Toen we opstonden scheen de zon en wij dankten de weergoden voor elke zonnestraal die onze richting uitkwam. Het ontbijtaanbod begon ons zo langzamerhand wel een beetje tegen te steken. Het aanbod was dan ook in elk hotel exact hetzelfde: haring, komkommer, paprika, schelletje kaas, hesp of salami, yoghurt en ontbijtgranen. Aangezien ik geen ontbijtgranen lust en ik ook niet zo’n fan was van de aangeboden charcuterie, betekende dat voor mij in de praktijk: haring, komkommer, paprika en yoghurt. Enfin ja, ik ben verwend, ik besef het. Maar had ik al gezegd dat de zon scheen?
Het gebied waar we vandaag naartoe reden was veel groener dan dat van de voorbije dagen. Veel vruchtbaarder ook, want we zagen meer boerderijen en hopen grazende koeien. Fantastisch om nog eens bomen te zien! Die bomenarmoede is trouwens gedeeltelijk de schuld van de vikingen die zich ergens in de negende eeuw in IJsland vestigden. Die eerste settlers zijn erin geslaagd op een dikke honderd jaar tijd alle bomen te kappen die er stonden. Het eiland draagt er nu nog altijd de gevolgen van.
Eerste stop van de dag: de Gullfosswaterval. Het was zo aangenaam warm dat ik het zelfs aandurfde mijn broekkousen uit te spelen. De Gullfoss was echt een prachtige waterval, maar tegelijkertijd was het duidelijk dat we op het meest toeristische stuk van onze rondreis beland waren (de Golden Circle, een populaire rondrit die veel toeristen doen vanuit Reykjavik). Heel veel volk aan die waterval. Volgens onze reisbeschrijving zou de Gullfoss even imponerend zijn als de Niagara Falls. Dat vond ik persoonlijk niet echt, maar ik was al blij dat de IJslanders er geen pretpark rondgebouwd hadden zoals de Amerikanen en de Canadezen.
We hielden een vroege lunchpauze op het terras bij het café/visitorcenter/souvenirshop van Gullfoss. Beetje genieten van de zon op ons gezicht. Ik ging nogmaals voor de IJslandse lamsvleessoep en mijn vriend at een geroosterde sandwich met ham en kaas. Een simpel en snel middagmaal.
Volgende halte: het Geysirgebied. Dit moet zowat dé topattractie zijn van IJsland, al is er momenteel nog maar één geiser die effectief spuit: de Strokkur (karnton). We voegden ons bij de wachtende massa en probeerden te gokken wanneer de Strokkur zou spuiten om dit fenomeen te filmen en te fotograferen. De Strokkur spuit zo om de vier à acht minuten, dus lang moesten we niet wachten, maar we maakten wel talloze filmpjes waarin helemaal niks gebeurde. Heel bescheiden hoogtes werden afgewisseld met een waterkolom tot wel 20 meter hoog. Een waarlijk indrukwekkend natuurfenomeen. Vlakbij bekeken we ook nog de borrelende Litli Geysir en de niet meer spuitende Geysir, die zijn naam wereldwijd leende aan het fenomeen geiser.
Terwijl we in de zon stonden te kijken naar de Strokkur geiser, pakten in de verte de donkere wolken zich samen. Een wandeling de berg op maken, leek ons niet meer zo’n goed idee, want de donkere wolken naderden snel en het werd merkelijk kouder. Terug naar de auto dan maar, kousen opnieuw aangedaan en jawel, even later begon het te regenen. We reden dan maar rechtstreeks naar ons Edda hotel gelegen bij het meer Laugarvatn. Alweer een Edda hotel. Ik moet zeggen dat ik niet echt fan ben van deze keten, maar goed, het slaapcomfort is ok en het ontbijt kan er ook mee door.
