We geraakten vlot in ons hotel. De bediende aan de hotelbalie kon vrij goed Engels en maakte ons snel duidelijk dat het absoluut onmogelijk was om vroeger dan 15.00u in te checken. Stipte jongens, die Japanners. We lieten onze valiezen onder de goede zorgen van het hotelpersoneel achter en gingen op zoek naar iets om te eten.
Vooraleer onze magen te vullen, wilden we ons wat Japanse yens aanschaffen. We stapten de eerste de beste bank binnen, maar daar werden we heel snel doorverwezen naar een postkantoor dat vlakbij zou zijn, maar dat we uiteraard niet vonden. Gelukkig had mijn broertje in België al wat euro’s in yens gewisseld, want de honger begon te knagen. We stapten een udon noedelrestaurant binnen en kozen op het gezicht een gerecht van de kaart. Het was echt heerlijk. We kregen een grote kom dampende bouillon met daarin zeevruchten en dikke rijstnoedels. Jammer genoeg lag de maag van de vriendin van mijn broertje overhoop door de lange reis en het gebrek aan slaap en smaakte het haar niet.
Na de maaltijd rekenden we af met de yens van mijn broertje en keerden we terug naar het hotel om te vragen waar we ergens aan Japanse yens konden geraken. Bleek er een ATM-machine te staan in de 7/11 vlak onder ons hotel. D’oh. Een paar tienduizend yens rijker (en wat euro’s armer) vertrokken we op onze eerste echte verkenningstocht in Tokyo.
En de clichés werden bevestigd: plastic voedsel in de uitstalramen, in het pak gestoken rokende Japanners in een parkje, drankautomaten in bijna alle straten met exotische drankjes met veel cafeïne. De vermoeidheid begon toe te slaan, maar we hielden dapper vol, want we wilden zo snel mogelijk in het juiste ritme geraken.
We trokken richting Akihabara, omdat dit walhalla van de manga- en anime-industrie op de must see lijst stond van mijn broertje. Onderweg viel mijn oog op een kraampje waar ze mochi gevuld met ijs verkochten. Daar kon ik niet zomaar aan voorbij stappen, natuurlijk. En ja, het was heel lekker.
Een honderdtal meten verder kwamen aan bij de eerste winkels van Akihabara. En toen bleek opeens onze reisgids vermist. En aangezien ik de laatste was die hem had vastgehad, keek iedereen natuurlijk met een beschuldigende blik mijn richting uit. De enige plaats waar ik hem had kunnen laten liggen, was bij de mochi-kraam. Ik was er vrij gerust in dat we hem zouden terugvinden, want Japanners staan bekend om hun eerlijkheid.
Helaas bij de mochi-kraam was niets te vinden. In ons beste Japans uitgelegd dat we op zoek waren naar een Engelstalige gids van Tokyo, maar het meisje aan de kraam begreep er niet veel van of ze deed alsof ze het niet begreep. Onze eerste dag in Tokyo en al meteen een gids armer, dat viel tegen. Al bleef zo de traditie in ere gehouden dat ik elke vakantie minstens één maal ergens een reisgids moet laten liggen. Mijn geloof in de legendarische eerlijkheid van de Japanners begon te wankelen.
Inwendig vloekend liep ik nog een stuk van de weg die we hadden afgelegd terug, maar ik was honderd procent zeker dat ik de gids aan de kraam had laten liggen. En toen viel het oog van iemand in ons gezelschap op het lost and found kantoortje van het treinstation waar we vlakbij waren. Ik had er geen goed oog in, maar wie niet waagt niet wint. Naar binnen om heel de uitleg nogmaals in het Japans te doen. Hier werd ik beter begrepen, want uit het telefoontje dat de bediende deed, kon ik afleiden dat hij vroeg of er een Engelstalige gids gevonden was, helaas voor mij was het antwoord negatief. De bediende ging vervolgens kijken in het lokaaltje achteraan en, jawel, tot mijn grote vreugde haalde hij onze gids boven. Al bij al zijn we slechts een half uur gidsloos geweest. Mijn vertrouwen in de Japanners was weer helemaal hersteld.
We slenterden vervolgens verder rond in Akihabara. Mijn broertje vond de manga- en anime-winkel die hij zocht en iedereen was nog steeds moe maar wel tevreden. We besloten de dag niet meer te lang te rekken, want ondertussen was het flink beginnen regenen. We kochten ergens een witte wegwerpparaplu en verorberden ons avondmaal bij een keten die gebak verkocht en de Westerse naam Vie de France droeg. Ik nam een cheesecake (lekker op elk continent) en een warme appelsap, terwijl mijn reisgenoten een vettige pizza oppeuzelden.
We waren ongeveer halverwege onze maaltijd toen we het gevoel kregen dat iemand van ons tegen de tafel aan het sjotten was. Toen het gevoel echter bleef aanhouden en overging in de gewaarwording dat we op een bootje zaten, beseften we dat we onze eerste naschok meemaakten. De lusters in het restaurant zwierden heen en weer en alle aanwezigen hielden op met eten, afwachtend of het zou verergeren of niet, wat gelukkig niet het geval was. Heel speciaal om mee maken.
In het hotel aangekomen hadden we nog net genoeg energie over om onze schoenen, kleren en lenzen uit te doen en uitgeteld op bed neer te vallen in het piepkleine maar ontzettend propere kamertje waar twee katoenen kamerjassen en huisslippers op ons lagen te wachten.
Erg leuk om te volgen! Nog veel plezier daar, en wees toch maar een beetje voorzichtig ook!
Ik geniet ook al van de verhalen en foto’s.
Veel plezier nog!
[…] maar natuurlijk wel een must see. Ik was gewoon blij dat ik terug kon keren naar de plek waar ik vorig jaar kennis maakte met mochi ijs. Zo lekker! En deze keer liet ik onze gids er niet liggen. […]