27 juli 2014 – Route naar Skaftafell

Vandaag hadden we een rit van zo’n 440 km voor de boeg. Reden te meer om goed op tijd op te staan. Het ontbijt was een beetje karig, maar goed, er was haring en mijn eerste zelfgemaakte wafel was niet mislukt (blijkbaar zijn wafels een IJslandse specialiteit).

De mist die we de dag voordien het fjord hadden zien binnen trekken was helaas nog niet opgetrokken. Waar we de vorige dag de majestueuze bergen langs beiden kanten uit het fjord zagen oprijzen, zagen we nu een dikke lichtgrijze deken die alles hoger dan 10 meter aan het oog onttrok. Wat wel een coole foto opleverde toen we even hoger dan het wolkendek stegen en we neerkeken op een witte wereld.

Volgens onze reisbeschrijving zouden we onderweg kunnen genieten van prachtige vergezichten terwijl we langs de mooie fjorden reden. Ik wil wel geloven dat er zich prachtige vergezichten verscholen achter de muur van mist, maar wij zagen dus niks.

Onderweg stopten we in wat de reisbeschrijving het ‘leuke vissersplaatsje’ Stödvarfjördur noemde, wat ik schromelijk overdreven vond. De ligging was idd mooi, maar sommige van de huizen zagen er verwaarloosd uit en er lag vaak rommel in de tuinen. De reisbeschrijving sprak over een geologisch privé-museumpje dat de moeite van een bezoek waard zou zijn. Mijn vriend en ik twijfelden, maar toen we de grote foto van een witharige kranige dame langs de weg zagen staan, besloten we het er toch op te wagen. En we hebben het ons niet beklaagd.

Petra Sveinsdóttir bleek een superverzamelaar (ik zou zelfs het woord ‘horder’ durven gebruiken). Ze begon in haar jeugdjaren stenen en mineralen te verzamelen en de collectie bleef een echtgenoot en vier kinderen later aangroeien. Na de dood van haar echtgenoot stelde zij haar huis open voor bezoekers vanuit de hele wereld. Tot aan haar dood een paar jaar geleden bleef ze stenen en mineralen aan haar collectie toevoegen. Het resultaat is ’s werelds grootste steen- en mineraalcollectie in privéhanden. Haar kinderen zorgen er vandaag de dag voor dat de wonderbaarlijke collectie van hun moeder voor iedereen te bezichtigen blijft.

Ik was echt onder de indruk van de collectie. De schitterende tuin stond vol houten banken waarop in verschillende verdiepingen de collectie stenen en mineralen uitgestald waren. De tuin stond vol met bloeiende bloemen en grappige kunstwerkjes. Ook het huis zelf was van boven tot onder gevuld met stenen. Maar Petra verzamelde niet alleen stenen, je kon in het huis ook de collectie balpennen, zakdoeken, luciferdoosjes, schelpen, opgezette vogels en sleutelhangers bekijken. Een wonderbaarlijke plek. Absoluut de toegangsprijs van 1000 kronen waar.

In Djúpivogur stopten we bij hotel Framtíð om er te lunchen. Het hotel was er eentje van de chiquere soort met een zeer verzorgd uitziend restaurant. We kregen een tafeltje toegewezen en ik bestelde een portie mosselen (had ik nog niet gegeten deze vakantie) en mijn vriend een pizza. De bediening was weer maar halfslachtig. Ze waren gewoon vergeten om brood te brengen en het duurde een hele tijd voordat er iemand verscheen aan wie ik brood kon vragen. Nochtans probeerden ze wel, ze hadden duidelijk één van de jongere obers opgedragen om bij elke klant te informeren of het smaakte. Mijn mosselen vielen wat tegen: het waren ongetwijfeld de kleinste mosselen die ik ooit gegeten heb en de schelpen waren in stukken gebroken. Toch beter voor de vissoep gegaan.

Achter het hotel zouden wij de kegelvormige berg Búlandstindur (1069 m) moeten zien, maar wij zagen door de dikke grijze wolken helemaal niks. Zo’n zonde dat die vervelende mist ons verhinderde te genieten van de mooie fjorden van Oost-IJsland. Ik kon wel vermoeden dat we door een prachtig landschap reden, maar als een echte ongelovige Thomas zie ik de dingen graag met mijn eigen ogen.

We stopten onderweg nog even bij het haventje van Höfn. Nu moet me van het hart dat ik de de meeste dorpen langs het water niet bijster mooi vond. Zoals ik al eerder zei, zien redelijk wat huizen er verwaarloosd en onverzorgd uit. Ook de bouwstijl kan me niet echt inspireren. Ik snap dat de klimatologische omstandigheden vooral vragen om praktische huizen, maar als je kijkt naar de huizen in Oostenrijk en Zwitserland die hoog in de bergen toch ook veel sneeuw te verwerken krijgen, dat is toch andere koek.

Onderweg stopten we ergens om te tanken (zo’n 4×4 zuipt brandstof) en dit staaltje van IJslandse klantvriendelijkheid wilde ik jullie beslist niet onthouden. Een conversatie tussen de bediende van het winkeltje en een toerist:
Toerist: “It doesn’t work.” (doelende op de benzinepomp)
Winkelbediende: “Push the yellow button.
“I did. I pushed it about ten times.”
“Push it again.”
Einde gesprek.

