Een tijdje geleden viel er een uitnodiging in de bus om op 4 juni de Vlaamse Feestdag te vieren in het Musée de Flandre in Cassel. De uitnodiging was afkomstig van mijn favoriete oud-collega die momenteel in Parijs woont en werkt. Ik ben altijd wel te vinden voor een feestje, maar op het eerste gezicht was Cassel niet meteen makkelijk te bereiken met het openbaar vervoer. Ik polste bij de collega’s die ook uitgenodigd waren of iemand van plan was te gaan, maar de combinatie van de locatie en het tijdstip (een donderdagavond) maakte dat niet veel mensen zich geroepen voelden om richting Frans-Vlaanderen te trekken.
Ik stond dus op het punt om mij te verontschuldigen, toen mijn vriend liet weten dat hij het wel zag zitten om speciaal voor deze gelegenheid wat vroeger uit Genève terug te keren (het weekend van 6 juli hadden we afgesproken met mijn broertje). Na een beetje puzzelen met allerlei vervoersopties kwamen we tot het volgende resultaat: mijn vriend zou donderdagochtend landen in Zaventem, van daaruit de trein naar Leuven nemen om een dagje op het appartement te werken en vervolgens rond 16u de trein in Leuven naar Kortrijk nemen. Ik zou in Brussel-centraal een dikke twintig minuten later op diezelfde trein stappen en we zouden dan samen verder sporen naar Kortrijk. In Kortrijk zouden we de Cambio nemen om van daaruit naar Cassel te rijden.
Tot mijn grote verbazing verliep gans dit plan vlekkeloos. De treinen hadden slechts enkelen minuten vertraging, onze Cambiowagen in Kortrijk startte zonder problemen en de route naar Cassel was geheel filevrij. Het zat ons voor de volle honderd procent mee. In Cassel aangekomen, dropten we eerst onze spullen in het poepchique Chatellerie du Schoebeque (doordat we nogal laat beslist hadden, waren alle B&B’s in de ruime omtrek volgeboekt). Tot onze verbazing troffen we in het midden van onze kamer een groot bad mét douche aan. Geen idee of we toevallig in een suite waren beland, maar aan ruimte hadden we alleszins geen gebrek.
Om 19.30u stipt meldden we ons aan bij de ingang van het Musée de Flandre, alwaar we begroet werden door mijn oud-collega die blij verrast leek ons te zien. Dat was meteen het startschot voor een bijzonder fijne avond met véél champagne en hapjes geïnspireerd op Vlaamse klassiekers (op een gegeven moment werden er zelfs puntzakken met frietjes rondgedragen). We maakten kennis met de nieuwe vriend van mijn oud-collega, een bijzonder sympathieke jongeling met wie het meteen goed klikte en liepen zelfs mijn oud-baas en haar echtgenoot tegen het lijf. Een onverwachte reünie. Natuurlijk polste onze oud-baas naar de reorganisatie en de naweeën daarvan, maar toen ik haar vroeg of ze geen zin had om terug te komen, was haar antwoord resoluut: “Absoluut niet!”.
Naast al die culinaire, met champagne overgoten, uitspattingen, hadden we de gelegenheid om de bijzonder fijne tentoonstelling ‘Feesten en Kermissen ten tijde van de Bruegels‘ te bezoeken. De getoonde werken waren allemaal van hoge kwaliteit en zo vol van details dat je er naar kon blijven kijken (“Kijk, een kakkend ventje! Kijk, een oude dame die haar maaginhoud ledigt! Kijk, een overspelig koppel dat betrapt wordt!”). Knap hoe de schilders uit die tijd erin slaagden een hele wereld te vatten in hun werken.
Aangezien we een hotel geboekt hadden, bleven we tot redelijk laat op de receptie (die Belgische pralines waren te lekker om te laten liggen). Fijn dat ik als afscheidscadeautje een prachtige catalogus meekreeg van de tentoonstelling. Daar ga ik zeker nog regelmatig in bladeren.
We eindigden de avond met een gezamenlijk bad in onze hotelkamer. Als de kans zich voordoet, moet je ervan profiteren, niet?
[…] ik voelde vrijdagochtend al die champagne van de dag voordien toch wel een beetje. Gelukkig wachtte er ons een bijzonder uitgebreid ontbijt in de prachtige […]