Terrasjes doen met de collega’s, in de happy uur cocktails vliegen (twee cocktails voor tien euro), door het onweer naar binnen gejaagd worden en uiteraard veel te lang blijven plakken. So much fun! 😉
Van Emerald Lake naar Banff – 3 augustus 2015
Een half uur voor de wekker wakker. Tijd genoeg om op mijn gemak een douche te nemen en wat bodylotion te smeren voordat mijn vriend wakker wordt.
Vandaag viert gans British Columbia BC day. We mogen ons dus weer verwachten aan een massale toestroom van dagjestoeristen bij Emerald Lake. Helaas, vandaag moeten wij afscheid nemen van dit ongelooflijk mooie meer en de fijne lodge. Ondanks het wat mindere bed en het gedoe met de shuttle heeft de Emerald Lake Lodge een speciaal plekje in mijn hart veroverd. Ik zal deze plek missen.
Voor ons allerlaatste ontbijt in Emerald Lake Lodge gaan we voor het ontbijtbuffet. Een beetje een teleurstelling, toch wel. De warme ontbijtopties worden niet erg snel bijgevuld en verder is de keuze niet zo groot. We werpen voor ons vertrek nog een laatste blik op het meer en de hot tub. Snik.
De shuttle voert ons voor de laatste keer naar de guest parking en dan zijn we weg, om vijf minuten later opnieuw te stoppen bij de Natural Bridge, een bezienswaardigheid die zo dicht bij ons hotel ligt dat we er gewoon nog niet geraakt zijn. Dit is onze laatste kans om dit natuurwonder te bekijken, dus daar moeten we gebruik van maken. De Kicking Horse River rivier heeft in de rotsen een formatie uitgesneden die een natuurlijke stenen brug vormt. Leuk om naar te kijken, geen must see wat mij betreft.
In tegenstelling tot de voorgaande dagen is het deze voormiddag een beetje bewolkt. Dat zijn we niet meer gewoon… Een mens went snel aan mooi weer, heb ik al gemerkt.
Het is de bedoeling om deze dag zoveel mogelijk van Banff National Park te zien. Ik realiseer me dat we wellicht een dag te kort zullen komen om alles in Banff te zien wat ik oorspronkelijk gepland had. Ook de plannen om paard te rijden, lijken opgeborgen te moeten worden. De afstanden zijn in Canada veel groter dan we gewoon zijn en de maximumsnelheden liggen aan de lage kant. Mijn vriend rijdt altijd braafjes op de cruise control, maar de gemiddelde Canadees lijkt zich niet al te veel aan te trekken van die snelheidsbeperkingen en rijdt een pak sneller. We maken nochtans lange dagen en proberen zoveel mogelijk op één dag gezien te krijgen. Twee of zelfs drie dagen extra waren geen overbodige luxe geweest om alles net iets meer op het gemak te bekijken en ook nog een paar leuke activiteiten in te lassen.
We stoppen even kort bij Herbert Lake, omdat dit volgens de folder van Banff National Park ‘a photographers favorite’ is. Ik vond dit meer niet zo uitzonderlijk, maar de oppervlakte was dan ook niet spiegelglad omdat er iemand in het meer aan het zwemmen was. Mochten de omringende bergen weerkaatst worden in een rimpelloos meer, kan ik me voorstellen dat het een ander plaatje zou opleveren.
We rijden verder naar Peyto Lake, het meest noordelijke punt dat vandaag op de planning staat. Op het eerste gezicht lijkt Peyto Lake heel toeristisch, met massa’s volk bij het uitkijkpunt, maar wie een beetje verder kijkt dan zijn neus lang is, ontdekt een tweede uitzichtpunt dat erg onduidelijk aangegeven is op de plannen en waarvoor je even moet wandelen. Na een mooie (en gemakkelijke) wandeling wordt je getrakteerd op een fenomenaal uitzicht op het schitterende blauwe meer en de gletsjer die het meer voedt. Ongelooflijk mooi.
We zijn zo diep ontroerd door de schoonheid van deze plek dat we achter een paar boompjes wegduiken om zelf gehoor te geven aan de roep der natuur. Vrijen in zo’n uitgestrekt landschap waarin je alleen op de wereld lijkt, het is erg bijzonder.
Terug in de wagen maken we rechtsomkeer en rijden opnieuw naar het zuiden. Een beetje verderop stoppen we bij de ons inmiddels vertrouwde Num Ti Jah lodge voor een snelle lunch. Het is inmiddels alweer 15u (yep, we leren het niet). Mijn vriend eet een voorverpakte sandwich en ik eet een kom chili. Chili con carne is in Canada blijkbaar een populair gerecht want er zijn veel plekken waar je dit kan krijgen. De chili con carne uit een kartonnen kommetje smaakt eigenlijk best goed en vult veel meer dan verwacht. Na de lunch maken we nog een korte wandeling langs Bow Lake en steken we zelfs even onze tenen in het water.
Opnieuw onderweg zien we een samenscholing van her en der geparkeerde auto’s. Daar moet wildlife in de buurt zijn! Helaas tegen dat ik uitgestapt ben, druipen de meeste mensen het alweer af. Alweer een near bear miss. Het zit ons echt niet mee deze vakantie!
Hoe dichter we Banff naderen hoe slechter het weer wordt. Vanaf de Bow Valley Parkway (zowat onze laatste kans om nog een beer tegen het lijf te hopen) begint het effectief te regenen. Maar net zoals voordien duurt de regen maar kort. Naarmate de kilometers vorderen, neemt ook onze hoop om nog een beer te zien af. Jammer, maar we laten er ons niet door ontmoedigen.
We stoppen nog eens onderweg bij een uitzichtpunt, maar het uitzicht is lang niet zo interessant als de twee kerels die vanop de parking een drone met daaraan een camera bevestigd, laten opstijgen. We mogen zelfs even door de bril kijken waarmee de tweede persoon de drone kan volgen, terwijl de eerste persoon de drone bestuurt. Heel erg cool allemaal. Stiekem voeg ik een drone toe aan mijn lijst met onrealistische wensen.
Het begint ondertussen steeds meer te betrekken en zo nu en dan vallen er een paar druppels uit te lucht. De enige vermeldenswaardige stop is die bij Vermillion Lakes in Banff zelf. We genieten van het mooie uitzicht op de wetlands.
In Banff logeren we in de Brewster’s Mountain Lodge, een historisch hotel in het hartje van van het stadje. We hebben opnieuw een kamer met twee queen siz bedden. Hoera! Het ziet er buiten nog steeds uit alsof elk moment de hemelsluizen kunnen open gezet worden. We opteren er dus voor om sushi te gaan eten bij Sushi Bistro dat redelijke tripadvisor reviews krijgt en gelegen is in hetzelfde gebouw als ons hotel. Er staan wat mensen aan te schuiven om een tafeltje toegewezen te krijgen, altijd een goed teken naar mijn mening. Het duurt nogal lang voordat de lege tafels in het restaurant afgeruimd geraken en raken enkele wachtenden in de rij hun geduld kwijt. En zo schuiven wij een paar plekjes naar voren in de wachtrij. Ik heb mijn zinnen nu echt op sushi gezet!
Na een dik kwartier wachten, krijgen we eindelijk een tafel toegewezen en kunnen we hoofdschuddend aanzien hoe de twee diensters er een absoluut potje van maken. Tot mijn verbazing zijn de diensters allebei Japans. We vangen hier en daar zeer duidelijk Japanse woorden op in hun conversatie. Ze slagen er met z’n tweeën echter niet in de tafels op te ruimen en schoon te maken. Daardoor zijn er veel tafels waar niemand aan zit, maar die volgestapeld zijn met vuile borden. Ze lopen op en af met vuile borden en de bestellingen van de klanten, maar zijn totaal ongeorganiseerd. Een groot dienblad en een tafel van vier is in twee minuten afgeruimd. Echt onbegrijpelijk. Het is alsof ze allebei hun eerste werkdag hebben.
De sushi is uiteindelijk best lekker, al blijkt er om 20.30 al redelijk veel uitverkocht te zijn. Om te bestellen krijgen we een blad om aan te duiden wat we willen. We proberen eens iets nieuws uit: spinazie goma-ae. Een spinaziebereiding met een soort pindasaus, best wel lekker.
