Omdat het buffet in hotel Loisir de dag voordien zo goed was meegevallen (én we het een beetje zielig vonden dat het hotel die avond niets aan ons had verdiend) besloten we voor het nogal dure ontbijtbuffet in ons hotel te gaan. Er waren American pancakes, wat mij behoorlijk blij maakte, zelfs al waren ze een beetje aan de koude kant. Toen we na een riant ontbijt wilden afrekenen, kregen we te horen dat we ter compensatie van de problemen de dag voordien het ontbijt aangeboden kregen van het huis en dat terwijl we ook al ons diner gratis gekregen hadden. Ons hoorde je alvast in klagen over dit gulle gebaar. In totaal spaarden we op die manier 94 euro uit. Da’s een nacht gratis logeren.
Een treinrit van een tweetal uur later waren we in Sapporo. In het station van Sapporo werd ik onweerstaanbaar aangetrokken door de ‘gelato’ van Milkissimo. Ditmaal at ik geen lavendelsoftijsje, maar écht, Italiaans geïnspireerd ijs. Ik ging voor de exotische smaken pompoen en paarse aardappel. ‘t Is eens iets anders dan vanille en chocolade.
De metro bracht ons naar het Mercure hotel, alwaar we onze steeds maar zwaarder wordende koffers achterlieten om op zoek te gaan naar een middagmaal. We trokken naar Ramen Yokocho, een smal straatje midden in een huizenblok vol met piepkleine ramen restaurantjes. We hebben deze reis al soba en udon noedels genoeg gegeten, maar ramen nog niet en laat nu toevallig Sapporo gekend zijn om zijn ramen. We vonden snel een plekje aan een toog en bestelden. Enkele minuten later stond een dampende kop met bouillon, ramen en krab voor mijn neus. Goedkoop, erg lekker en vullend genoeg om er een flink eind mee toe te komen.
Volgende bestemming: Sapporo TV Tower, een grote zendmast die tevens dienst doet als toeristische attractie. Met de lift gingen we naar boven. De liftdame zegde bij het ons naar boven begeleiden een lesje op waar we niet veel van begrepen, gelukkig konden we naar buiten kijken vanuit de liftkooi. Het uitzicht vanaf de toren was echt de moeite. Mijn probleem met uitzichten is dat ik niet goed weet waar eerst kijken en het liefst van al van elk detail en elk mogelijk vergezicht een foto zou nemen. Wat maakt dat ik altijd veel te veel foto’s schiet op zulke locaties. Wat de selectie achteraf dan weer moeilijk maakt. Enfin ja, luxeproblemen.
Oja, elke toren in Japan heeft een eigen mascotte (supercoole torens zoals de Sky Tree hebben zelfs eigen waterflesjes in de vorm van de toren) en alle mascottes zijn even lelijk. Ik snap niet wie zo’n ding mee naar huis zou willen nemen. Ik wil wel eens graag de omzetcijfers van de souvenirshops die we op onze reis tegengekomen zijn, zien. Ik geloof nooit dat die uit de kosten geraken. Meestal loopt er veel personeel rond en weinig kooplustigen en heeft het personeel niets anders te doen dan いっらしゃいませ (‘irrashaimase’ ofte welkom) te roepen. Ofwel zijn de producten zo overprijsd dat de winstmarge van de verkoop van enkele stuks voldoende is om al dat personeel uit te betalen.
Japan is zo’n land waar mensen (in onze ogen) nutteloze jobs doen die bij ons in België geautomatiseerd zijn of gewoonweg niet bestaan. Zo staan er bij alle wegenwerken mannetjes te zwaaien met een vlag en/of lichtjes om aan te geven dat je moet oppassen, zijn er mensen die liftbegeleider spelen, zitten er mensen aan kruispunten om het aantal voertuigen dat passeert manueel te tellen, staan er in de dierentuin mensen bordjes omhoog te houden dat je niet mag flitsen, zijn er hordes jongelingen die tissues, waaiers, flyers, coupons en andere brol staan uit te delen in de uitgaansbuurten,… Verder zijn Japanners dol op mensen die kaartjes knippen, scheuren, afstempelen, enzovoort. Dat levert dan situaties als volgt op: er staat een automaat waaraan je je ticketje voor bvb een museum koopt, de meneer of mevrouw aan het onthaal legt uit hoe je de automaat moet gebruiken, vervolgens moet je het ticketje laten stempelen/scheuren door dezelfde mevrouw aan het onthaal en vaak verder nog eens door een tweede of derde persoon.
