Het heerlijke Novotel-bed (het contrast met onze harde twijfelaar in Genève waarvan ik rugpijn krijg, kan amper groter zijn) heeft me helaas geen onverstoorde nachtrust opgeleverd. Ergens in het midden van de nacht in paniek wakker geschoten en daarna moeite om de slaap terug te vatten. Gelukkig brengt de ochtend een stevig English breakfast! Het buffet is exact, maar dan ook exact hetzelfde als vorig jaar in Novotel Paddington. Al lijkt me alles net iets minder verzorgd en zijn er geen complementary smoothies.
Na het ontbijt vertrekken mijn vriend en zijn collega naar de cursus en las ik wat tijd voor mezelf in. Ik trek naar het zwembad om baantjes te trekken en tussen de inspanningen door wat uit te puffen in de sauna. Het doet echt deugd om even te relaxen en het is ronduit geweldig dat ik het ganse zwembad voor mij alleen heb. Mijn rust wordt heel kort verstoord door een koppeltje dat even in de jacuzzi en de sauna gaat, maar zij blijven niet lang en ik kan na hun vertrek weer ongestoord verder baantjes trekken.
Het is bijna middag tegen dat ik uit het zwembad kom. Hoog tijd om op verkenning in London te gaan! Ter voorbereiding van ons vorige bezoek aan Londen had ik een hele lijst aangelegd met dingen die ik wilde bezoeken. Veel te veel om op een week af te werken, dus duikel ik deze opnieuw op en beslis naar de National Portrait Gallery te gaan. Het weer ziet er immers even twijfelachtig uit als de dag voordien. Ik heb echter niet veel zin om de metro te nemen en besluit het erop te wagen en te voet te gaan. De wandeling brengt me door de pittoreske Roupell Street vlakbij ons hotel. Ik zie aan verschillende ramen affiches hangen met ‘Save Roupell Street’ en een kleine google-zoektocht leert me dat deze authentieke straat bedreigd wordt door projectontwikkelaars. Ik kan met mijn eigen ogen vaststellen dat de straat langzamerhand wordt ingesloten door hoogbouw, maar ik hoop van harte dat dit prachtige stukje Londen uit de klauwen van de projectontwikkelaars kan blijven.
Ik kom langs St John’s Church in Waterloo Road en zie dat er twee kraampjes met street food opgesteld staan. Ideaal, want mijn maag maakt mij erop attent dat het middaguur reeds gepasseerd is. De keuze is tussen pad thai of falafel. Een hartverscheurende keuze, maar ik hak de knoop door en ga voor falafel. 4,5 pond voor een falafel wrap met halloumi: de prijzen in Londen zijn een pak redelijker dan in Zwitserland en ‘t is nog lekker ook! Ik ga op een bankje zitten en voerder per ongeluk een duif die listig aan mijn voeten plaatsneemt en afwacht tot er een stukje uit mijn wrap valt. Tsss!
Onderweg passeer ik langs de site van het Underbelly Festival en neem (nadat mijn rugzak gecontroleerd werd) even een kijken op het festival terrein. Vlakbij staat ook een enorme dubbeldekkerbus waar je frozen yoghurt kan kopen, maar ik weersta de verleiding. Al koop ik me wel een vers gemaakte smoothie van slechts 2 pond aan een kraampje bij Embankment. Ik blijf me erover verbazen hoe goedkoop het eten in Londen is in vergelijking met Genève, terwijl Londen toch ook gekend staat als een peperdure stad.
De National Portrait Gallery blijkt echt helemaal mijn ding te zijn. Ik weet eigenlijk niet goed waarom ik een bezoek aan dit museum zo lang heb uitgesteld (misschien omdat ik enkel portretten wat te eenzijdig vond?). De permanente collectie is nochtans gratis te bezoeken. Het museum is werkelijk prachtig en niet te groot, waardoor je de tijd hebt om alles rustig in je op te nemen. De portretten van bekende figuren (levend en dood) zorgen uiteraard voor veel momenten van herkenning, maar het is vooral de opbouw van elke zaal rond een bepaald thema die mij aanspreekt. De uitleg bij de werken is zeer omstandig en ik leer ontzettend veel bij over de Engelse geschiedenis. Daarnaast zijn er de portretten van schrijvers die ik herken van de achterkant van boekenflappen. Al moet ik toegeven dat het de portretten van Queen Elizabeth I zijn die het meest indruk maken op mij. Wat een uitstraling heeft die dame nog steeds na al die eeuwen! Girl power!
Zo rond half vijf krijg ik een bericht van mijn vriend dat zijn cursus al gedaan is (da’s vroeger dan gepland) en keer ik terug naar het hotel. Het is nog steeds bewolkt, maar het blijft droog, dus ik keer te voet terug. Van al dat portretten kijken heb ik een beetje honger gekregen en ik kan de verleiding niet weerstaan om onderweg in een schattig winkeltje een brownie met vijgen en whisky te kopen. Op onze hotelkamer eet ik de brownie met smaak op, terwijl ik luister naar de eerste indrukken van mijn vriend. Blijkbaar zijn er maar drie mensen die de cursus volgen!