Uiteindelijk verlaten we pas om 22u het restaurant. Te laat om nog te kunnen gaan weken in de whirlpool van Brewster’s Mountain Lodge. Als alternatief kunnen we nog naar de hot springs van Banff rijden, maar daar hebben we geen van beiden de energie voor. We besluiten om gewoon linea recta in bed te kruipen en te profiteren van onze afzonderlijke bedden om wat nachtrust in te halen.
Kootenay National Park – 2 augustus 2015
Deze ochtend ontbijt ik met pancakes. De drie reuzepancakes op mijn bord blijken echter van het goede te veel. Ik laat zowat driekwart pannenkoek liggen en het is niet dat ik mijn best niet heb gedaan.
Vandaag staat een bezoek aan Kootenay National Park op het programma. Oorspronkelijk waren mijn vriend en ik niet van plan om dit park aan te doen, maar omdat Goofball zo enthousiast was over dit park, hebben we ons programma aangepast. Het is alweer een schitterende dag. De lucht is stralend blauw en er valt amper een wolkje te bespeuren. Het belooft een fantastische dag te worden.
Kootenay Park bevindt zich ten zuiden van Emerald Lake. De weg doorheen het park loop bijna recht naar het zuiden. Om tijd te sparen besluiten we eerst langs de snelweg naar het meest zuidelijke punt van het park te rijden (het badstadje Radium Hot Springs) om van daaruit dwars door het park naar het noorden te rijden. Toch een goeie vijf en half uur rijden in totaal. Goed voor een ganse dag onderweg, alle tussenstops meegerekend.
Het is alweer wachten op de shuttle voordat we kunnen vertrekken. Niet dat de shuttle niet frequent rijdt, je kan dag en nacht naar de receptie bellen en een tiental minuten later staat de shuttle er, maar je verliest gewoon tijd die leuker te besteden valt.
We doen er twee uur over om naar Radium Hot Springs te rijden. Onderweg schrijf ik wat aan mijn reisverslagen en tripadvisor reviews en stoppen we een paar keer om foto’s te maken van ospreys. Overal langs de kant van de weg zijn hoge palen geplaatst met nesten erop. Bijna elke paal heeft een nest. Ik slaag erin een paar echt mooie beelden te maken van de roofvogels.
Fait divers: onderweg passeren we “world’s largest paddle” ergens zomer midden in een veld neergepoot. Het gegeven is zo absurd dat ik er zelfs geen foto van maak.
Rond de middag zijn we in Radium Hot Springs. De pannenkoeken liggen nog op mijn maag, dus veel honger heb ik niet. We gaan voor een snelle lunch in koffiehuis ‘Meet on higher ground’. Ik bestel een champignonroomsoep, maar de soep is wat aan de koude kant. Jammer, want voor de rest is het wel lekker. Mijn vriend eet een sandwich en drinkt een caramel macchiato, het is een koffiehuis voor iets, he.
Ik weet niet of het aan de pannenkoeken, de soep of de vermoeidheid ligt, maar ik heb vandaag wat last van buikpijn. Al goed dat er geen zware inspanningen op het programma staan.
Jammer genoeg ontbreekt ons de tijd voor een bezoekje aan de Hot Springs waaraan Radium Hot Springs zijn naam te danken heeft. Nog iets waarvoor we zullen moeten terugkomen.
We rijden het park binnen langs de indrukwekkende Sinclair Canyon. Uit het niets reizen spectaculaire rotsmuren uit de grond. We passeren de Redwall Fault en genieten van de mooie landschappen. Onderweg stoppen we om de informatieborden te lezen en komen we meer te weten over de manier waarop Parks Canada de parken beheert en hoe de inzichten op dit vlak geëvolueerd zijn.
In de vorige eeuw probeerde men bosbranden zoveel mogelijk te voorkomen, maar dit verstoorde de natuurlijke cyclus van het natuurgebied. De periodieke bosbranden zijn een belangrijk voorwaarde voor verjonging van de bossen. Nadat een bos is afgebrand schieten er meteen nieuwe scheuten op. Sommige dieren houden zich vooral op in jonge bossen, andere dan weer in oude. De pine beetles, waar ik al eerder over schreef, leggen hun eitjes vooral in oude bomen. Doordat er in de vorige eeuw veel minder bosbranden waren, verouderde het bos en ontstond er een keverplaag. Vandaar dat men bosbranden niet meer bestrijdt maar enkel controleert om te voorkomen dat de brand bewoonde gebieden bereikt.
We stoppen ergens onderweg bij een prachtige rivier waarvan het water erg laag staat. We waden tot we aan onze enkels in het ijskoude gletsjerwater staan. Al houden we dat niet echt lang vol. De natuur is prachtig, de temperatuur zeer aangenaam en er zijn in velden of wegen geen andere mensen te bekennen. Dus ja, we hebben de kans aangegrepen voor een fijne vrijpartij.
Onderweg naar de Paint Pots spotten we nog eens een hert. Aan herten geen gebrek, hier. De Paint Pots zijn poelen waar vroeger oker gewonnen werd. De okerkleurige grond steekt prachtig af tegen het groen van de bomen en het blauw van de hemel. Erg fotogeniek. Alleen jammer van al de insecten die zich hier duidelijk thuis voelen. Ondanks al de insectenspray op mijn blote armen en benen ben ik alweer een paar beten rijker. In looppas keren we terug naar de auto, in de hoop sneller te lopen dan de insecten vliegen.
Onze volgende stop is Marble Canyon. We bewonderen de 35 m diepe dolomieten ravijnen die ingesleten werden door het gletsjerwater van Tokumm creek. Prachtig. Op de hellingen van de omringende bergen zien we overal fuchsia fireweed bloeien. Een bloem die zich typisch thuis voelt op plekken waar net een brand gewoed heeft.
Vlak voor het einde van Kootenay National Park maken we snel nog een fotootje van de paal die aangeeft waar de continental divide zich bevindt. Verder valt er daar eigenlijk niet veel te zien. We rijden verder naar Lake Louise in Banff National Park. Door het verlengde weekend stikt het er van het volk. Wij komen aan zo rond 18.00u en zien in de andere richting een lange rij auto’s die aanschuiven om weg te rijden van het meer. Ik had hoge verwachtingen van Lake Louise, een echt plaatje op al de afbeeldingen die ik al zag, maar mijn verwachtingen worden niet geheel ingelost. Ik vind het chateau dat aan de oevers van het meer gebouwd is bijzonder lelijk en de massa toeristen die selfies staan te nemen, maken dat ik niet echt kan genieten van deze plek.
We kijken even hoeveel dat het huren van een kano kost. Voor een tocht van een half uur betaal je 55 Canadian dollar (op Emerald Lake betaalden we 66 dollar voor twee uur). Een beetje schandalig vind ik dat. Nu, de rij is sowieso toch veel te lang en de verhuur stopt om 19u. Geen kano voor ons.
We twijfelen of we in de buurt van Lake Louise zullen avond eten. Het is niet zo ver naar Emerald Lake vanaf Lake Louise, maar die file zou wel eens roet in het eten kunnen strooien. Geen van beiden hebben we veel zin om op zo’n prachtige dag in de file te gaan staan. We lopen Chateau Louise binnen, maar het aanbod van de restaurants weet ons niet te bekoren en het lukt even niet om een 3G-connectie lang genoeg in stand te houden om tripadvisor te hulp te roepen. Het netwerk is waarschijnlijk overbelast door al die mensen die selfies zitten op te laden naar Facebook en Instagram.
Maar kijk, soms zit het al eens mee. Net wanneer we beslist hebben om dan maar naar Emerald Lake terug te keren (we zitten al in de wagen) lukt het toch om tripadvisor ingeladen te krijgen en lees ik dat de Deer Lodge waaraan we net voorbij gereden zijn, goeie reviews heeft. We maken rechtsomkeer, parkeren onze wagen en slagen er ondanks de drukte vlot in een tafeltje te bemachtigen. Het lijkt alsof de meeste mensen die Lake Louise vandaag bezoeken, hun eigen picknick mee hebben.
Mijn buikpijn is verdwenen en om dat te vieren bestel ik en cocktail met de welluidende naam ‘bison in the hills’, met wodka, limoen en bosbessenwijn en daarna nog eentje die ‘the backcountry’ heet, met bourbon, drambuie en honing. Allebei erg lekker. Op de menukaart staat kariboevlees. Hoe vaak krijgt een mens de kans om dit vlees te proeven? Niet zo vaak, dus mijn keuze is snel gemaakt. Ik stel me wel vragen bij het voorvoegsel ‘wild’, want ik kan me moeilijk voorstellen dat Parks Canada het toelaat om kariboes af te schieten in het Nationale Parken. Ik ga ervan uit dat het vlees afkomstig is van gekweekte kariboes.
