Een beetje nostalgie op tijd en stond, kan al eens deugd doen. En het is gewoon een feit dat ik erg mooie kindertijdherinneringen heb aan Bokrijk. Herinneringen aan de immense speeltuin, maar ook aan het Openluchtmuseum met de charmante huisjes (zolang je er zelf niet in moet wonen), de in traditionele kledij uitgedoste vrijwilligers, en de oude voorwerpen die nog niet zo heel lang geleden dagelijks gebruikt werden. Een confrontatie met een verleden dat nog niet zo veraf is, maar toch lichtjaren verwijderd lijkt van de huidige maatschappij met zijn elektronica, overconsumptie en toenemende jachtigheid.
En zo speelden we samen met de kinderen van vriendin en oud-collega L Trou-Madame en andere kegelspellen. Aan Krulbol waagden we ons niet, omdat de vriendelijke meneer in de spelletjesschuur ons verzekerde dat dit een spel voor volwassenen was (en hij had gelijk, die dingen waren echt veel te zwaar voor kinderen uit de tweede kleuterklas en het tweede leerjaar). De pannenkoek in de namiddag luidde de definitieve aftocht in van dat buikgriepachtig virus dat langer in mijn lichaam blijft sluimeren dan verwacht en gehoopt. Al hield ik het ‘s avonds bij een heel erg kleine portie van de pastaschotel van onze sympathieke gastvrouwe, om eventuele accidentjes te vermijden.
Zelfs de weergoden waren ons gunstig gezind, want de enige druppeltjes regen vielen net op het moment dat wij aan de pannenkoeken zaten. Ideaal. Al had een paar graden warmer mijn verkleumde handen beslist geen kwaad gedaan.
Ben er in de lagere school een keer geweest, herinner me enkel de huisjes, misschien hebben we de speeltuin toen overgeslagen?
De speeltuin is nochtans gigantisch. Echt een prachtige speeltuin.