Helaas ziet het ernaar uit dat ons geluk op weergebied opgebruikt is. Wanneer we opstaan, ziet de lucht nog grijzer dan gisteren, alles lijkt gehuld in een dikke grijze deken. De eilanden die we normaal moeten zien vanuit ons slaapkamerraam zijn verdwenen in de grijze soep. Dat belooft…
We starten de dag met een gebakken ei, tomaten en champignons (ik laat me overhalen om een vegetarische worst te nemen, maar dit blijkt een vergissing) en nemen al om 9.30 de veerboot naar Skye. Mallaig kon ons niet echt bekoren: om de een of andere reden stikt het er van de toeristen terwijl er, buiten de ferry nemen naar Skye, niets te beleven valt. Het weer verslechtert zienderogen tijdens de nog geen half uur durende overtocht. Wanneer we aan land gaan, hangen de wolken letterlijk tot op de grond. We rijden de grauwe grijsheid in, op hoop van beterschap!
We rijden door een landschap waarvan we vermoeden dat dit fenomenaal is, de wolken onttrekken echter alle bergen aan het oog en het regent met vlagen. Onderweg stoppen we om wat foto’s van een waterval te nemen en ik voel mijn humeur de dieperik ingaan. Nochtans mogen we helemaal niet klagen over het weer tot nu toe: nooit gedacht zoveel zon te zien in Schotland! Het is echter heel jammer dat we net op Skye, het eiland waarvan ik zoveel verwachtte, dit soort absoluut niet fotogeniek rotweer hebben.
We besluiten eerst onze spullen af te zetten in Otterburn, de B&B die we op Mull reserveerden omdat ik zo slim was om een hotel in Ierland te boeken (toch even meegeven dat er ook een Glenview hotel op Skye bleek te zijn, dus wellicht is er ergens iets misgegaan met de link vanaf tripadvisor of zo). We slagen er echter niet in de straat van onze B&B te vinden. Onze gps laat ons even in de steek, want veel straten in Portree (nochtans het grootste stadje op Skye) kent hij niet.
We rijden naar de tourist information in de hoop dat men ons daar kan verder helpen en dan kunnen we tegelijkertijd wat plannetjes en foldertjes van Skye scoren. Bij voorkeur met activiteiten die zich binnen afspelen. Gelukkig blijkt de eigenares van onze B&B te werken bij de tourist information: “Ah, Wendy’s B&B!” en worden we snel verder geholpen.
Wendy blijkt een supervriendelijke dame en Otterburn is met stip de mooiste B&B waarin we tot nu toe verbleven hebben. Otterburn heeft maar één kamer en achteraf blijkt dat we superveel geluk gehad hebben dat we deze kamer konden boeken. Alisdair en Wendy hadden net deze week geen reservaties aangenomen omdat hun zoon die bij de marines zit rond deze periode verlof had. De exacte dagen wisten ze echter nog niet. Net op het moment dat wij mailden voor een reservatie wisten ze wanneer hun zoon vrij was en konden ze ons toch nog aannemen voor twee nachten. Echt superveel geluk!
De kamer is nog niet klaar en Wendy is duidelijk wat op haar ongemak door onze (te vroege) aankomst. Wij leggen haar uit dat we enkel onze valiezen willen achterlaten en ik wil gewoon even heel snel naar het toilet. Geen erg dat dit nog niet gekuist is! Wendy geeft ons nog wat tips en weg zijn we.
We besluiten naar de Talisker Distillery te rijden. In Schotland moet een mens wat bijleren over hun zo geroemde nationale drank, nietwaar? We hebben geluk, er zijn net nog twee plaatsen vrij voor de rondleiding van 14u. Maar eerst lunchen!
Op basis van een tip die ik via twitter kreeg, belanden we in The Old Inn, een charmante pub vlakbij de whiskystokerij. Ik laat me verleiden om nog eens een cider te bestellen, maar concludeer dat cider van het vat toch niks voor mij is, veel te waterig. Als voorgerecht bestellen we zes oesters afkomstig vanuit de zee rond Skye. Echt zalig lekker! Om ons niet te overeten beperken we ons verder tot een slaatje. Ik geniet van mijn slaatje met verse krab en appeltjes en mijn vriend van zijn slaatje met geitenkaas.