Het smaakt mij alleszins geweldig. Mocht u ooit in de buurt van het veel te toeristische Lake Louise zijn, de Deer Lodge is een aanrader.
Bij het naar huis rijden, worden we getrakteerd op een fantastische zonsondergang. Ik schiet wat plaatjes door het raam, maar die doen de schoonheid van deze avond oneer aan.
Rond 22u zijn we op de guest parking. Ik bel opnieuw naar de receptie met de vraag de shuttle te sturen en een klein half uur later liggen we te weken in de hot tub. Ditmaal hebben we de hot tub niet voor ons alleen. Drie meisjes uit Vancouver hebben er acht uur over gedaan om Emerald Lake Lodge te bereiken, speciaal om morgen BC Day te vieren. Het is heel donker, dus ik kan hun gezichten niet onderscheiden, maar ze zijn praatgraag en we hebben een fijn gesprek.
We sluiten de avond af in de bar waar we op de valreep (het is 23u) nog een drankje kunnen bestellen. Twee cocktails vind ik meer dan voldoende, dus ik hou het bij een non-alcoholische limonade. We kunnen ons moeilijk concentreren op ons gesprek, want één van de diensters maakt duidelijk een kleine crisis door. Ze laat gedurende het dik half uur dat wij er zitten, maar liefst vijf glazen kapot vallen. Op een gegeven moment denken we echt dat ze op het punt staat om in huilen uit te barsten. Ik ben altijd wel te vinden voor een beetje real life drama, maar ik heb te doen met het meisje. Ik begrijp niet goed waarom de patron haar niet gewoon naar huis stuurt, het is duidelijk dat ze vandaag geen kwalitatief werk meer zal leveren.
Na weer een geslaagde dag kruipen we voor de allerlaatste maal onder de dekens van ons huisje in Emerald Lake Lodge. Ik zal deze magische plek missen!
Back in Belgium!
And we’re back! Jullie hebben ongetwijfeld gemerkt dat het hier de voorbije weken erg stilletjes was. De reden daarvoor is simpel: ik was er even tussenuit samen met mijn vriend. Het was wel degelijk de bedoeling om jullie bloggewijs op de hoogte te houden van mijn belevenissen, maar het internet in Canada was zo horrible slecht, dat ik het niet zag zitten om uren te wachten voordat mijn foto’s opgeladen zouden zijn. Ik schreef tijdens deze trip wel degelijk reisverslagen, maar besloot mijn eigen stressniveau te verlagen door deze pas online te zetten bij thuiskomst. Dus mogen jullie de komende dagen heel wat blogupdates verwachten, wanneer ik één voor één alle verslagen online gooi.
PS: Blij dat hier de zon schijnt!
Yoho National Park – 1 augustus 2015
Wat een schitterende dag vandaag! En hoe heerlijk om te kunnen opstaan en op je eigen balkon de frisse lucht te kunnen inademen terwijl het fabelachtige blauwgroen van Emerald Lake tussen de bomen glinstert. It doesn’t get any better than this. Wat een magische plek. Het is een voorrecht dat wij hier kunnen verblijven.
We starten de dag naar goede gewoonte met een stevig ontbijt. Geen buffet voor ons, we kiezen allebei voor de omelet met boschampignons. Heerlijk. Al moet er mij wel iets van het hart, waarom serveren de Canadezen bij elke ontbijtoptie (de yoghurt met granola uitgezonderd) hashbrowns (gefrituurde aardappelschijfjes)? Geef mij liever wat blaadjes sla of stukjes tomaat in de plaats van deze ongezonde, vette toevoeging. Maar goed, detailkritiek. Ik heb de hashbrowns gewoon laten liggen.
Na het ontbijt gaan we naar het verhuurpunt voor de kano’s. Emerald Lake ligt er buitengewoon schitterend bij en de beste manier om zo’n meer te verkennen is nog altijd per boot. We zijn duidelijk niet de enigen die er zo over denken, want er dobberen al flink wat kano’s op het meer. Het meer is superkalm, wat het peddelen erg makkelijk maakt. In geen tijd zijn we aan de overkant en meren we aan bij een klein bergriviertje dat ontspringt uit de gletsjer. We steken onze tenen in het ijskoude water, maar je moet al een echte ijsbeer zijn om dat langer dan een paar minuten vol te houden.
Die twee uren op het meer vliegen voorbij. We zien (en horen) opnieuw een loon, maar dit exemplaar laat zich niet zo makkelijk naderen als de loons op Lac Le Jeune. Lunchen doen we in het café van Emerald Lake Lodge. Ik eet een werkelijk heerlijk stukje zalm met een salade van quinoa, terwijl mijn vriend ontdekt dat een flatbread een soort kruising tussen flammkuchen en pizza is.
Na de lunch staat een verkenning van de rest van Yoho National Park op het programma. De chauffeur van de shuttle die ons terug brengt naar de guest parking moet talloze toeristen ontwijken en zich door een lange rij aanschuivende wagens die een parkeerplek zoeken, wringen. Hij legt ons uit dat dit weekend (het is vandaag zaterdag) een verlengd weekend is. De eerste maandag van augustus wordt in gans British Columbia BC Day gevierd. De dagjes- en weekendtoeristen hebben duidelijk van het schitterende weer geprofiteerd om massaal naar één van de mooiste plekken van BC af te zakken. Nu begrijp ik waarom het tijdens het boeken zo lastig was om in deze periode logement te vinden…
Vanaf de guest parking rijden we een goeie twintig minuten naar onze eerste stop van de dag: Hoodoo Creek. In mijn gids staat een klein fotootje van de bijzondere rotsformaties (hoodoos) dat mijn interesse gewekt heeft. Veel uitleg bevat mijn gids niet, buiten dat de weg naar de hoodoos een ‘kort maar erg steil pad’ is. Na onze klimtochten van de vorige dagen ben ik vol vertrouwen dat dit wel zal lukken.
Enfin ja, blijkt dat een ‘kort maar erg steil pad’ geïnterpreteerd moet worden als een pad van 1,6 km waarop 300m gestegen moet worden. We slikken even, maar besluiten toch door te zetten. Het is vooral tijdens het eerste deel van de helling erg warm, we lopen in de volle zon, zonder schaduw. Ergens in de helft ontmoeten we twee Nederlanders die ons goeie moed geven door te zeggen dat het zwaarste stuk achter de rug is en het volgende gedeelte meer schaduw te bieden heeft. Oef!
We raken vrij vlot tot aan een splitsing waar we kunnen kiezen tussen nog meer klimmen naar het bovenste uitzichtpunt of afdalen naar het onderste uitzichtpunt. Wij zijn geen watjes, dus bijten we door en klimmen we naar het bovenste uitzichtpunt. Echt honderd procent de moeite. Vrij snel zien we zachtgele stenen pilaren oprijzen met daar bovenop, als een kroon, een donkere steen. Een heel bijzonder gezicht en absoluut de moeite van de klim waard. De kunstwerken van moeder natuur zijn toch de allermooiste.
Wanneer we uit gefotografeerd zijn, dalen we af naar het lagere uitzichtpunt. Je krijgt op dit uitzichtpunt vlakbij de rivier wel een beter overzicht van het geheel, maar de schoonheid van de hoodoos komt hier minder goed tot zijn recht.
Ik heb het nog altijd heel erg warm, dus besluit af te koelen in het ijskoude riviertje met smeltwater van de gletsjers. Niet zo’n slimme beslissing, want nu ben ik de grip op de binnenkant van de zolen van met teva’s kwijt en glibber ik in mijn sandalen op weg naar beneden. Gelukkig drogen die teva’s ook supersnel en gaat het na een erg voorzichtig stuk een pak sneller.
We kloppen onszelf op de borst wanneer we terug bij de wagen zijn. We made it! In totaal zijn we bijna 3 uur onderweg geweest voor twee maal 1,6 kilometer. Dat kan tellen voor een ‘kort’ pad…
Onderweg naar Takakkaw falls spotten we een hert. Ik moet eerlijk zijn, voor een land zo groot en ongerept als Canada valt de hoeveelheid wildlife die we tot nu toe gezien hebben dik tegen. Maar goed, niets aan te doen. De beren komen niet op bevel het bos uit gekropen.