Ondertussen is het tijd om te vertrekken naar onze dinner date bij City Spice. Een dinner date die heel wat voeten in de aarde gehad heeft. Het oorspronkelijke plan was dat mijn vriend, ik en zijn Franse collega samen zouden curry gaan eten in Brick Lane met een Engelse collega van hen die toevallig op hetzelfde moment als wij in Londen was. Ik reserveerde dus voor vier personen. Wat later liet de Engelse collega weten dat er waarschijnlijk nog een vriend van hem zou meekomen. Ok, geen probleem, een stoel bij aan tafel schuiven, dat zal nog wel lukken. Ondertussen waren mijn vriend en ik volop bezig om af te spreken met onze Poolse vrienden die in Londen wonen. Zij zouden met hun hotelapp op een toerismebeurs staan net op de dagen dat wij in Londen waren. Ons eerste voorstel was woensdag na het einde van de beurs af te spreken, maar bij nader inzien zouden ze dan waarschijnlijk te vermoeid zijn om er veel aan te hebben. Dus pasten we de afspraak aan en nodigden we hen uit om maandag samen met ons curry te gaan eten, waarop zij toezegden. Het was niet veel moeite om de reservatie bij City Spice te wijzigen.
Vanaf ons hotel nemen we een dubbeldekkerbus om naar Brick Lane te gaan. We hebben geluk want de plaatsen helemaal vooraan op de eerste verdieping zijn nog vrij, waardoor we kunnen genieten van een prachtige avondlijke rit door Londen. Helaas krijg ik onderweg naar het restaurant een telefoontje van onze Poolse vriendin. Er zijn onverwacht problemen opgedoken bij de opbouw van hun stand op de beurs en ze zullen onze dinner date niet halen. Het gesprek valt een aantal keer weg, maar ik hoor aan haar stem hoe zenuwachtig ze is. Ik probeer haar te kalmeren en verzeker haar dat het bij een volgende gelegenheid wél zal lukken om af te spreken. ‘t Is niet dat Londen aan de andere kant van de wereld ligt, nietwaar?
Gelukkig doen ze bij restaurant City Spice niet moeilijk over de opnieuw gewijzigde samenstelling van onze groep. Ze verwijderen gewoon een tafeltje en klaar is kees. Ik had op voorhand veel research gedaan en City Spice kwam daarbij als één van de beste curryrestaurants in Londen naar voren. En dat is niet overdreven, de curries zijn echt geweldig. Alleen zijn de ogen van mijn gezelschap groter dan hun maag: ondanks mijn waarschuwingen, bestellen ze én papadums én nog een paar voorgerechten én dan voor iedereen apart nog een hoofdgerecht. Uiteraard is dat veel en veel te veel. En hoe lekker ook, we slagen er gewoon niet in alles op te krijgen.
Normaal zou ik nu schrijven dat het een heel gezellige avond was, in aangenaam gezelschap, maar dat was helaas niet het geval. De vriend die de Engelse collega meebracht, blijkt een behoorlijk irritante Ier te zijn (niet dat zijn nationaliteit er in dit geval toe doet). Echt zo’n persoon die vol van zichzelf is. Hij blijft aan één stuk ratelen tijdens het etentje en grappen maken die niemand van de niet-Engelsen aan tafel begrijpt. Echt heel vervelend dat hij niet oppikt dat zijn grappen niet aanslaan bij ons, wegens het hebben van een andere referentiekader. Hij spreekt zichzelf ook voortdurend tegen, waardoor het echt moeilijk is een normaal gesprek met hem te hebben. Erg vermoeiend en behoorlijk irriterend.
Enfin ja, ik heb na het etentje dus niet echt veel zin meer om nog iets te gaan drinken, maar de Engelse collega en zijn irritante Ierse vriend slagen erin mijn vriend en zijn Franse collega te overtuigen nog een laatste pint te gaan drinken. We belanden in The Ten Bells, een pub die linken zou hebben met twee van de slachtoffers van Jack The Ripper. Hoewel het interieur en in het bijzonder de blauwwitte tegels zeker mooi zijn, is het er te druk en te plakkerig naar mijn zin. Maar het allerergste is dat mijn witte wijn niet te drinken is. Echt verschrikkelijk slecht en zuur, zo slecht dat ik na een paar teugen het opgeef en het glas gewoon laat staan.
Een zure afsluiter van wat al niet echt een superavond was.
[…] de copieuze maaltijd van de dag voordien, heb ik niet bepaald veel honger ‘s ochtends aan het ontbijt. Jammer, want een uitgebreid […]
[…] onze lunch kregen we het gezelschap van een Ierse kameraad van A en zijn, jawel, diezelfde Ier die een tweetal jaar geleden mij zo op de zenuwen gewerkt heeft. Gelukkig leek hij iet of wat gekalmeerd, of misschien milderde de aanwezigheid van zijn vrouw zijn […]