29 juli 2014 – Jökulsarlón en Kirkjubæjarklaustur

Het zag ernaar uit dat het spreekwoord ‘derde keer, goeie keer’ deze dag voor ons bewaarheid zou worden. De weersvoorspellingen waren gunstig en stemden overeen met met onze eigen waarnemingen (wat in IJsland lang niet altijd het geval is). In de verte doemden bergen en gletsjers op die we de voorbije twee dagen niet hadden kunnen waarnemen. Na het ontbijt besloten we dus vol goeie hoop opnieuw de 90 km van het hotel naar het Jökulsarlón gletsjermeer af te leggen. Pas op, ik was erg tevreden van ons hotel: supercoole ligging in the middle of nowhere, leuke architectuur en lekker avondeten, maar een locatie iets dichter bij de belangrijkste attracties was wenselijk geweest.

Maar goed, we zagen nu onderweg wat meer, dus de vierde keer dat we dit stuk weg aflegden, voelde toch nog een beetje als nieuw aan. En jawel, wat een verschil bood de aanblik van Jökulsarlón met de dag voordien. De zichtbaarheid was een pak beter en we voelden zo nu en dan een druppeltje op onze neus neerdalen, maar daar maalden we niet om. Eindelijk hadden we na twee dagen wachten een goed zicht op de gletsjer Vatnajökull. Ik deed mijn legging opnieuw over mijn broekkousen aan, zette mijn muts op, trok mijn fleece aan met mijn regenjas erover en ik was klaar voor een tochtje met het amfibievoertuig.

We hadden heel veel geluk met de gids op het ambifievoertuig: een supersociale Spanjaard genaamd Jorge. Hij vertelde ons dat er uitzonderlijk veel ijsbergen en ijsschotsen in het gletsjermeer dreven omdat er drie dagen geleden een groot stuk van de gletsjer was afgebroken. De ijsbergen in het meer smelten langzaam tot ze licht genoeg zijn om naar zee af te drijven en daar hun laatste adem uit te blazen. De temperatuur van het water is twee tot vijf graden, afhankelijk van de hoeveelheid zeewater die zich met het gletsjerwater mengt. De blauwe kleur van het ijs ontstaat doordat dikke ijsbergen het licht niet langer doorlaten zoals gewoon ijs, maar het blauwe licht reflecteren.

Jorge was een boeiend verteller. Met veel animo bracht hij het verhaal van de domme Amerikaanse toeristen die het een romantisch idee vonden om te gaan picknicken op een ijsberg. Maar opgelet, zo’n ijsberg drijft sneller dan je op het eerste gezicht denkt. En tegen dat de toeristen aan hun dessert zaten, waren ze al een heel stuk afgedreven naar zee en moesten ze door de hulpdiensten gered worden van hun ijsberg. True story, althans volgens Jorge. We mochten ook een stukje van een authentieke ijsschots proeven. Heel helder en zuiver ijs. Ideaal om cocktails mee te maken.

We waren erg blij dat we toch nog de boottocht hadden kunnen maken in redelijke weersomstandigheden en ik bedankte Jorge in mijn beste Spaans voor zijn interessante uitleg.

Op de terugweg zagen we de verwrongen stukken metaal van de vorige brug over de gletsjerrivier Skeiðará liggen. In 1996 barstte de vulkaan Grímsvötn die onder het gletsjerijs van het nationale park Vatnajökull ligt, uit en veroorzaakte een ware vloedgolf van lava vermengd met smeltwater en ijsblokken afkomstig van de gletsjer. De vloedgolf sloeg twee bruggen en een stuk van de ringweg weg en beschadigde de meer dan 900 meter lange brug over de rivier de Skeiðará. Ondertussen is alle schade hersteld, maar de foto’s van de verwoesting waren bepaald indrukwekkend. Die IJslanders moeten wel erg veerkrachtig zijn om telkens na een ramp opnieuw aan de heropbouw te beginnen.

We consumeerden ons middagmaal in hetzelfde wegrestaurant als de dag voordien: soep, soep en een lekker stuk appeltaart. Niet echt een gezellige omgeving om te lunchen, maar we hadden er wel mee gegeten en op de parking konden we even meesurfen op de wifi van de Reykjavik Excursions bus naast ons. Veel van die tourbussen blijken tegenwoordig uitgerust te zijn met wifi. Wat een luxe!