Takakkaw Falls is een fenomenale beleving. De mooiste waterval tot nu toe. Het water stort zich met een donderend geraas van een hoogte van 302 m naar beneden. De ondergaande zon zorgt voor een fantastische regenboog. Mijn vriend en ik proberen de voet van de waterval zo dicht mogelijk te naderen maar worden teruggedrongen door het ijskoude water dat opstuift. Tip: het is een goed idee om een regenjas aan te doen om deze waterval te bezoeken. Onze regenjassen liggen helaas in de auto een stukje terug.
Toch geniet ik van de combinatie van zon en ijskoude druppels op mijn vel. De regenboog is zo groot dat ik hem niet kan vastleggen met mijn 24-70mm lens. Gelukkig is de Gopro een perfect alternatief voor mensen zonder breedhoeklens.
Half doorweekt keren we lachend terug naar de wagen. We geven de regenjas-tip nog snel mee aan een paar toeristen die vlak bij onze wagen stoppen. Ze kijken ons wat vreemd aan, maar besluiten dan toch maar onze raad op te volgen.
We willen iets gaan eten in Field, maar mijn voeten zijn zo vuil dat ik het niet aandurf om een restaurant binnen te stappen. Gelukkig passeren we ergens een waterkraan in de buurt van een camping. Ik was snel mijn voeten (lang niet zo koud water als dat water van de Takakkaw waterval) en zie er weer min of meer presentabel uit.
Het kleine dorpje Field blijkt niet meteen gigantisch veel eetgelegenheden te hebben en zo belanden we bij de Truffle Pigs, een pub waarover we toevallig de chauffeur van de shuttle al hadden horen praten de avond dat we in Emerald Lake aankwamen.
In tegenstelling tot wat we ondertussen gewoon zijn, moeten we behoorlijk lang op ons eten wachten. Het lijkt alsof we een beetje te laat aangekomen zijn (21u) en het keukenpersoneel al voor de helft naar huis is, omdat ze op zo’n laat uur geen klanten meer verwachten. Maar hey, er is free wifi dat min of meer werkt. We klagen niet.
Het eten valt eerlijk gezegd wat tegen. Ik bestelde dezelfde schotel (gnocchi met scampi) als een dame aan een tafeltje vlak bij mij, maar het is duidelijk dat de ingrediënten gedeeltelijk op waren. De gigantische broccolistronk die bij de dame op haar bord lag, is bij mij een klein en verschrompeld geval en van de geroosterde paprika’s waar ik zo’n zin in had, valt geen spoor te bekennen. Gelukkig wil mijn vriend wel een paprika uit zijn bord aan mij afstaan.
We komen alweer veel later dan gepland aan op de guest parking. Ik bel vanuit het wachthuisje naar de receptie om te vragen om een shuttle te sturen. Emerald Lake Lodge heeft een fantastische ligging, maar dat gedoe met die shuttle is toch wel een beetje vervelend.
Rond 22.40u zijn we eindelijk op onze kamer. Ik wil dolgraag nog in de hot tub. Op een drafje trekken we onze badkledij aan en we rennen half naar de hot tub. Op dit uur is de hot tub volledig verlaten en we genieten van de weldoende warmte onder de nachtelijke sterrenhemel (eigenlijk is er op dit tijdstip nog te veel licht in de lucht om goed sterren te kunnen zien).
Normaal sluit de hot tub om 23u, maar het vriendelijke personeel van Emerald Lake Lodge komt ons zeggen dat we ons niet moeten haasten en we nog wat langer mogen blijven weken. We maken dankbaar gebruik van het aanbod.
Helemaal opgewarmd kruipen we na alweer een lange en vermoeiende dag in ons bed.
Icefields Parkway en aankomst in Emerald Lake Lodge – 31 juli 2015
Tijdens onze laatste nacht in Jasper wat beter geslapen, al die lichaamsbeweging zal zijn vruchten afgeworpen hebben. Toch lichte spierpijn deze ochtend en wat last van mijn rechterknie, misschien toch wat te enthousiast geweest bij het dalen.
Geen eieren bij het ontbijt voor mij vandaag. Ik bestel een granola en yoghurt bij Papa George’s. Mijn vriend bestelt de pancakes en krijgt me daar een enorme portie op zijn bord. Ik offer me graag op om hem bij te staan de drie reuzepannenkoeken soldaat te maken.
Op aanraden reden we het eerste stuk van onze rit naar Emerald Lake via de 93A. We zouden een goeie kans hebben om hier wildlife te spotten. Wij spotten echter helemaal niks. Jammer. De beren zitten duidelijk liever in het bos dan zich aan ons te tonen. Het is trouwens alweer fantastisch mooi weer en heerlijk warm. Misschien liggen die beren gewoon ergens in de schaduw te puffen.
We stoppen onderweg aan de samenvloeiing van de Whirlpool en Athabasca rivieren. Met onze flipflops gaan we het water in. Dat is ijs- en ijskoud. Gesmolten gletsjerijs, ideaal om wakker te worden, moest je dat nog niet zijn.
We rijden verder naar de Athabasca falls. Mooie, krachtige waterval met een prachtige regenboog, maar nogal toeristisch naar mijn goesting. Het is drummen om een selfie bij de waterval te maken. Het lukt me niet om met mijn 24-70 mm lens de ganse waterval in beeld te krijgen. Gelukkig biedt de gopro uitkomst. Via de tablet van mijn vriend concentreren we op de wifi van de gopro en zo maken we enkele leuke beelden en filmpjes.
Ook vandaag hebben we een flinke rit voor de boeg, we proberen dus de stops zo kort mogelijk te houden. Lunchen doen we rond 13u bij Sunwapta Falls in een soort van zelfbedieningsrestaurant, waar je eerst aanschuift om je drank en koude gerechten uit de toog te nemen, maar waar de warme gerechten aan tafel gebracht worden. Ik waag me voor de allereerste keer deze reis aan een burger, een portobello burger dan nog wel! Mijn vriend gaat voor de salmon burger. Allebei zeer lekker, het mag gezegd. Ook fijn dat we buiten op het terras kunnen lunchen, al is het te warm om in de zon te zitten.
We rijden de Icefields Parkway verder af en genieten van de fenomenale uitzichten. We stoppen om de haverklap om foto’s te nemen. Achter elke bocht ligt een nog mooier vergezicht. Geweldig.
Rond 16u komen we aan bij het Columbia Icefield en de Athabasca gletsjer. Onze hoofdactiviteit van de dag is een ritje met de Ice Explorer op de gletsjer. We schuiven aan om een ticketje te kopen voor het Glacier Adventure en verwachten minstens een uur te moeten wachten alvorens te kunnen vertrekken. Maar hey, we hebben blijkbaar geluk we krijgen toegangstickets voor 16.15u. Het is 16.04 en wij staan nog op sandalen en in korte mouwtjes. De dame aan de kassa verzekert ons echter dat de gletsjer best te bezoeken valt op wandelsandalen. De kou op de top van Whistlers Mountain ben ik echter nog niet vergeten, dus mijn vriend spurt naar de auto heen en terug om onze windstoppers te halen. Just in time!
We worden eerst met een gewone bus naar het vertrekpunt van de rit met de Ice Explorer gebracht. Rijden met de Ice Explorer is op zich al een hele belevenis. Er zijn maar een dertigtal van deze vehikels gebouwd in de wereld. Allemaal in het jaartal 1982. Onze chauffeur, de bijzonder grappige Tall Mike, verzekert ons echter dat de voertuigen door uitstekende mecaniciens onderhouden worden. Het merendeel van deze voertuigen wordt ingezet voor het vermaak van toeristen tijdens het Glacier Adventure, één Ice Explorer doet dienst voor wetenschappelijk onderzoek in McMurdo Station en de laatste is een promotievoertuig om reclame te maken voor het Glacier Adventure. Eén Ice Explorer kost 1,3 miljoen Canadian dollar en één wiel van een Ice Explorer kost 3000 dollar (elke Ice Explorer heeft zes wielen).
Tall Mike beweert dat de banden van het voertuig zo ontworpen zijn dat ze de gletsjer zelf geen schade berokkenen. Om te vermijden dat de voertuigen partikels van elders op de gletsjer achterlaten, rijden alle voertuigen eerst door een beek met stromend water. Of dit echt het beoogde effect heeft, durf ik te betwijfelen, maar Tall Mike heeft een punt wanneer hij zegt dat er genoeg andere invloeden zijn die een negatief effect op de gletsjer hebben.
