Mijn moeder was een hevige fan van schlagers. Als kind was ik hierdoor helemaal niet mee met de moderne muziekscène. Heel de hype rond Madonna en zo, het ging allemaal aan mij voorbij. Neen, bij ons thuis stond steevast één of andere lokale radio op waar rond de klok plakkers van Benny Neyman, de Zangeres zonder Naam, André Hazes, Paul Severs, Dennie Christian, Conny en de Rekels, Duo X, Willy Sommers en vele anderen gedraaid werden. In die tijd hadden het Vlaamse en Nederlandse levenslied geen geheimen voor mij. Veel van die nummers kan ik nu nog altijd woord voor woord meezingen. Tot mijn eigen ergernis, want een fan van het genre ben ik nooit geweest.
Toch waren er tussen die schlagers nummers die mij tot in het diepste van mijn ziel geraakt hebben. Ik weet niet meer exact hoe oud ik was. Ik kan me nog wel herinneren dat ik achterop de fiets van mijn moeder in een kinderstoeltje zat. Ik vermoed dat ik een jaar of drie geweest zal zijn. We gingen ergens naartoe en ik huilde tranen met tuiten. Ontroostbaar was ik. Achteraf vertelde mijn moeder dat het heel wat moeite had gekost om erachter te komen wat de oorzaak van deze tranenvloed was. En toen kwam het eruit: het vogeltje was dood: hij had te hoog gevlogen. En dode vogeltjes dat was toen ongeveer het triestigste wat ik mij kon voorstellen.
Daar moest ik aan terugdenken, zondag op Erfgoeddag toen we het dode vogeltje met de felle kleuren bemerkten dat zijn eeuwige rustplaats op de trommel van de beiaard gevonden had.
en dat hele kuifke heeft dus vanzeleve nergens voor gediend! moeilijk.
Dode vogels zijn hartverscheurend. Dit is trouwens een goudhaantje. Ik hoop dat hij geschitterd heeft.
/snirft