Om tien voor twee staan we klaar voor onze tweede rondleiding in een Schotse whiskystokerij. Je kan je afvragen of het interessant is om tweemaal een rondleiding te doen in een stokerij omdat het proces om whisky te maken altijd hetzelfde is. Wij vonden het alleszins heel interessant om het hele verhaal nog eens opnieuw te horen, want eerlijk gezegd, bleken er nog wat gaten in onze whiskykennis te zitten na de rondleiding in Oban. En bij elke rondleiding worden ook weer andere accenten gelegd.
Whisky bestaat slechts uit drie ingrediënten: water, gerst en gist. Niet meer dan dat. Toch heeft elke whisky een zeer specifieke smaak. Die smaak wordt o.a. bepaald door het al dan niet gebruiken van turf (en de hoeveelheid daarvan) bij het stoppen van het kiemproces van de gerst, de ligging van de brouwerij, het water dat gebruikt wordt, de vorm van de ketels waarin de alcohol gestookt wordt en de vaten waarin de whisky rijpt.
De Talisker Distillery brandde helemaal af in 1960 en het kostte een paar jaar om deze te herbouwen. We leerden over het verschil tussen head, heart en tail (is afhankelijk van het alcoholgehalte, enkel de heart wordt gebruikt om whisky te maken), over single malt en blended whisky’s en hoorden over de “Angel’s share”: elk jaar verdampt er 2% van de alcohol opgeslagen in de eiken vaten. Spijtig genoeg moeten whiskystokerijen belasting betalen op de hoeveelheid vloeistof die in het vat gaat, niet op de hoeveelheid die eruit komt… En dat terwijl de meeste Schotse whisky’s zo’n tien jaar rijpen op vat.
Talisker heeft zowel een single malt versie als een blended versie. Zo is Talisker Storm een blended whisky samengesteld door de master blender van Talisker. Ook interessant om weten is dat alle vaten die gebruikt worden voor de rijping van de whisky tweedehands zijn. Veruit het merendeel zijn vaten uit Amerikaanse eik waar eerder bourbon in gerijpt heeft. Een kleiner gedeelte zijn vaten uit Europese eik waarin sherry zat. Deze tweedehandsvaten worden nog een aantal keren gebruikt om whisky in te laten rijpen. Voordat een vat hergebruikt wordt, wordt een laagje aan de binnenkant eraf geschraapt om de vloeistof beter contact te laten maken met het hout van het vat.
Op het einde van de rondleiding krijgen we uiteraard een proevertje. Talisker is minder mijn ding, too peaty, te rokerig. Door het toevoegen van turf krijgt de whisky een zeer kenmerkende scherpe smaak. Ik hou eerder van de zachtere smaak van Oban. Na de rondleiding beseffen we dat we met ons whisky paspoort recht hadden op een gratis rondleiding. Oh well, het houdt ons niet tegen om een flesje Talisker te kopen in de shop.
Het weer is ondertussen nog niet veel verbeterd. Het is niet dat het fel regent, maar de zichtbaarheid is door de zware bewolking uiterst beperkt. Het slechts denkbare weer om foto’s te nemen. We nemen de tip van onze gastvrouw Wendy ter harte en rijden naar Dunvegan Castle.
Op de parking worden we welkom geheten door een roodborstje dat zo smekend uit de oogjes kijkt dat we niet anders kunnen dan een granny bovenhalen en een paar kruimels aan het vogeltje geven.
Jammer dat we pas rond kwart na vier aan het kasteel zijn, waardoor we het begin van de rondleiding gemist hebben. We kunnen echter nog inpikken en zijn helemaal in de ban van de boeiende uitleg van de gids. Zelden een gids met zoveel vuur en passie zien vertellen. Echt schitterend.
