was er geen attractie zo wild of je kon er mij wel op vinden, maar de laatste jaren is ons pretparkbezoek teruggebracht tot nul. Al wil ik ooit wel eens Disney World in Florida bezoeken.

Zou je liever een ski- of een zonvakantie willen hebben?

Zon. Het zal voor mij niet snel warm genoeg zijn. Daarom heb ik ook zo’n fantastische herinneringen aan onze roadtrip door Oost- en Noord-Europa in 2010. Fantastisch weer, vier weken lang. De twee laatste skivakanties zijn wat tegen gevallen, omdat ik telkens ziek was, maar misschien moet ik het nog eens een kans geven. Uiteindelijk vond ik dat naar beneden glijden in een witte wereld wel heel leuk. En sneeuw is de mooiste vorm van neerslag! 😉

Wat is jouw leukste vakantieherinnering?

Goh, moeilijk, moeilijk. Ik heb zoveel fantastische herinneringen verzameld, ik zal er een paar uitpikken:

  • De Yellow Water cruise: het moment waarop we de krokodil een barramundi zagen verorberen vlak voor onze neus.
  • Onze privé-gids in New Orleans.
  • Oak Alley Plantation: De magnifieke driehonderd jaar oude eiken en kleine F die tegen een dame in klederdracht met een perfect Zuiders accent zei: “You are very pretty”.
  • De Sunset Dinner Cruise in Darwin: het moment waarop we in de verte de flitsen van het onweer ons zagen naderen.
  • Praag: wodka-orange drinken met mijn beste vriendin terwijl de bliksemschichten van het onweer in de verte zagen.
  • Renesse: seksen op een bijna verlaten strand.
  • Kraków: wodka zuipen in de Shakesbeer met mijn studiegenootjes tot de drankvoorraad op was. Het huwelijk dat we bijwoonden in Kraków was anders ook wel memorabel.
  • Thailand: de trip op de rug van een olifant door het oerwoud.
  • Egypte: Karnak en Abu Simbel. Onze allereerste cruise op de Nijl. Duizenden jaren geschiedenis aan je vingertippen, impressionant.
  • Barcelona: de gigantische stortbui op Montjuïc waarin we verzeild geraakten na een zonnige dag en de toeristische bussen die ons één voor één voorbij reden, totdat ik me zo kwaad maakte dat er uiteindelijk toch eentje stopte. Daarna zijn we een cava gaan drinken om onze overwinning te vieren. :-)
  • De lifster met de schilderdoeken die we onderweg van Riga naar Tallinn oppikten en die ons een warrig verhaal over ooievaars vertelde.
  • Poznań: het vriendelijkste onthaal ooit op een toeristische dienst en het prachtigste marktplein ter wereld én ze hadden er brochures in het Nederlands.
  • Tallinn: it’s oh so pretty en we leerden er Vana Tallinn kennen, het allerlekkerste digestief ter wereld.
  • De kite die mijn broertje zijn koffiekoek stool op Miyajima.
  • Nikko: het monnikeneten op basis van sojamelk (yuba) en het feit dat we hier bijna de enige toeristen waren. Met dank aan Fukushima dat voor een drastische daling in de bezoekersaantallen had gezorgd, maar een drama voor de inwoners die voor een groot deel van het toerisme leefden.
  • Nara: de hongerige hertjes die mijn vriend ei zo na verminkten.
  • De wandeling op Margiteiland in Budapest.
  • Aperitieven op de Alte Mainbrücke in Würzburg.
  • Het Italiaanse trouwfeest in Ranco: digestieven drinken na een ganse namiddag tafelen terwijl de zon onderging met uitzicht op het Lago Maggiore.

Wat is jouw minst leuke vakantieherinnering?

Mijn bijna-beroving in Gdańsk en de gevolgen daarvan: schaafwonden die moeilijk genazen en een fototoestel dat er een paar dagen later de brui aan gaf.

Naar welk(e) land(en) ga je dit jaar op vakantie?

Ik ging dit jaar al naar Budapest, Kopenhagen (voor mijn werk) en Duitsland en er staan nog een weekendje Ardennen, een weekendje Kopenhagen, een tripje naar Japan en een weekendje in de buurt van CERN op het programma.

Waar zou je nooit op vakantie gaan?

Politiek onstabiele landen waar het niet veilig is om te reizen: Somalië, Syrië, Afghanistan, Libië,… Enfin, oorlogsgebieden in het algemeen.

En daarmee is deze blogpost veel langer geworden dan oorspronkelijk bedoeld.

Würzburg

Toch wel het hoogtepunt van onze trip naar Duitsland. Na onze vertrek uit Mainz, kwamen we zo rond de middag aan in Würzburg. We zagen meteen Festung Marienberg gelegen op een over de Main uitkijkende heuvel. We hadden tijd zat om van te genieten van de aanblik van Festung Marienberg, want we waren in een file terechtgekomen die typisch is voor een stad met te smalle straatjes om al het verkeer te slikken. We reden dan ook de eerste de beste parkeergarage binnen om de rest van de trip naar ons hotel te voet af te leggen.

Lunchen deden we in Brauerei-Gasthof Alter Kranen met een plaatselijke specialiteit Flammkuchen. Daar hadden we alletwee nog nooit van gehoord, dus de keuze was snel gemaakt. Flammkuchen hebben wat weg van een hele platte pizza en hoewel lekker, werd het deeg van zodra het afkoelde wat taaier en lastiger om te eten. Natuurlijk wierpen we ook een blik op de oude kraan waaraan het restaurant zijn naam dankte.

Vervolgens wandelden we op ons gemak naar de hoofdreden van ons bezoek aan Würburg: de Residenz. Jaja, we hebben nogal wat UNESCO werelderfgoed bewonderd tijdens onze trip. De bouw van dit fantastische paleis vond plaats tussen 1720 en 1744 en de belangrijkste architect was Balthasar Neumann. De pracht en praal van het interieur vallen haast niet te beschrijven en helaas ook niet te tonen, want fotograferen was er verboden. Jullie zullen dus zelf eens ter plekke moeten gaan kijken. Geloof me, je zal het je niet beklagen. Het verbluffende fresco van de Venetiaanse schilder Giovanni Battista Tiepolo, het grootste ter wereld, alleen al is de trip naar ginder waard. Uren kan je ernaar kijken.

Wat het allemaal nog verbluffender maakt, is dat het paleis volledig uitbrandde tijdens de Tweede Wereldoorlog. De foto’s van de vernielingen vormen een schril contrast met de gerestaureerde schoonheid. Würzburg zelf is net als Dresden bijna volledig platgelegd tijdens een bombardement op 16 maart 1945 dat twintig minuten duurde en 80 procent van de gebouwen van de stad verwoestte. Chilling.

We begonnen onze avond op de Alte Mainbrücke, de oudste brug van Würzburg die volledig autovrij is. Aan het begin van de brug zijn er twee plekken waar er goedkope (maar lekkere) Duitse wijn in royale glazen wordt verkocht. Iedereen staat dan ook te aperitieven met een glas wijn in de hand op de brug, genietend van het uitzicht op de Main en de Festung Marienberg. Uiteraard hadden we er geen probleem mee ons aan de gewoonten van de locals aan te passen. 😉

En natuurlijk eindigden we de dag met Spargel!