37 kilometer voor de boeg vandaag, mostly downhill. Een makkie! Volgens de beschrijving die we meekregen, was er meer dan tijd genoeg om een paar wandelingen te maken. Na het ontbijt (buffet!) startten we met een wandeling die begon aan ons hotel. Het was even zoeken naar het beginpunt en zelfs de vriendelijke man aan de receptie van het hotel kon ons, ondanks zijn inspanningen niet echt verder helpen. Dat is wel een beetje vervelend aan Japanners: ze willen je zo graag helpen dat ze moeilijk durven toegeven dat ze iets niet weten.
Enfin, na een kwartiertje zoeken vonden we het startpunt. Duidelijk niet het meest begane pad, want het was dichtbegroeid en niet zo goed onderhouden. We voelden ons bijna echte woudlopers, zo helemaal alleen in het groen. Het tweede stuk van de wandeling was radicaal anders. Omhoog langs de canyon was er een breed rotsig pad aangelegd dat je zelfs met een 4×4 zou kunnen doen. Een mooie wandeling bracht ons naar het uiterste puntje van de canyon. Onderweg kwamen we een blinkend zwarte slang tegen die zich gecamoufleerd had als zwarte elektriciteitsbuis. Totdat de buis begon te bewegen. Ik kon niet voorkomen dat me een gil ontsnapte, waardoor het beest natuurlijk snel wegkroop en ik enkel nog maar de staart kon fotograferen.
Dat de belletjes die alle wandelaars hier dragen niet enkel voor de show zijn, bleek toen een Japanse wandelaar ons met handen en voeten probeerde uit te leggen dat hij onderweg een beer had gezien. Het duurde even voordat onze eurocent viel, want zijn uitspraak van ‘bear’ vertoonde weinig gelijkenissen met het Engels. We waren echter niet van plan de canyon over te steken om de beer te gaan zoeken, want er moest nog wat gefietst worden.
De terugweg van de wandeling voerde ons weer het bos in. Dit was een tricky stuk, want de ondergrond was nat en de houten balken die aangebracht werden, waren verraderlijk glad. Na een slippertje van mijn kant (gelukkig heb ik een schokbestendig achterwerk) lieten we het tempo wat zakken. De steile afdeling was op bepaalde plekken echt gevaarlijk en we wilden niet dat Chuck ons zou moeten komen zoeken in de jungle.
De wandeling had langer geduurd dan de anderhalf uur die voorzien waren en het was ondertussen al bijna middag. We zagen het niet zitten om aan de fietstocht te beginnen zonder brandstof, dus aten we snel een noedelsoepje en een curry in het restaurant.
Het eerste stuk van de rit was weer een zalige afdaling. We raceten de berg af, terwijl de wind voor wat afkoeling zorgde. Onderweg wilden we nog een tweede wandeling maken (the Pika Walk) bij Bogakudai Lookout. Bogakudai Lookout bevond zich echter bovenaan een steile klim. Steiler dan gisteren of was het misschien nog warmer? Deze keer moesten we toch een stukje te voet naast onze fiets stappen, zelfs de kleinste versnelling bracht geen soelaas.
Bij Bogakudai Lookout hadden we een mooi uitzicht op vulkaan Tokachi en de gestolde lavastroom die getuigde van een recente uitbarsting. De Pika Walk zou maar een dertig minuten duren, uiteraard deden wij er langer over door onderweg foto’s te nemen en de wandeling niet al joggend af te leggen. Enfin, het idee om nog tien kilometer extra aan deze fietstocht te plakken, lieten we al snel varen. We waren de klim naar Bogakudai amper boven geraakt.
Terug op de fiets het tempo wat opgevoerd, want we hadden nog aardig wat kilometers voor de boeg en het begon al wat later te worden. We stopten nog bij twee watervallen: een door het zwavel van de vulkaan blauw gekleurde waterval en een ander exemplaar gelegen aan een Boeddhistisch pad versierd met allerlei beelden. Erg mooi, die laatste waterval. Maar het hoogtepunt van de dag moest nog komen: Blue Pond, een sureëel blauwe vijver die ontstaan is door de bouw van een dam om de modderstromen tegen te houden. In het water staan stammen van dode bomen die weerkaatst worden in het diepblauwe water. Wat deze kleur veroorzaakt is niet helemaal duidelijk. De Blue Pond werd pas echt beroemd toen een foto van dit wonder als Apple-background beschikbaar werd.
We treuzelden te lang bij de Blue Pound, ondertussen waren de schaduwen langer geworden en hadden we nog zo’n twintig kilometer voor de boeg. Er volgde een flink aantal kilometers in de vallei op ultravlakken wegen, waardoor we makkelijk een tempo van gemiddeld vijfendertig kilometer per uur konden aanhouden en onze achterstand wat konden wegwerken. Op het einde werd er van ons weer enig klimwerk verwacht, gelukkig waren de hellingen deze keer kort en begonnen we de klimtechniek onder de knie te krijgen.
We waren net op tijd om op de heuvels van de flower farm vlakbij onze hostel van de zonsondergang te genieten. Terwijl wij van de zonsondergang stonden te genieten had Chuck al gebeld naar onze gsm (goed weggestopt in de rugzak) en naar het hostel, duidelijk ongerust dat we onderweg ergens verongelukt waren. We stelden hem snel op zijn gemak.
We hadden het hostel, gevestigd in een voormalige Trading Post, helemaal voor ons alleen. We namen snel een douche in de gemeenschappelijke badkamer (helaas beschikte het hostel niet over een onsen) en kregen toen het avondmaal voorgeschoteld dat de gastvrouw voor ons bereid had: gerechten met Franse invloeden en één van de weinige keren dat we rundsvlees als hoofdgerecht aten. Alles superlekker! Bij het avondmaal dronken we een flesje Furano wijn van 375 ml. Een tegenvaller, die plaatselijke wijn. Wat zurig van smaak en geen lekkere afdronk. Al goed dat we maar een klein flesje besteld hadden.
De rest van de avond brachten we door in de rust van het hostel waar er, hoera!, free wifi was. Tergend traag free wifi, maar beter dan niks. De mi-fi die we bij het begin van onze trip door Japan hadden gehuurd, liet het wat afweten in Hokkaido. Het ding had vaker niet dan wel 3G-ontvangst, dus het plan om altijd online te zijn, is hierdoor wat in het water gevallen.
wow wat een landschappen….dat dat niet toeristischer is bij andere buitenlanders?!
Japan is echt een onbekend land voor de meeste Europeanen. Denk dat veel mensen zich niet goed kunnen voorstellen wat er in Japan zoal te zien valt.