Het spectaculairste moment van de rit is de ongelooflijke helling van 32 procent (neen, geen typfout) die we moeten nemen om de gletsjer te bereiken. Yikes! En dan is het eindelijk zover. We mogen uitstappen en een kwartier lang op de Athabascagletsjer rondlopen. Echt fenomenaal om met sandalen en blote benen op een gletsjer te staan. In IJsland is het er niet van gekomen. gelukkig zijn de weergoden ons in Canada beter gezind!
Dat kwartiertje is uiteraard veel te snel voorbij en na nog een allerlaatste foto nemen we opnieuw plaats in de Ice Explorer voor de terugrit langs diezelfde ijzingwekkend helling. Oja, nog interessant om mee te geven. De ongelooflijk blauwe kleur die meren zoals Lake Louise hebben, wordt veroorzaakt door rock flour (zeer fijn steenstof dat door de bewegingen van de gletsjer over de rotsen wordt geproduceerd). De breking van het licht verandert door de aanwezigheid van het stof waardoor de kleuren zo fenomenaal zijn. Rivieren met heel veel rock flour zijn trouwens wit van kleur.
Als afsluiter nog een klein grapje van Tall Mike. Waar staat de naam van het stadje Jasper voor? Just Another Small Place Extracting Revenue.
Deze trip naar de gletsjer en terug samengevat in één woord. Awesome!
We twijfelen nog even om een korte wandeling naar het uiteinde van gletsjer te maken, maar er steekt een koude wind op en we hebben nog een serieuze rit voor de boeg. Onderweg stoppen we om te tanken (de tankstations zijn in de natuurparken niet bepaald dik gezaaid). Het is ongeveer etenstijd, dus ik stel voor om even naar het aanbod te kijken. Het dinner buffet ziet er erg aantrekkelijk uit, maar we krijgen de mededeling dat we 20 minuten moeten wachten op een tafel. Mijn vriend ziet het niet zitten om twintig minuten van onze kostbare tijd te verspillen. Verder dus.
Mijn maag begint ondertussen erg te rammelen en mijn humeur zakt zienderogen tot daar opeens een bord opduikt dat ons de weg wijst naar de Num Ti Jah Lodge. Een zeer mooie lodge gelegen aan de oevers van het Bow Lake en met uitzicht op de Bow Glacier. We moeten tien minuten wachten (tot 20u) voordat we een tafel kunnen krijgen in de Elkhorn Dining Room, maar ditmaal houden we vol. We wandelen even tot aan de oevers van het Bow Lake en terug en onze tafel is klaar.
Ik heb gehoord dat het rundvlees in Canada zo lekker is, dus ik bestel voor de eerste maal deze reis beef tenderloin. Zonder overdrijven, fenomenaal lekker stukje vlees. Heerlijk sappig, goed gekruid, maar niet te veel. Fantastisch!
Rond een uur of tien komen we eindelijk aan bij Emerald Lake. Enfin ja, we parkeren onze auto op de guest parking en staan ons net af te vragen hoe we in godsnaam bij de Emerald Lake Lodge moeten geraken wanneer er een shuttle busje opduikt dat ons en onze bagage netjes aflevert aan de receptie en ons na het inchecken afzet voor ons eigen huisje dat opgedeeld is in vier logeerkamers met bijhorende badkamer.
Het is ondertussen al flink donker, dus veel zien we niet van onze omgeving. Onze kamer ziet er gelukkig fantastisch uit met een eigen zithoek en hout dat klaarligt om een haardvuur aan te maken (lijkt ons wat overdreven met temperaturen die in de buurt van de dertig graden komen). Ik kan haast niet wachten om het eilandje waarop Emerald Lake Lodge ligt, morgen verder te verkennen!
Jasper National Park – 30 juli 2015
Alweer een suboptimale nacht. Omdat wij soms liever lui dan moe zijn, maken we het onszelf makkelijk en ontbijten we opnieuw bij Papa George’s. Ik bestel ditmaal de eggs benedict met zalm. Het smaakt me minder dan gisteren, de kok heeft ditmaal wat overdreven met de sauce hollandaise. Ik laat een grote kwak op mijn bord liggen.
Het ziet ernaar uit dat het vandaag een mooie en zonnige dag wordt. Ideaal om de Jasper Skytram te nemen die ons langs de flanken van Whistlers Mountain omhoog zal voeren. Het ritje met de Skytram duurt amper 7 minuten. We zijn duidelijk niet de enigen die wilden profiteren van het mooie weer, onze gondola zit stampvol mensen. Tijdens de 7 minuten naar boven krijgen we uitleg van een vriendelijke jobstudent over de ons omringende bergen.
Dat we op die 7 minuten fel gestegen zijn, moge duidelijk zijn. Bij het grondstation was het nog een gezellige 23 graden, boven halen we amper de 12 graden. Al een geluk dat we zo slim waren om onze windstoppers mee te nemen. Vanaf het aankomststation van de SkyTram wacht ons een steile klim van 2300 naar 2500 meter hoogte. Laat het er ons op houden dat ik heel veel gepuft heb. Voor een lange wandeling draai ik mijn hand niet om, maar zulke steile hellingen zijn mijn kuiten niet gewoon. De beloning was echter groot: wat een fabelachtig uitzicht op Jasper en de omringende bergen. Ik kan amper ophouden met foto’s maken.
De fotograaf die we aanspreken om een foto van ons tweetje te nemen, geeft nog wat gratis fotografietips mee. Hij is een grote voorstander van het gebruik van HDR in deze omstandigheden. Ik heb effectief een HDR functie op mijn toestel, maar ben zelf eerlijk gezegd niet zo’n grote fan van HDR. Het resultaat ziet er altijd wat artificieel uit en je moet je toestel enorm goed stil houden als je geen statief bij hebt. Enfin, ik zal het eens een kans geven en de resultaten vergelijken met mijn andere foto’s. [nvdr: de meeste HDR foto’s die ik vanuit de losse hand nam, vond ik gewoon niet scherp genoeg, geen HDR zonder statief dus, voor mij]
We klauteren op wat rotsen voor wat leuke kiekjes, vangen een glimp op van Mount Robson die even van tussen de wolken komt piepen en vatten vervolgens de terugweg naar de gondola aan. Onderweg vragen we een vriendelijke meneer nog een foto van ons beiden te maken. De heer heeft toch alle tijd van de wereld, want zijn vrouw is nog bezig met de afdaling.
Na een kort ritje met de SkyTram staan we terug beneden. Een ritje heen en terug met de SkyTram kost 37 Canadian dollar. Een flinke smak geld voor 14 minuten, zou je denken, maar de klim en het fantastische uitzicht maken dat dit een faire prijs is voor wat je krijgt. Een aanrader.
Bij het binnenrijden van Jasper National Park twee dagen geleden kregen we een handige brochure met een aantal voorstellen voor een dagplanning. Het is ongeveer middag en wij beginnen nu aan de dagplanning. We rijden doorheen Jasper naar Miette Hot Springs, de heetste hot springs van de Rocky Mountains. De temperatuur van het water kan oplopen tot 53.9 graden. Gelukkig wordt het water in de thermale baden voor de bezoekers afgekoeld tot 39 graden.
Onderweg naar Miette Hot Springs spotten we eindelijk nog eens wat wildlife dat de moeite waard is. Langs de kant van de weg liggen een paar prachtige rendieren te herkauwen. En nog wat verder lopen er een paar berggeiten op hun gemak op de pechstrook. Tip: je weet dat er wildlife in de buurt is, wanneer je een ganse hoop auto’s stil ziet staan langs de weg zonder dat er een stopplaats in de buurt is. Meestal zwermen er rond die auto’s ook een paar mensen met fototoestellen rond.
Rond 14.15 zijn we bij Miette Hot Springs. Onze magen rammelen. Het blijft moeilijk om een gezonde regelmaat in ons eetpatroon in te bouwen. Vlakbij de baden is er gelukkig een lodge met een bijhorend restaurantje. Het dagaanbod ziet er niet slecht uit en we besluiten het erop te wagen. We zijn een beetje verrast vast te stellen dat we in deze uithoek op een Grieks restaurant gestuit zijn met authentieke Griekse specialiteiten op de kaart.