Doordat de bergen verborgen bleven achter de wolken was dit best wel een lange en saaie dag. Zelfs de gletsjer Vatnajökull, toch één van de belangrijkste bezienswaardigheden in IJsland was moeilijk zichtbaar. De rit was gewoon ook veel te lang. Als ik de route zelf gepland had, had ik deze afstand wellicht in twee dagen afgelegd en niet in één. We brachten bijna de ganse dag in de auto door.

In de hoop toch nog iets van de gletsjer te zien, sloegen we een steenslagweg richting Heinabergsjökull in. We reden zo ver als we konden en stapten dan even uit voor een miniwandeling. De omstandigheden (mist, koud) waren echter niet echt ideaal en we durfden het risico niet nemen om verloren te lopen.

Verder dus, richting het gletsjermeer Jökulsarlón. Het was ondertussen al bijna zeven uur en echt wel koud. Mijn vriend ging informeren bij het loket of het nodig was al tickets te reserveren voor een ritje met het amfibievoertuig voor de dag nadien. Het meisje verzekerde ons dat dat niet nodig was. Als we wilden konden we de avond zelf nog een tochtje maken op het meer, want ze zei dat het de dag nadien zou gaan regenen.

We zagen dat er net een amfibievoertuig op het punt stond te vertrekken, maar dat zal al goed vol, daarom dachten we het volgende voertuig te nemen. Ik keerde terug naar de auto om een extra legging, een muts en een regenjas aan te trekken. Het risico op onderkoeling leek mij reëel. Terwijl ik bezig was mij in de auto in mijn legging te wringen, ging het loket echter dicht. Het meisje was er even bij vergeten te vermelden dat het voertuig dat we zagen vertrekken het laatste van de dag was. Onvoorstelbaar.

We wandelden dan maar zelf naar de oever van het gletsjermeer om de weerspiegeling van de drijvende ijsbergen in het roerloze water te bewonderen. We zagen een groepje mensen met statieven en camera’s klaar staan. Omdat er nogal wat bedrijvigheid bij dat groepje was, gingen we wat dichterbij kijken. Ik hoorde dat het Russen waren, maar verstond niet alles wat ze zeiden.

Tot onze verbazing begon plots één van de Russen zich uit te kleden totdat hij in zijn zwembroek stond. En jawel, even later dook hij als een echte ijsbeer het ijskoude water in. Om het allemaal nog wat fotogenieker te maken, pakte hij een ijsschots vast om ermee te poseren. Het was zo’n bizar tafereel dat zelfs de zeehonden van dichterbij kwamen kijken. Met dank aan de Russische ijsbeer heb ik de beste zeehondenfoto van deze reis kunnen maken. 😉

Vanaf Jökulsarlón was het nog 90 km rijden naar ons Núpar Fosshotel dat zich midden in een lavaveld bevond ver van de rest van de (schaars) bewoonde wereld. Nog een flinke afstand en ondertussen begonnen we allebei serieus honger te krijgen. Mijn vriend drukte de gaspedaal dus iets dieper in dan we gewoon waren om toch nog op een deftig uur in het hotel te zijn. ’t Is niet dat er mooie landschappen te bewonderen vielen of zo, die waren toch allemaal opgeslokt door de mist.

Zo rond half negen waren we dan eindelijk op onze bestemming (we waren, de lunchpauze en de korte stop bij Jökulsarlón niet meegerekend) al van negen uur ’s ochtends aan het rijden). Gelukkig konden we nog tot 21u aanschuiven aan het buffet. Om de ietwat saaie dag door te spoelen, bestelde ik een glas witte wijn. Het smaakte mij enorm. En het eten was ook heel erg lekker, zij het niet zo origineel (opnieuw arctic char en lamsvlees). Maar het buffet bood wel een vegetarisch optie en heel veel lekkere warme en koude groenten.

Een goeie afsluiter van een minder geslaagde dag.

IMG_9800

IMG_9803

IMG_9810

IMG_9815

IMG_9819

IMG_9822

IMG_9829

IMG_9834

IMG_9852

IMG_9861

IMG_9878

IMG_9892

IMG_9903

IMG_9905

IMG_9906

IMG_9927

IMG_9930

IMG_9932

IMG_9952

IMG_9965

IMG_9977

IMG_9980

IMG_9984

IMG_9989

About yab

Yet another blogger. Wie meer wil weten, moet gewoon mijn blog lezen.

4 Responses

  1. leuk om dit allemaal te lezen! Mijn ouders zijn ongeveer dezelfde periode als jullie daar geweest, als ik het goed voorheb zijn ze een halve week later vertrokken en een dag later teruggekomen. Ze hebben (uiteraard) deels dezelfde dingen als jullie bezocht, dus ‘t is wel leuk om hier ook eens te lezen hoe het allemaal bevalt. Mijn vriend en ik willen IJsland ook heel graag eens doen, maar die slecht-weer-verhalen zijn niet altijd even motiverend, want – zoals je zelf ook aangeeft natuurlijk – je wil niet superveel betalen om dan bij wijze van spreken enkel wolken en mist te zien. Ik heb wel de indruk (a.d.h.v. de verhalen en de foto’s) dat mijn ouders iets meer geluk gehad hebben met het weer, al was het bij hen zeker ook niet altijd super.
    En Goofball’s vraag stelde ik mij trouwens ook!

Leave a Reply

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>