De donkere wolken van de ochtend maakten in de namiddag plaats voor een stralend zonnetje. En zo stond ik mijn ogen dicht te knijpen op de stoffige Bruul. Al een geluk dat we voor een prikje een zonnebril op de kop konden tikken aan één van de vele kraampjes. Het Wereldfeest is zo’n beetje een jaarlijkse afspraak voor mij en mijn vriend. In de namiddag stikt het er van de gezinnen met kinderen en hangt er een zalig ontspannen sfeertje. Ik hou er ook van te slenteren langs de kraampjes van allerlei organisaties die elk hun steentje willen bijdragen aan het verbeteren van de wereld. Het drukt me met de neus op het feit dat ik op dat vlak tekortschiet, zelfs al probeer ik mijn geweten te sussen met maandelijkse stortingen en hier en daar een handtekening onder een petitie.
We liepen op het wereldfeest T en haar oudste dochter tegen het lijf. We hadden beloofd deze zaterdag binnen te springen, want ze wonen niet ver van de Bruul. We spraken af om bij hen te gaan aperitieven zo rond een uur of vier. En zo zaten mijn vriend en ik in het charmante stadstuintje van E en T terwijl de stiefvader en de broer van T hard aan het werk waren om de houten poort die het tuintje moest afsluiten, te monteren. De zandbak werd gevuld met vers zand en een paar minuten later zaten mijn vriend en ik samen met twee kleine blonde meisjes met onze handen in het zand. Het kind in mij haalde haar hartje op.
We namen afscheid rond een uur of zes, want we hadden om half zeven afgesproken met Matthias (die trouwens opnieuw begonnen bloggen is, allen daarheen) om samen iets te gaan eten in Leuven. We belandden in Il Giardino d’Inverno, waar we na lang wachten en wat geknoei om de juiste bestelling op de juiste tafel te krijgen, uiteindelijk wel lekker aten.
Een goed gevulde dag.