Star Wars: The Last Jedi

Is er een beter moment dan Kerst om op het gemak in de cinemazaal te genieten van het meest recente deel van de Star Wars saga? Ik denk het niet en aan de redelijk goed gevulde UGC-zaal te oordelen, was ik niet de enige die daar zo over dacht. Nadat ik op de sociale media al een aantal mindere reacties had gelezen, had ik mij op het ergste voorbereid, maar hey, kijk, ik was aangenaam verrast.

Uiteraard was suspension of disbelief nodig om sommige plotwendingen makkelijker te verteren, maar in het algemeen kan ik niet anders dan zeggen dat The Last Jedi een behoorlijk entertainende film was, met een donker randje dat ik zeker wist te smaken. Dé scène van de film was voor mij het moment dat Rey en Ren aan elkaars zijde vechten. Eén fractie van een seconde hoopte ik dat Rey de naar haar uitgestoken hand zou aanvaarden. Al weet ik heel goed dat dit niet zou passen in het universum dat Star Wars in de loop der decennia gebouwd heeft. Da’s dan mijn eigen donker kantje, zeker?

Ik ben oprecht benieuwd naar het laatste gedeelte in deze trilogie.

Dunkirk

Veruit één van de meest indrukwekkende oorlogsfilms die ik in mijn leven gezien heb. Misschien wel niet de beste keuze om tot rust te komen na een dag opruimen, maar dat wist ik op voorhand.

Dunkirk was absoluut een film die ik op groot scherm wilde zien om de fenomenale cinematografie ten volle tot zijn recht te laten komen. Dunkirk slaagt er naar mijn mening perfect in om de ontreddering, desoriëntatie en pure wanhoop weer te geven van soldaten in een uitzichtloze situatie: op het strand omsingeld door de Duitse vijand. De film toont het pure rauwe gevecht om te overleven, wat soms het laagste in de mens naar boven haalt, maar tevens ook de moed en onbaatzuchtigheid van zowel militairen als burgers. De moedige burgers die met boten groot en klein het kanaal overstaken om het Britse leger te helpen evacueren, zij zijn de echte helden van deze film.

Als je één film dit jaar gaat zien, laat het dan Dunkirk zijn.

Al hoop ik wel dat jullie in alle rust van de film zullen kunnen genieten. Iets wat mijn vriend en mezelf niet gegund was. Geen idee waarom het koppel de rij achter ons per sé naar Dunkirk wilde kijken om letterlijk de ganse film te zitten praten. Erg storend, zeker als je naar zulke aangrijpende scènes zit te kijken. In het midden van de film kreeg ik het zo op mijn heupen dat ik ze toesiste te zwijgen, dat werkte tien minuten en toen was het gefezel alweer terug. Na de film kookte mijn bloed zo erg over dat ik gerust een Nazi de kop had kunnen inslaan. Ik hield het echter bij het op scherpe wijze veroordelen van hun gedrag. Als je naar de film gaat, heb dan ten minste respect voor je medefilmgangers. Of ga naar een romantische komedie om op de achterste rij wat aan elkaar te zitten prutsen. Of beter nog: abonneer je op Netflix en kijk thuis. Een smet op onze kijkervaring.

Laatste Ciné transat

Allez, voor dit seizoen dan toch. 😉 De zomer in Genève blijft maar duren en het vooruitzicht om de avond voor ons vertrek naar Leuven onderuitgezakt in strandstoelen te kunnen genieten van een film, was te aanlokkelijk om niet over te gaan tot actie.

Toegegeven, ik had nog nooit van Almost Famous gehoord, maar de hoge scores op imdb en Rotten Tomatoes in combinatie om de uitstekende cast deden het beste verhopen. De film gaat over de complexe relatie tussen rock-‘n-roll bands, hun groupies en de rockjournalisten die over dit alles schrijven. Interessant is hoe de film verteld wordt vanuit het standpunt van een vijftienjarige, hoogbegaafde scholier.

Ik ken het rock-‘n-roll wereldje niet echt, maar de kleurrijke figuren en de liederlijke uitspattingen, zijn het ideale onderwerp voor een spetterende film. Die gelukkig dieper graaft dan de oppervlakkige glamour and glitter, want uiteindelijk zijn rocksterren ook mensen met gevoelens. En het zijn net de fouten en kleine kantjes die de hoofdpersonages zo herkenbaar maken.

Prachtig meeslepend verhaal met de nodige humor in beeld gebracht.

