Deze namiddag stond in het teken van de voorbereidingen voor onze Japanreis. We hebben namelijk het idee opgevat om van de platgetreden paden af te wijken en deze vakantie over een gans andere boeg te gooien dan we gewoon zijn. Daarom kozen we voor een fietstocht door Hokkaido. Het is eens wat anders dan dagelijks een museumbezoek, nietwaar? Back to nature. Lang leve de fysieke inspanningen! En zeg nu zelf, een fietstocht die zichzelf “The playground of the Gods” noemt, dat moet toch wel de moeite zijn?
Omdat onze fietstochten zich normaalgezien beperken tot boodschappen doen en naar de avondschool fietsen, allemaal binnen de ring van Leuven, laat onze fietsconditie nogal wat te wensen voor. Niet dat we de zwaarste tocht eruit gekozen hebben, maar het leek ons niet slecht ons toch een beetje voor te bereiden.
Gelukkig is het station van Leuven zowat het vertrekpunt van een hele hoop verschillende routes. Mijn vriend stippelde een route uit van zo’n 15 kilometer, maar doordat we een aantal keren de bordjes gemist hebben en flink verkeerd gereden zijn, hebben we er eerder 20 kilometer over gedaan. En boy, het Hageland telt een aantal venijnige heuveltjes, zeg. Het zal ongetwijfeld aan mijn te platte banden en slecht werkende versnellingen gelegen hebben (kuch), maar ik heb toch een aantal keer moeten afstappen. Die Boskouter is een stevig heuveltje.
Gelukkig kwamen we ergens halverwege in Linden een Kasteelhoeve tegen om wat op krachten te komen met een soepje en een croque. Nu is Linden niet onze normale uitgangsplek, maar zie, kwamen we daar toch geen medebewoners van ons appartementsgebouw tegen én iemand met wie we ooit nog in de Italiaanse les gezeten hebben. It’s a small world, ik val in herhaling.
De terugweg leek een pak vlotter te gaan, of misschien reden we toen gewoon minder verkeerd. Al kan ik jullie met stelligheid verzekeren: bergaf is zoveel toffer dan bergop!