Na ons bezoek aan de TV Tower besloten we wat te gaan afkoelen in de fonteinen van het Odori park aan de voet van de TV Tower. Odori park is een prachtig langgerekt stukje groen in het midden van de stad, ideaal om het stof van onze voeten te wassen en ondertussen een ijsgekoeld drankje te drinken dat we kochten aan één van de kraampjes aldaar.
Na wat afgekoeld te zijn, zetten we onze tocht verder naar het alleroudste gebouw van Sapporo: de Klokkentoren die tot op vandaag het symbool is van Sapporo. Bijna niet te geloven dat dit nietige houten gebouw met zijn klokkentoren waarin een Amerikaanse klok werd gehangen en dat je amper ziet liggen tussen al de skyscrapers ooit het hoogste gebouw van Sapporo was. Het gebouw verliest veel van zijn charme doordat het verdrukt wordt door de vele hogere gebouwen rondom. We bezochten het museum in de Klokkentoren, maar de meeste informatie was enkel in het Japans beschikbaar, op een authentieke brief van de Amerikaanse klokkenmaker na. Het filmpje over de restauratie van het gebouw was wel de moeite, zelfs al was het in het Japans. De beelden illustreerden de lange weg en het vakmanschap dat bij de restauratie te pas was gekomen.
Daarna gingen we naar het voormalige Hokkaido Government Office Building. Het was ondertussen al te laat om het gebouw nog te bezoeken, dus liepen we rond deze Europees aandoende constructie (wikipedia noemt de stijl Amerikaans neo-barok) en de mooie tuin daarrond. De zon ging langzaam onder, we vonden een romantisch bankje in het park waarop we ons net wilden nestelen, onttrokken aan het oog van voorbijgangers, toen de muggen hun aanval lanceerden. We konden niet snel genoeg weg zijn.
Op zoek naar een niet al te grote hap (de ramen van ‘s middags was nog niet volledig verteerd) kwamen we in een simpele kaiten-zushi terecht vlakbij ons hotel. Een kleine zaak met maar één sushichef erin en nog één bijkomend personeelslid die warme gerechten zoals soep en noedels maakte in de achterkeuken. De chef maakte in zijn eentje voldoende sushi om de loopband te vullen en nam ook verzoekjes aan. Spijtig dat we de Japanse namen van al die soorten vis niet goed kennen en zelf niets konden bestellen. Gelukkig hadden we voldoende aan wat er op de band voorbij kwam. Niet de meest verfijnde sushi die we tot nu toe aten, maar de zaak had wel een authentieke uitstraling en de sushichef was bliksemsnel.
Het was nog niet al te laat, dus deden we nog eens een poging om iets te gaan drinken. Het blijkt dat het concept ‘iets gaan drinken’ nog niet helemaal op punt staat in Japan. Cafés zoals wij dat kennen, waar je met vrienden afspreekt om gezellig iets te drinken, hebben ze niet (of wij hebben ze althans niet gevonden). De meeste horecazaken zijn gefocust op eten (dat wel heel lekker is, natuurlijk) en bieden daarnaast nog een drankenkaart aan. Dus besloten we iets te gaan drinken in de bar van hotel Mercure. Bleek dat wij ongeveer de enigen waren in de verder erg stijlvol ingerichte bar. We bestelden een glas rode wijn (Franse, we hadden ons lesje ondertussen wel geleerd) dat heerlijk smaakte, maar zo’n lege bar, tja echt gezellig is dat niet. Zeker niet als je subtiele signalen krijgt, dat je maar beter geen tweede bestelling meer plaatst. We hielden het dus op één glas waar we vervolgens superlang over deden.