L’Arnacoeur

Ja, die zomercursus Frans blijkt echt een schot in de roos te zijn. Heb me de voorbije twee en een halve week al ontzettend goed geamuseerd met mijn klasgenootjes. Naast de boeiende discussies over het glazen plafond en de plaats van de vrouw in de maatschappij (I know, mijn stokpaardje), hebben we presentaties gegeven, radiospots opgenomen en heb ik al twee keer de slappe lach gehad. Het feit dat ik de voorbije nachten een paar keer in het Frans gedroomd heb, is ook een goed teken.

Toen de gelegenheid zich voordeed om na de lesuren nog een streepje Franse cultuur in de vorm van een romantische komedie mee te pikken, schreef ik me bijgevolg meteen in. Gewapend met een zakje (gratis) popcorn zocht ik me een plekje op de comfortabele (not) houten zitbanken van het Van Den Heuvelinstituut. Helemaal klaar voor L’Arnacoeur met in de hoofdrollen Romain Duris en Vanessa Paradis.

IMG_4998[1]

Nu moet ik eerlijk toegeven dat romantische komedies over het algemeen niet aan mij besteed zijn. Maar goed, in het genre valt L’Arnacoeur best nog wel te pruimen. De premisse van het verhaal is origineel genoeg: de hoofdrolspeler is professioneel relatiebreker en een kei in zijn vak. Toch kan je hem niet zomaar voor eender welk klusje inhuren, enkel als de vrouw ongelukkig in haar relatie is, maat dit zelf nog niet doorheeft, gaat hij aan de slag.

Uiteraard komt er dan een moment waarop de Echte Liefde in het spel komt, enfin ja, de rest kunnen jullie wel raden, zeker? Dat deze film een happy end heeft, mag dus geen verrassing zijn. Vooral naar het einde toe, had ik wat moeite om mijn suspension of disbelieve vol te houden en heb ik een paar keer mijn wenkbrauwen opgetrokken. En ja, er zitten gaten in het plot, maar over het algemeen was dit een ontspannende film, waarin vooral het spetterende acteursspel opviel. De mannelijke hoofdrolspeler was op dat vlak de absolute uitblinker, wat een energie en een uitstraling!

Mét applaus voor het recreëren van die éne Dirty Dancing scène.

Wonder Woman

Na een vermoeiende cursusweek Frans had ik vanavond zin om naar de film te gaan. Ik kocht me een kaartje en een uurtje later zat in onderuitgezakt in de zetels van de Kinepolis. Wonder Woman was een film die al lang op mijn lijstje stond. Films waarin vrouwelijke superhelden de wereld redden komen nu eenmaal niet zo vaak voor en aangezien Wonder Woman al een tijd speelde, vreesde ik dat ik er snel bij moest zijn, wilde ik hem nog op groot scherm zien. Te oordelen aan het zeer beperkt aantal mensen in de zaal, was ik er inderdaad maar nét op tijd bij.

En oh boy, die beslissing heb ik me niet beklaagd. Wat een geweldige film! Wat een fantastische heldin! De interactie met de mannelijke love interest is heel geloofwaardig gebracht en de keuze om de film te laten afspelen tijdens de Eerste Wereldoorlog kon eveneens op mijn goedkeuring rekenen. Ik heb echt genoten van begin tot einde. Een film die alle meisjes ter wereld zouden moeten zien om te beseffen dat ze geen prins nodig hebben om hen te redden, ze zijn perfect in staat om dat zelf te doen! Alleen tijdens de grote finale trok ik heel even een wenkbrauw op, wetende dat de film eindigt om een moment dat WOII al om de hoek gluurt.

PS: Fantastisch dat de filmmakers de moeite deden om een paar acteurs Vlaams te laten spreken (de film speelt zich gedeeltelijk af aan het IJzerfront), maar hadden ze daar beter geen acteurs voor gecast met Nederlands als moedertaal? Het dikke accent deed pijn aan mijn oren.

L’étranger

Niets leuker dan tijdens de middagpauze na een verlengd weekend een filmpje mee te pikken. Ik heb het geluk dat op het werk regelmatig interessant middagsessies georganiseerd worden die mij de mogelijkheid bieden mijn blik op de wereld te verruimen. Zo keek ik vandaag, in het gezelschap van allemaal vrouwen en één man (bijzonder vreemd, gezien de documentaire rond voetbal draaide) naar de documentaire L’Etranger.

