Na nog drie dagen visoverschot weggewerkt te hebben, was het dan eindelijk zover: gepakt en gezakt vertrokken mijn vriend en ik woensdag naar het werk. Slechts een halve dag verwijderd van onze vlucht naar Wenen. Hoofddoel van dit verlengde weekendje: een bezoek brengen aan mijn vriend en oud-studiegenoot die nu al een paar jaar met vrouw en kinderen in Bratislava woont. Die paar keren dat we zijn vrouw ontmoet hebben, klikte het altijd erg goed en de geboorte van hun jongste zoon was een perfecte gelegenheid om eindelijk dat lang beloofde bezoekje aan Bratislava te brengen.
Aangezien mijn vriend en ik niet zo’n Ryanair fans zijn en Zaventem voor ons echt wel veruit de makkelijkste vertrekluchthaven is, kozen we ervoor op Wenen te vliegen. Bratislava is immers maar een treinrit van zestig minuten verwijderd van de Oostenrijkse hoofdstad.
Na een vlucht van nog geen twee uur landden we op de luchthaven van Wenen. Er was toch wel het één en ander veranderd, sinds mijn laatste bezoek in 2002 aan de voormalige keizerlijke hoofdstad. Nu beschikte de luchthaven over een ultrasnelle verbinding met het stadscentrum. In exact 16 minuten bracht de CAT (City Airport Train) ons naar station Wien-Mitte. Ronduit fantastisch. Ook fantastisch: blijkbaar was het mogelijk om je bagage al in te checken in Wien-Mitte, zodat je op de trein en in de luchthaven niet meer met bagage moest sleuren. Daar zouden we zeker gebruik van maken voor onze terugreis.
Na een korte metrorit naar metro Rochusgasse (alwaar we natuurlijk de verkeerde uitgang namen, blijft moeilijk om op een locatie die je niet kent in te schatten welke uitgang zich het dichtst bij jouw bestemming bevindt), arriveerden we bij hotel Spiess&Spiess. We zouden hier één nachtje verblijven om toch een beetje de sfeer van Wenen op te snuiven. Voor mijn vriend was dit immers zijn eerste bezoek en ik wilde hem een vluchtige kennismaking met deze mooie stad niet onthouden.
Ons hotel was dik in orde: vriendelijk onthaal, mooie en ruime kamer. Dat mocht ook wel, voor 125 euro per nacht. Omdat we de komende nachten bij onze vrienden zouden logeren, vonden we dat we ons dit wel konden permitteren. Nadat we al onze spullen in de kamer gedropt hadden, gingen we op zoek naar een restaurant om ons avondmaal te nuttigen. Aangezien de lucht nogal grijs van kleur was, besloten we ons te beperken tot de omgeving van ons hotel. Dankzij Tripadvisor kwamen we terecht in Kroatisch visrestaurant Lubin (nog meer vis!). De tripadvisor reviews waren erg lovend over de Kroatische wijn, dus ik wist wat te drinken bij mijn Angler auf Risotto mit Vongole und Basilikum. De vis was erg lekker, de prosecco heerlijk, de Malvazija witte wijn zo mogelijk nog beter.
Na de maaltijd waagden we ons toch aan een wandeling naar het Hundertwasserhaus, een prachtig staaltje innovatieve architectuur dat bij mijn eerste bezoek aan Wenen indruk gemaakt had. Jammer genoeg was het een beetje te donker om de blok in al zijn glorie te kunnen bewonderen en voelden we zo nu en dan druppels op ons neerdalen. Omdat we nog een stevig weekend voor de boeg hadden, besloten we op tijd in bed te kruipen om wat energie op te sparen.
aaah volgens mijn Weense (en NL expats daar) vrienden is Oostenrijkse wijn echt een goed bewaard geheim en zelden geëxporteerd.
Wij dronken er wel Kroatische wijn. Denk niet dat we tijdens onze trip Oostenrijkse wijn geprobeerd hebben.