We reden voor de vijfde en laatste keer deze reis opnieuw naar het Skaftafell Visitor Center om de wandeling naar de gletsjer te doen die we de dag voordien niet gedaan hadden. De wandeling was niet echt uitdagend (een gedeelte was zelfs rolstoeltoegankelijk), maar bracht ons wel vrij dicht bij de gletsjer die helemaal zwart zag van het vulkanische as. En tijdens de wandeling begon de zon zowaar te schijnen! Applaus!

Van Skaftafell was het nog een heel stuk rijden naar Kirkjubæjarklaustur. We wuifden even naar ons hotel toen we er voorbij reden en drukten de gaspedaal wat dieper in. Vijf keer hetzelfde stuk weg doen, was echt van het goede teveel.

In Kirkjubæjarklaustur gingen we linea recta naar de toerist info. We troffen een vriendelijke en behulpzame dame die ons een wandeling aanraadde langs de Systrafoss, zo genoemd naar een Benedictijner klooster dat hier vroeger stond. Fijn om eens een behulpzaam iemand te treffen.

De wandeling was echt prachtig. We begonnen aan de voet van de Systrafoss en klommen vrij snel omhoog naar het plateau. Wat ons daar wachtte was een schitterend uitzicht op Kirkjubæjarklaustur en omgeving. We konden in de verte de gletsjers zien liggen die we in de ochtend bezocht hadden. Magnifiek. De wandeling bracht ons langs Systravatn, een meer waarin twee nonnen verdronken zouden zijn. De nonnen werden volgens de legende door een geheimzinnige hand de diepte in getrokken op de plek waar zij altijd gingen baden.

Ik vond het meer er erg lieflijk uitzien en wat fijn om tijdens de wandeling de zon op ons gezicht te voelen. De ijzig koude wind werd er draaglijk door en wie durft over zo’n detail te klagen als de zon schijnt?

Na de wandeling sloegen we nog wat proviand in bij een winkeltje dat bij een camping hoorde. We kochten er wat noten, kókómjólk en hun hele voorraad postzegels (49 in totaal). Nu gaan die kampeerders geen kaartjes meer kunnen schrijven naar het thuisfront, de stakkers.

We reden verder naar het hotel langs een veld met pseudokraters zo ver als het oog reikte. De kamer in het Laki hotel stelde niet veel voor, maar het buffet was fenomenaal. Alles was superverzorgd. De eerste keer tijdens deze reis dat we eens wat andere opties hadden dan lamsvlees of arctic char. Heerlijke gerookte zalm, Thaise noedels, spinazielasagne, talloze groentenslaatjes. Heerlijk. Daar paste een feestelijk glaasje prosecco bij. Alcohol is hier in het algemeen erg duur, dus we beperken onze consumptie, maar nu en dan eens zondigen mag wel.

De rest van de avond brachten we met pc door in de bar met uitzicht op de ondergaande zon en de gletsjers. De ondergaande zon toverde de lucht in alle kleuren. Prachtig.

We hadden even een stressmoment toen bij het voorbereiden van onze trip de volgende dag bleek dat er twee hotels verkeerd geboekt waren door het reisbureau. Normaal zouden we de dag nadien de ferry naar de Westmaneilanden nemen en daar één nacht blijven, maar het hotel op de Westmaneilanden was pas voor de daaropvolgende dag geboekt en ons hotel in Landmannalaugar was een dag te vroeg geboekt. Probleem. Ondertussen was het al bijna tien uur, maar toch maar gebeld naar het noodnummer dat op onze reisplanning stond. Er nam dadelijk een IJslandse op die het probleem onmiddellijk begreep en ons beloofde de boekingen voor de twee hotels om te wisselen. Tja, ook reisbureaus kunnen al eens foute boekingen doen. Nog geen kwartier later kregen we opnieuw telefoon dat de boekingen gecorrigeerd waren. Dat ging supervlot! Goeie service! Konden we met een gerust hart gaan slapen.

IMG_0082

IMG_0089

IMG_0092

IMG_0103

IMG_0108

IMG_0120

IMG_0141

IMG_0146

IMG_0162

IMG_0163

IMG_0167

IMG_0178

IMG_0179

IMG_0186

IMG_0187

IMG_0206

IMG_0219

 

IMG_0228

IMG_0230

IMG_0236

IMG_0247

IMG_0256

IMG_0267

IMG_0279

IMG_0290

IMG_0294

About yab

Yet another blogger. Wie meer wil weten, moet gewoon mijn blog lezen.

1 Response

Leave a Reply

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>