Ik ga voor de lunchsuggestie, de tuna sandwich en mijn vriend voor (rarara) een burger. We genieten van het zonnetje op het mooie met bloemen versierde terras. Tijdens onze lunch lopen er op hun dooie gemak een stuk of tien berggeiten langs. Eerst zijn we nog voorzichtig, maar we merken dat de beesten zich bijzonder goed laten benaderen (ik vermoed dat ze, ondanks de verbodsborden die overal staan, nu en dan wat toegestopt krijgen).
Blijkbaar ontbreekt in het dieet van berggeiten zout en laat wagens na de lange Canadese wintermaanden nu eens een goeie bron van zout zijn. We zien dus de geiten samen gezellig aan de wagens op de parking likken.
Na de lunch is het tijd voor wat lichaamsbeweging. De brochure raadt ons de ‘moderately challenging’ Sulphur Skyline Hike aan. Een wandeling van heen en terug zo’n 8 km. Op het bord van de wandeling staat dat je de eerste helft maar liefst 700 meter stijgt, de tweede helft daal je langs hetzelfde pad weer naar beneden. We twijfelen even, maar ‘moderately challenging’, dat moet toch doenbaar zijn?
Ik kan jullie bij deze meegeven dat de Canadezen gans iets anders verstaan onder ‘moderately challenging’ dan ik. My god, wat een zware wandeling. Het pad gaat steil omhoog, op geen enkel moment kan je even recupereren op een vlak of dalend stuk. Klimmen, klimmen, klimmen, vier kilometer aan een stuk. Mijn kuitspieren beginnen te protesteren en mijn hoofd ziet ongetwijfeld knalrood. We moeten meermaals een rustpauze inlassen of worden daar min of meer toe gedwongen wanneer we een soort parelhoen zien passeren op onze weg. Verder zien we naar goede gewoonte heel veel squirrels en chipmunks.
Wanneer we aankomen op een plek waar een grote witte steen ligt en we een groep hikers eten zien klaarmaken op een kampvuurtje denken we dat we er zijn. Helaas, de applicatie op de smartphone van mijn vriend duidt de top nog een stukje verder aan. Het venijn zit zoals altijd in de staart: het laatste stuk is zo mogelijk nog steiler dan het voorgaande met als extra moeilijkheidsgraad dat het nu klimmen op losliggende kiezelstenen is. Spannend.
Na heel veel gezucht, gekreun en geklaag (van mij dan toch, mijn vriend lijdt in stilte) bereiken we de top. Met dank aan de vele aanmoedigingen (nog zoveel meter…) van mijn vriendje. Het is duidelijk dat ik niet veel klimervaring heb, maar wat een ongelooflijk uitzicht. Nu begrijp ik waarom de brochure deze wandeling aanraadt. Al vraag ik mij nog altijd af wat die Canadezen dan wel onder challenging verstaan.
We zijn wat fotootjes van elkaar en van het uitzicht aan het maken wanneer een koppel met hun vier kinderen vlak na ons de top bereikt. Ze vragen vriendelijk om een familiefoto van hen allen te maken. Al is dat duidelijk niet naar de zin van Christian, de oudste zoon die overduidelijk aan het puberen is. De klimmers blijken uit Minneapolis afkomstig te zijn. De vader vertelt dat ze de dag voordien met hun campervan uit hun thuisstad Minneapolis vertrokken zijn en door pech pas deze nacht om 2 uur gearriveerd zijn. Ik complimenteer hem en zijn gezin op hun fitheid, ik denk niet dat ik zo’n berg op zou geraken zonder een fatsoenlijke nachtrust.
Het voordeel van een hele steile klim is dat de terugweg een eitje is. Aan een stevig tempo gaan we terug naar beneden. Enfin ja, het eerste stuk met de kiezel gaan we behoorlijk traag naar beneden, we hebben geen zin om uit te glijden en op ons gezicht te vallen. Eens we echter het bospad bereiken gaat het snel. Om 19.30u zijn we beneden. In totaal hebben we net geen vier uur over deze hike gedaan. We vertrokken om 15.40u.
De klim was een hele uitdaging voor mij, maar achteraf gezien ben ik toch blij dat ik heb doorgezet. Na zo’n inspanning hebben we wel een lekker avondmaal verdiend! We wandelen op een rustig tempo (mijn kuiten beginnen flink zeer te doen) naar het café van Miette Hot Springs. Het aanbod daar ziet er echter bijzonder teleurstellend uit. En het café zelf ziet er ook niet zo proper uit. Gelukkig kunnen we uitwijken naar dezelfde Griek waar we deze middag al geluncht hebben.
Ditmaal ga ik voor de moussaka. Ben normaal niet zo’n echte fan van dit gerecht, maar als er één plek is waar ze weten hoe een moussaka te bereiden, zal het wel in een authentiek Grieks restaurant zijn. Mijn vriend kiest voor de kip souvlaki. Excellent choices, zegt de dienster, die me in één moeite door complimenteert met mijn oorbellen (die fooi, weet u wel).
Het diner smaakt enorm! De strawberry daiquiri is de kers op de taart:
Op naar de Miette Hot Springs om onze spieren wat te laten ontspannen in het warme water. Het is nodig, want ik voel ze nu al opstijven. De kleedruimten mochten wel wat properder zijn (is altijd een probleem bij dit soort badfaciliteiten, er wordt gewoon niet genoeg gekuist, alleen bij de Blue Lagoon en in de Japanse onsen was alles mooi netjes).
De baden doen deugd, maar het is wel jammer dat er chloor wordt toegevoegd aan het badwater. Maakt dat ik toch twijfel aan de zogezegd heilzame werking van het badwater. Om wat af te koelen maak ik gebruik van de koude baden en oh boy, het contrast is groot met het warme water. Maar hey, wisselbaden schijnt goed voor de gezondheid te zijn.
Na een uurtje in de baden waarbij we de hemel langzaam donker zien worden en onze vingers rimpelig, vinden we het welletjes. We vatten de nachtelijke rit naar Jasper aan onder een prachtige volle maan.
Wat een schitterende dag!
Jasper National Park – 29 juli 2015
Zoals te verwachten, geen al te goeie nacht gehad. Te warm, te veel lawaai. Ik ga toch eens moeten overwegen met oorstopjes te slapen. Mijn vriend doet dat al jaren, maar zegt wel dat het even wennen is. Dus wellicht is het geen strak plan om hiermee tijdens een vermoeiende vakantie te beginnen.
We ontbijten bij Papa George’s, het restaurant vlak naar ons hotel. Ik ga voor de eggs benedict met spinazie en tomaat. Love me some eggs benedict! Om het voedselprobleem van gisteren te vermijden, willen we wat koffiekoeken kopen bij de bakker vlakbij ons hotel. We zijn duidelijk niet de enigen met dit idee. Er staat een gigantisch lange rij wachtenden. Te lang voor ongeduldige zielen zoals wij. We lopen een beetje verder naar een kruidenierszaak in de hoop daar wat droge koeken en noten te kopen. Het blijkt echter een heuse zoektocht om iets min of meer gezond te vinden. De enige ongezouten noten die we vinden zijn een doosje amandelen. Dat nemen we dan maar mee, samen met wat multigranenrepen en twee tabletten chocolade.
Onze eerste stop is het Hanging Valley Viewpoint, waar tijdens de laatste ijstijd de Athabasca gletsjer en de Maligne gletsjer elkaar ontmoetten. We genieten van het mooie uitzicht op de omgeving en kunnen meteen vaststellen dat Jasper National Park een drukke toeristische plek is: er stoppen vlak na ons een paar toeristenbussen. Zijn we niet meer gewoon na ons verblijf bij Lac Le Jeune.
Volgende halte: Maligne Canyon. Fabuleuze plek! Het resultaat van eeuwen erosie. Echt schitterend. We maken een korte wandeling van iets meer dan een half uur door de canyon en doen ons best om dit natuurwonder zo goed mogelijk vast te leggen. Wat niet evident is in deze contrastrijke omgeving.
We rijden verder naar Medicine Lake. We zijn echter nog geen twee minuten uit de wagen of we worden overvallen door een dikke regenbui. We vluchten terug de wagen in en besluiten bij het terugkeren (er is maar één weg die naar Maligne Lake voert en die loopt daar dood) opnieuw onze kans te wagen.
Het grauwe grijze weer past anders perfect bij de omgeving waardoor we rijden. In de omgeving van Medicine Lake heeft onlangs een stevige bosbrand gewoed. De zwartgeblakerde boomstammen geven het landschap iets dreigends en de regen maakt dat de geur van verbrand hout heel goed waarneembaar is. Bijzonder.
