Deze donderdag en vrijdag verbleef ik samen met mijn collega’s van het management en het middenkader in de prachtige Hoge Rielen. Bedoeling van de tweedaagse was de onderlinge banden opnieuw wat nauwer aanhalen en na te denken over het leiderschap binnen onze organisatie. Gelukkig kon ik carpoolen met wat collega’s, want hoe mooi de Hoge Rielen ook zijn, makkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer zijn ze niet.
Helaas voelde ik ‘s ochtends bij het vertrek al een lichte kriebel in mijn keel. Tijdens de workshops overdag viel het mee (heel fijn om een aantal nieuwe methodieken uit te proberen, waarvan the fishbowl en het Oxford style debate mij het meeste zijn bijgebleven), maar na de (overheerlijke) barbecue ‘s avonds, begon mijn stem het langzaamaan te begeven. En om heel eerlijk te zijn: het feit dat ik mij geheel vrijwillig aanmeldde als spelleider voor het weerwolven zal uiteraard niet geholpen hebben. Naarmate de avond vorderde werd ik heser en heser.
Resultaat: de dag nadien voelde ik mij bijzonder belabberd. De combinatie van te veel wijn en een vervelend virus. Al een geluk dat we allemaal op een aparte kamer lagen, want goed geslapen had ik niet. Ik deed mijn uiterste best om na te denken over hoe we het leiderschap binnen onze organisatie kunnen verbeteren, maar ik voelde dat ik alles behalve in goede doen was. Noch het ontbijt, noch de lekkere broodjes ‘s middags slaagden erin mijn energieniveau op te krikken. Ik was dan ook behoorlijk blij dat de workshops vrijdagnamiddag op een deftig uur stopten en dat ik na de treinrit Tielen – Lier – Leuven ‘s avonds op tijd in bed kon kruipen.
Vervelend, zo’n virus.