L’Etranger gunt de kijker een blik achter de schermen van BX Brussels, het sociaal-sportieve project van Vincent Kompany in onze Brusselse hoofdstad. Hoofdpersonage van de documentaire is Moussa Cissokho, een pas geïmmigreerde Senegalese voetbalcoach bij BX Brussels. Moussa is een ongelooflijk krachtig figuur die erin slaagt van een stelletje ongeregeld zonder balcontrole (om het oneerbiedig te zeggen) een echt team te maken.

Wat deze documentaire zo beklijvend maakt, is de rust en het begrip die trainer Moussa uitstraalt en dit ondanks het feit dat hij zelf zich moet aanpassen aan zijn nieuwe leven in België dat moeilijk meer kan verschillen van zijn vroegere leven in Senegal. Niet alleen op het veld traint hij zijn ploeg veertienjarige pubers, in de kleedkamer komen zijn levenswijsheden pas echt tot hun recht. Veel spelers in zijn team komen uit een precaire thuissituatie of kregen het label ‘onhandelbaar’.  Soms hebben de jonge spelertjes wel talent, maar ontbreekt er discipline of motivatie om met dat talent aan de slag te gaan. De eerste matchen wordt de ploeg van Moussa dan ook met verliescijfers van 0-8 of meer ingemaakt. Maar langzaam slaagt hij erin het tij te keren.

Ik ben zelf niet zo’n voetbalfan, maar deze documentaire heeft me echt aangegrepen. Het toont hoe kinderen die iedereen al opgegeven heeft, met de juiste begeleiding toch nog het roer kunnen omgooien. De winst en verlies op het veld, zijn metaforen voor de levens van deze jongeren. Prachtig ook hoe sport cultuurverschillen kan overstijgen en vriendschappen kan smeden. Een dikke, dikke aanrader!

El color del camaleon

Dankzij de Spaanse les had ik vanavond het voorrecht om een voorstelling van El color del camaleon bij te wonen in de fantastische nieuwe filmzalen van Cinema ZED. Voordat we met de ganse klas naar Cinema ZED afzakten, stond regisseur Andrés Lübbert ons persoonlijk te woord en konden we hem vragen stellen. In het Spaans uiteraard! (Weetje: de regisseur leerde op eigen initiatief Spaans toen hij 19 was.)

Het is alleszins lang geleden dat ik nog zo onder de indruk van een film was. El color del camaleon is een beklemmend werkstuk dat op een indirecte manier laat zien hoe onmenselijk dictatoriale regimes zijn. Tegelijkertijd is de documentaire een zeer persoonlijk verhaal over de zoektocht van een zoon naar zijn vader en een poging om een dialoog over het verleden op te starten. De documentaire draait volledig rond de vader van regisseur Andrés Lübbert, een Chileen die het regime van Pinochet ontvluchtte en via een Oost-Duitse omweg in Leuven terecht kwam. Jarenlang kon Jorge Lübbert, de vader van de regisseur, door het trauma dat hij opliep niet vertellen over wat er met hem gebeurd was. Uiteindelijk blijkt dat Jorge Lübbert opgeleid werd door de geheime dienst en aan de meest gruwelijke marteltechnieken werd blootgesteld om hem ongevoelig te maken en hem als instrument van het regime in te zetten. Gelukkig kon hij dankzij de hulp van de Oost-Duitse ambassade en het feit dat hij over een Duits paspoort beschikte, vluchten.

De film raakte echt een gevoelige snaar bij mij, vooral omdat het verhaal zo brandend actueel is. Helaas zijn er momenteel nog steeds regimes op deze wereld waarin dezelfde verwerpelijke technieken worden toegepast. De trieste werkelijkheid is dat vandaag de dag in Chili nog steeds daders van het regime rondlopen die ongestraft bleven. Dat Chili daardoor een diep verdeeld land is, bleek ook uit de vragenronde na de film. Een Chileen in de zaal stelde de (harde) vraag waarom Jorge niet openlijk getuigde en de namen van de daders bekend maakte aan de bevoegde Chileense autoriteiten. Hoewel een pijnlijke vraag ging de regisseur deze niet uit de weg. Door het trauma dat zijn vader opliep, was het tot op heden voor hem onmogelijk om hierover te getuigen in een rechtszaal en nadat ik de film gezien heb, kan ik hier alleen maar begrip voor opbrengen. Ik vind het zelfs ongelooflijk moeilijk dat vader en zoon een zo’n persoonlijk verhaal verteld hebben, terwijl het duidelijk is dat de ervaring voor geen van beiden gemakkelijk was.

Op 2 mei is er in Cinema ZED een tweede vertoning vergezeld van een Q&A met regisseur Andrés Lübbert. Gaat dat zien, zou ik zo zeggen.