De ganse rit naar Maligne Lake blijft het weer extreem wisselvallig. Langs de kant van de weg zien we regelmatig waarschuwingsborden voor overstekend wild, maar wij zien helemaal niets. Geen eland, geen hert, geen kariboe en al zeker geen beer. Awoert.
Aangekomen in Maligne Lake lijkt het erop dat de laatste druppel regen gevallen is, we zien schuchtere stukken blauw tussen al het grijs. We lunchen in Lake View Restaurant, een zelfbedieningsrestaurant met veel zitplekken en een prachtig uitzicht op het meer. Het aanbod stelt niet zo heel veel voor, maar wij hebben gelukkig ook niet zo heel veel honger. Mijn vriend eet een slaatje en ik een yoghurt met granola.
Na de maaltijd kopen we een ticketje voor de boottocht op het meer die ons naar Spirit Island moet brengen. De boottocht staat geafficheerd als ‘the best cruise in the world’. Hopelijk maken ze dat waar, want de prijs is navenant.
We moeten een half uurtje wachten voordat we aan boord kunnen gaan en brengen die tijd door op een bankje in de zon. Yep, de zon lijkt de regen definitief overwonnen te hebben. Aan boord van ons ‘cruise ship’ worden we vriendelijk welkom geheten door onze Australische gids. Zij vertelt dat er veel Australiërs in Canada werken. Interessant om weten.
De boottocht is echt een groot succes. Aan de dure kant, maar absoluut een aanrader. De kleur van het meer is een prachtig turquoise. Fenomenaal. De Australische slaagt erin om de uitleg kort en boeiend te houden. Hoogtepunt is natuurlijk het bezoek aan Spirit Island. Helaas blijkt dat we Spirit Island zelf niet mogen betreden wegens te fragiel. We voelen ons toch een klein beetje het slachtoffer van false advertising. We mogen wel aan de overzijde van dit schiereiland (yep, Spirit Island is niet eens een echt eiland) uit de boot stappen om te proberen die éne iconische foto te reconstrueren.
Tien minuutjes hebben we om het perfecte kiekje te maken. Net op het moment dat we terug aan boord van de boot gaan, begint het alweer te druppelen. Perfecte timing, alweer. Gelukkig laten we het regenweer achter ons en schijnt de zon wanneer we opnieuw aanmeren bij het Lake View Restaurant.
Aan boord had onze Australische gids gezegd dat de wandeling naar Moose Lake een goeie kans bood om elanden te zien. Onze wildlife count kan wel een boost gebruiken, dus beginnen we vol verwachting aan de wandeling. Helaas, de elanden hielden zich goed verstopt. Dit in tegenstelling tot de muggen, die talrijk aanwezig waren rond het meer. Ondanks die anti-insectenspray met 25% DEET werd ik verschillende keren gestoken met als resultaat een mooie collectie rode bulten.
Na deze ietwat teleurstellende wandeling reden we opnieuw richting Medicine Lake. Onderweg zagen we een hele hoop wagens kriskras langs de weg geparkeerd staan en een hoop volk met fototoestellen. Zou iemand wildlife gespot hebben? Kuddebeesten als we zijn, stoppen wij ook. Blijkbaar is er zonet een beer gespot. Helaas is het beest ondertussen alweer in het dichte struikgewas verdwenen. Onze eerste near bear miss.
We rijden verder en jawel, het begint opnieuw te regenen. Maar ditmaal hebben we geluk. Net wanneer we zijn Medicine Lake zijn, komt de zon erdoor en kunnen we enkele mooie foto’s maken. De geur van verbrande bossen krijgen we er gratis bij.
Alvorens op zoek te gaan naar een plek voor het avondmaal stoppen we nog even bij Pyramid lake waarin het schattige Pyramid Island ligt. We lopen het eilandje helemaal rond en spotten nog wat chipmunks en squirrels.
Bij het binnenrijden van Jasper zien we opnieuw een regenboog. Dat is het voordeel van zo’n wisselvallig weer, natuurlijk, veel regenbogen.
Via tripadvisor (what’s new?) belanden we voor het avondmaal in Fiddle River restaurant. Het restaurant is gelegen op de eerste verdieping van het gebouw en heeft een prachtig uitzicht op de bergketens die Jasper omringen. Helaas is er voor ons geen plekje meer vrij aan het raam. We krijgen een tafeltje toegewezen vlakbij een feestend bruidspaar en familie. Wel leuk om de dynamiek van dit gezelschap stiekem te bestuderen.
Ik bestel een red snapper en mijn vriend een bisonlasagne (een vegetarische lasagne met mozarella). Het glaasje witte wijn dat ik bij mijn maaltijd drink is te zoet naar mijn smaak, maar de vis is heerlijk. Via het wifi-netwerk van het restaurant kunnen we even online (internettoegang is over het algemeen heel beperkt hier) en zo verneem ik dat er op het Franse Réunion hoogstwaarschijnlijk een brokstuk van de MH370 gevonden is. Het mysterie van het verdwenen vliegtuig zal dan toch eindelijk opgelost geraken.
Het internet gaat hier behoorlijk vlotjes, dat zijn we niet meer gewoon, dus blijven we nog plakken voor een after dinner drankje en een dessert. Ik bestel een berrie crumble en een cosmopolitan. Mijn vriend probeert een whiskey maple sirup liquor. Zoet en straf, maar wel lekker
Op de terugweg naar ons hotel langs de hoofdstraat valt het ons op hoeveel souvenirwinkels Jasper wel niet telt. De ene na de andere en allemaal open tot ’s avonds laat (wij kwamen er rond 22u langs). Die kunnen toch niet allemaal winstgevend zijn?
Van Lac Le Jeune naar Jasper – 28 juli 2015
Vandaag nemen we afscheid van Lac Le Jeune Lodge, maar niet voordat we eerst van een stevig ontbijt genoten hebben met een berg scrambled eggs en fruit. Dit was tot nu toe onze beste accommodatie. Fantastische ligging, ruime kamers, geweldig uitzicht, heerlijk eten en supervriendelijke mensen. Aanrader.
We krijgen bij het uitchecken twee chocolate chip cookie cadeau. Een fijne geste. Die zullen we straks ongetwijfeld met smaak verorberen! We hebben een lange dag rijden in het vooruitzicht, richting Jasper met een kleine omweg langs Dawson Falls in Wells Gray Provincial Park. Een dikke zes uur rijden. De langste autorit van gans onze vakantie.
Het weer is nog altijd redelijk wisselvallig. Wij hopen tussen de wolken door een streepje zon op te vangen. Waar ik bij het plannen van deze trip geen rekening mee had gehouden, is dat de rijtijdinschattingen van Googlemaps te optimistisch zijn. Wij doen er stelselmatig langer over, wat maakt dat we altijd later arriveren dan gedacht. Zo zijn we pas rond 12.30u bij Dawson Falls, terwijl ik had gedacht er een uur eerder aan te komen.
Dawson Falls is een schitterende waterval die vanuit verschillende standpunten te fotograferen valt. De vergelijking met Niagara Falls vind ik er eerlijk gezegd wat over. Niagara Falls is een waterval buiten categorie waarmee slechts een paar andere watervallen ter wereld zich kunnen meten. Aangezien er in de verste verte geen eetgelegenheid te bespeuren valt, sneuvelen de chocolate chip cookies. Voldoende energie om van het plan af te wijken en nog een tweede waterval in Wells Gray Provincial Park te bezoeken, de Helmcken Falls.
Mijn reisgids vindt de Helmcken Falls geen vermelding waar, terwijl wij deze waterval indrukwekkender vinden dan de Dawson Falls. Wellicht werden de Dawson Falls enkel vermeld omdat ze als bijnaam ‘Little Niagara’ hebben. Tsss. De Helmcken Falls zijn de vierde hoogste waterval van Canada. Het water stort 137 meter naar beneden in een fantastische canyon waarin de verschillende lagen van het lavagesteente duidelijk zichtbaar zijn. We weten niet waar eerst kijken.
Het is 14.30u wanneer we ons bezoek aan Helmcken Falls beëindigen. We hebben ongelooflijk veel geluk. Het begin te regenen net een paar minuten voordat we terug aan onze wagen zijn. Mijn planning mag dan wel niet meer kloppen, qua timing had het moeilijk beter kunnen uitkomen.