Aan het receptie werden we vriendelijk onthaald door een beetje een excentriek meisje. Ze zag eruit alsof ze zich dood zat te vervelen achter haar computer, want veel gasten had het hotel niet te oordelen aan het aantal auto’s op de parking. Het hotel leek mij gevestigd te zijn in een voormalig internaat. De foto’s van afgestudeerden aan de muren en iets wat leek op portretten van directeurs leken dit vermoeden te bevestigen. De sfeer in de gangen was echt die van een internaat. Niet echt gezellig, terwijl men nochtans wel moeite deed om de boel wat op te fleuren met planten en zo.
Op de kamer zaten we ons af te vragen wat te doen de rest van de namiddag/avond (‘t is niet dat er in de meeste van de plakken die we bezocht hebben een bruisend uitgaansleven is). Het Spa & Wellness complex Fontana leek een optie, maar de tripadvisor reviews waren minder dan lovend. Het zou nogal klein zijn en te duur voor wat het was. Ik las eveneens dat dit een typische stop was voor toeristen die de Golden Circle toer deden en besefte dat dit wellicht een toeristenval was. Iets anders dan maar. Maar eerst nog wat postzegels gaan kopen bij het rare meisje aan de receptie.
Het meisje was duidelijk dolenthousiast dat ze postzegels aan mij kon verkopen. Zeker toen ze het aantal postzegels dat ik nodig had, hoorde. “Goed dat ik vandaag net de postzegels geordend heb”, zei ze met een brede glimlach. Om vervolgens de mooi apart afgescheurde postzegels één voor één te tellen. Moet wel erg zijn als je op zoek moet gaan naar dat soort taakjes om je dag te vullen. Ik had met haar te doen.
Via tripadvisor vonden we restaurant Efstidalur in de buurt van Laugarvatn. We reserveerden een tafeltje en vertrokken voor een korte wandeling langs de oevers van het meer. Het was gestopt met regenen, maar het was erg fris. Warme kledij was dus noodzakelijk. Echt boeiend was de wandeling niet. Het enige wat bijzonder is aan Laugarvatn is dat de oevers op sommige plaatsen borrelen omdat er warmwaterbronnen in het meer uitkomen.
Na de wandeling vertrokken we naar restaurant Efstidalur. De reden dat we voor dit restaurant hadden gekozen was simpel: je kon er eten in een omgebouwde schuur die nog effectief deel uitmaakte van een functionerende boerderij met uitzicht op de koeien. Op het einde van de eetruimte was een glazen wand waardoor je naar beneden kon kijken hoe de koeien genoten van hun hooi als avondmaal. Wij hadden een tafeltje vlakbij de glazen wand. Heel speciaal.
En ja, wat bestelt een mens met uitzicht op malende koeienkaken: een goeie biefstuk natuurlijk. Mijn vriend ging voor een echte boerderijhamburger. Mijn vlees was supermals. Echt heerlijk. Op tripadvisor had ik gelezen dat het huisgemaakte ijs erg lekker was, dus bestelde ik een ijsje als nagerecht. Mijn vriend, geen grote ijsliefhebber, had wel zin in een stuk chocoladetaart.
Mijn ijsje werd al snel gebracht, maar het dessert van mijn vriend bleef spoorloos. Na tien minuten wachten, besloten we toch maar eens te informeren. Net op dat moment kwam de ober natuurlijk met de chocoladetaart uit de keuken. Ik heb het al eerder aangehaald in mijn reisverslagen. Op mij komt het over alsof het de IJslanders allemaal niet zoveel kan schelen. Een goeie service lijkt voor hen maar bijzaak. ’t Is al snel ‘goed genoeg’ in plaats van naar excellentie te streven. Een gemiste kans, vind ik persoonlijk.
Enfin ja, we hadden een fijne avond, daar niet van, maar het zou toch fijner geweest zijn als we allebei tegelijkertijd ons dessert hadden gekregen. Wie in IJsland op zoek is naar een unieke dineerervaring is bij Efstidalur zeker aan het juiste adres. Doe de koeien de groeten van mij.
De rest van de avond brachten we door met het schrijven van kaartjes. Het meisje aan de receptie was dolgelukkig toen ik haar de ochtend nadien het stapeltje kaartjes overhandigde. Had ze wellicht iets om alfabetisch te sorteren. 😉