Dunvegan Castle is absoluut een must see als je op Skye bent. Dit kasteel wordt al zeven eeuwen lang bewoond door de MacLeod clan, een zeer machtige clan die in de loop der tijden een boel boeiende voorwerpen verzameld heeft in hun kasteel, waaronder een haarlok en een vest van Bonnie Prince Charlie.
Hét meest tot de verbeelding sprekende voorwerp is de Fairy Flag, een vlag waaraan magische eigenschappen worden toegekend. Volgens de legende die de familie ongetwijfeld zelf in het leven geroepen heeft, wikkelden de elfjes de pasgeboren zoon van de familie MacLeod in dit kostbare textiel toen zijn kindermeid even naar buiten geglipt was. De vlag zou drie keer gehesen kunnen worden om de clan naar de overwinning te leiden in het gevecht. Twee keer gebeurde dit reeds en won de clan, ondanks het feit dat zij met veel minder manschappen waren. De derde keer zou de vlag mét vlagdrager verdwijnen.
De vlag zou volgens de legende een brand gedoofd hebben die woedde in het kasteel en zou leden van de clan MacLeod beschermd hebben tijdens het uitvoeren van luchtbombardementen in de tweede wereldoorlog. Het stuk textiel (dat er momenteel nogal slecht aan toe is, verkleurd en vol met gaten) werd aan diepgaand onderzoek onderworpen waaruit bleek dat de vlag afkomstig zou zijn uit Syrië. Eén van de hypotheses is dat de vlag vanuit Syrië meegenomen werd door een Noorse koning die vervolgens gesneuveld zou zijn in Engeland, waarna de vlag in de handen van de MacLeods terecht gekomen zou zijn.
Spijtig genoeg sloot het kasteel al om 17.30u de deuren en in Schotland betekent dit dat het personaal al om 17u begint met het sluiten van de verschillende vertrekken, waardoor we na de rondleiding niet meer konden teruggaan naar de zalen die we in het begin hadden overgeslagen om te kunnen aansluiten bij de rondleiding. Teleurstellend toch wel.
We namen nog snel een paar fotootjes van de buitenkant van het kasteel tegen een zeer deprimerende grijze lucht en spurtten door de werkelijk fabelachtige tuinen rond het kasteel. Zo jammer dat we niet meer tijd en beter weer hadden om hier een paar uur te kunnen rondkuieren. Wel een beetje frustrerend dat ondanks de lange zomerse dagen de meeste toeristische bezienswaardigheden al om vijf uur, half zes sluiten. Veel te vroeg wat mij betreft!
Voor het avondmaal rijden we terug naar Portree waar we eerder bij onze aankomst een paar restaurantjes gespot hebben. We vinden een tafeltje voor twee in restaurant Bosville. De kaart ziet er heel aantrekkelijk uit, met een aanbod aan iets verfijndere gerechten dan de doorsnee pub. Ik ga voor de steamed fillet of seabream on butternutsquash risotto served with a shelfish bisque en ja, het was even heerlijk als het klinkt. Als dessert nam ik de chocomousse met rode vruchten. Hemels! Mijn vriend ontdekte trouwens hét ideale medicijn tegen keelpijn: whisky!
De rest van de avond brengen we door in onze geweldig luxueuze B&B waar we maar liefst een hele leefruimte voor ons alleen hebben om achterstallige correspondentie weg te werken en reisverslagen te schrijven. Onze gastheer Alisdair komt vragen hoe onze dag geweest is en biedt ons spontaan een whisky van het huis aan. Mijn vriend krijgt een échte mannenwhisky en ik krijg een vrouwelijke variant met honing: Glayva. Ook best lekker. Alisdair belooft dat hij zijn best zal doen om ons morgenochtend gerookte Haddock voor te kunnen zetten bij het ontbijt. Hij moet daarvoor vanavond nog langs een vriend die visser is en de vis zelf rookt.
Wij zijn alvast benieuwd of het hem lukt!