Het chocolate chip cookie is ondertussen verteerd en het wordt dringend tijd om onze lege magen te vullen. We moeten echter helemaal terug rijden tot aan de ingang van Wells Gray Provincial Park voordat we enkele eetgelegenheden tegen komen. Het is ondertussen 15.30u. We komen terecht in het uiterst charmante eetcafé Strawberry Moose. Ik eet een rode warp met tonijnsla (de tonijnsla is speciaal voor mij vers bereid) en drink daarbij een strawberry smoothie. Aja! Het weer is weer helemaal omgeslagen en we genieten van een fijn zonnetje op het terras.
We hebben nog een rit van 3u en 30 minuten voor de boeg. Een mooie rit, dat moet ik toegeven met afwisselend regen en zon. Nog nooit zo’n wisselvallig weer meegemaakt. Al is het om de bosbranden in te tomen natuurlijk heel goed dat er wat regen valt. We rijden op prachtige wegen, alleen valt het ons op dat de uitkijkpunten nooit op de mooiste plekken liggen en dat het uitzicht vaak belemmerd wordt door bomen. Beetje jammer.
De rit zelf verloopt verder erg rustig. Er is weinig personenverkeer, maar wel veel vrachtverkeer. Onderweg moeten we onze klok een uurtje verder zetten. We rijden een andere tijdszone binnen. Zo rond 21u zijn we dan eindelijk in Jasper, waar we welkom worden geheten door een mooie regenboog. Een goed begin van onze driedaagse in Jasper National Park!
We checken snel in bij Astoria (de kamer valt op het eerste zicht tegen, klein, warm, donker en niet zo proper). We trekken er ons niet al te veel van aan en gaan half in looppas naar Kimchi House. Ja, ik beken, een bezoekje aan deze Koreaan stond al ingepland lang voordat we het vliegtuig op stapten.
We bestellen een dinner for two en krijgen een rijkdom aan Koreaans specialiteiten voorgeschoteld: Kun Man Doo (gefrituurde dumplings), Woo dong (wonton soep), Bulgogi (heerlijk zoet rundvlees) en spicy dak bulgogi (chicken). Zelfs om 21.30u met razende honger krijgen wij al deze heerlijkheden niet overwonnen. Absolute aanrader, dit restaurant.
Ons hotel daarentegen is geen aanrader. Vooral de badkamer ziet er afgeleefd uit en de jacuzzi nodigt niet meteen uit tot uren weken. Onze kamer heeft ook een heel raar aircosysteem. Er is een aparte draagbare airco die met een slang lucht aanzuigt door het raam. Om de slang te kunnen bevestigen hebben ze een extra plank tussen het schuifraam gestoken met een op maat gezaagd gat. Het gevolg van dit bricoleerwerk is dat het schuifraam niet meer kan gesloten worden, want er zit een buis tussen. En dat zou aanvaardbaar zijn ergens in een lodge in een natuurpark, maar we zitten aan de straatkant in het centrum van de stad met op een paar meter afstand een hele reeks treinsporen (en er rijden heel veel goederentreinen in Canada). De enige manier om het lawaai min of meer buiten te sluiten, is de slang loskoppelen en het venster (enkel glas, onvoorstelbaar) dicht te schuiven. En dan maar puffen. Enfin ja, dit wordt een interessante tripadvisor review om te schrijven.
Nog een kleine ergernis, nu ik dan toch bezig ben, waarom heeft bijna geen enkele hotelkamer een centraal licht? Al de kamers tot nu toe hadden enkel twee lampen op de nachtkastjes naast het bed. Lampen die enkel met een moeilijk te bedienen en slecht vindbare draaiknop aan en uit te zetten zijn. Waarom, Canada, waarom?
Secwepemc Museum en kanovaren op Lac Le Jeune – 27 juli 2015
Zalig geslapen en pas uit de veren om 7u. We worden hier nog langslapers! Ditmaal geen warm buffet bij het ontbijt, maar we hebben de mogelijkheid om à la carte te bestellen. Ik ga voor spiegeleieren en pancakes. Een zeer stevig ontbijt waarmee ik voldoende energie tank voor de rest van de dag. Oja, wat extra fruit mag natuurlijk niet ontbreken.
Lac Le Jeune Resort is volledig omringd door vogelkastjes en vlak aan de ingang hangen verschillende voedersilo’s met zaadjes waaraan overvloedig veel vogels zich te goed doen. Nog een beetje verder liggen zaden in een voederbak waarop massaal veel squirrels en chipmunks afkomen. We voelen ons een beetje onnozel omdat we de dag voordien nog trots tegen de eigenaar zeiden dat we een paar chipmunks gezien hadden. Nu begrijp ik zijn eerder lauwe reactie. De chipmunks lopen je hier letterlijk voor de voeten.
Omdat ik gisteren zo teleurgesteld was dat het Secwepemc Museum en Heritage Park gesloten was, besluiten we vandaag terug te keren. De zon is vandaag gelukkig wel van de partij.
Het museum is interessant, maar het is erg gedateerd. De opstelling is volgens mij in geen 30 jaar meer vernieuwd geweest. En het filmpje dat we te zien krijgen, is overduidelijk overgenomen van een stokoude videotape die al veel te veel keren is afgespeeld. Een update van het ganse museum is meer dan wenselijk. Wel jammer, want het potentieel is er. Misschien zouden andere openingsuren ook al meer bezoekers trekken en inkomsten genereren om aan vernieuwing te doen.
Oja, we komen in het museum wel meer te weten over pater Le Jeune, de man naar wie het meer en onze lodge vernoemd zijn. Eén van de missionarissen die de First Nations kwamen christenen.
Voor het Heritage Park geldt hetzelfde. Hoewel het gras duidelijk nog niet lang geleden gemaaid is, staan de meeste reconstructies van traditionele woningen op instorten. Slechts één reconstructie van een woning is toegankelijk. Het struikgewas in de tuin kan ook wel een snoeibeurt verdragen. Jammer.
We hebben allebei zin in sushi, dus zoeken we via tripadvisor een sushirestaurant in Kamloops. We komen terecht in Sushi Arigato en laten ons verleiden door de all you can eat formule. Hierover kan ik kort zijn. Dikke teleurstelling. Welk zichzelf respecterend Japans restaurant durft je ramen voorschotelen als je udon besteld hebt?
Bij het afrekenen met mijn credit card, hebben we voor de eerste keer het probleem waarvoor Goofball ons had gewaarschuwd. De machine gaf aan dat mijn pincode verkeerd was. Mijn eurocent valt niet direct en ik ben zo dom om nog een tweede keer met dezelfde code te proberen. Gelukkig herinner ik me Goofball’s goeie raad op tijd en rekenen we cash af. We rijden vervolgens naar onze favoriete superstore om geld af te halen en zo het aantal pogingen op mijn credit card te resetten.
Het is nog steeds mooi weer, zij het een beetje aan de frisse kant. Mijn fleece kan ik goed verdragen. We laten ons echter niet doen door een fris briesje en huren een kano om het wildlife van dichterbij te bewonderen. Onze gastheer verzekert ons dat we zeker het symbool van de Canadese 1-dollarstukken zullen tegen komen: de loon, een mooie watervogel met een opvallend zwartwit verenkleed, rode ogen en een heel markante roep.
En we worden niet teleurgesteld. We zien maar liefst drie vrouwtjes met hun jong. Loons zijn normaalgezien vrij schuchtere beesten, maar op Lac Le Jeune zijn ze gewoon aan mensen en laten ze zich makkelijk naderen Ik slaag erin enkele zeer goede close-ups te maken. We zien ook her en der een springende vis, maar door de felle wind zijn het er niet zoveel. Blijkbaar springen vissen het liefste uit het water als het windstil is. Vissen zijn rare beesten.
Het kano varen op zich is ook heel fijn. We genieten van de prachtige wolkenformaties aan de hemel en voelen ons echte jagers op zoek naar wildlife. Na het kanotochtje wandelen we opnieuw naar de beverburcht, maar de bevers hebben duidelijk besloten zich niet aan ons bloot te geven.
Het avondmaal in ons resort is vanavond à la carte. We gaan voor de zalm, aangevuld met groenten uit de saladbar. Uitstekend! Ik kan het niet laten om als dessert nog een exemplaar van die overheerlijke blueberry pie te bestellen.
We sluiten de avond af in de bar van het restaurant. Ik ben zo tevreden over mijn loon-foto’s dat ik dit vier met een glaasje drambuie (en nog eentje om het af te leren).
Een geslaagde dag.