Vrijdag 29 april: Tokyo

Jaja, het is zover. De futon gewenning is ingetreden! Best wel goed geslapen vannacht. De matras was dikker dan in Nikko, wat het mogelijk maakte om op mijn zij te slapen. Mijn integratie in de Japanse samenleving is nu officieel gestart!

Het ontbijt was echt slecht. Zelfs de misosoep was niet lekker. Alles wat geserveerd werd, leek al dagen oud. Echt abominabel. Een ryokan onwaardig. Al een geluk dat we korting hadden gekregen op de kamer, ontbijt inbegrepen.

De voormiddag stond er een wandeling in Ginza op het programma. Ginza was in 1590, toen Ieyasu zijn militaire hoofdstad naar Edo (Tokyo) verplaatste, nog één groot moeras. Nadat het gebied was ingericht, trok het veel handelslieden. De zilvermunterij, waaraan Ginza zijn naam dankt, dateert van 1812. In 1872 werd de wijk volledig verwoest door een brand en tijdens de Meijirestauratie gaf de Japanse regering de Engelse architect Thomas Waters de opdracht om de wijk opnieuw op te trekken in baksteen. Sinds die tijd staat Ginza onder invloed van het Westen en de moderne tijd.

Ginza is een grote verzameling van chique INNO’s maar dan tien keer zo groot als een normale INNO. De warenhuizen nemen ganse huizenblokken in beslag. De wandeling bracht ons langs dure merkkledijwinkels en het Mitsukoshi en het Matsuya warenhuis. In het Mitsukoshi warenhuis zagen we een poepchique kimonowinkel en dronken we iets op het dak. Het mooie dakterras in de zon (mét tempel) was een ideale plaats om even te verpozen. Lunchen deden we op het dak van het Matsuya warenhuis. Ik kocht dezelfde sushi gewikkeld in bladeren die we eerder aten in Nara. Heerlijk.

Toen we opnieuw beneden stonden, bleek dat de ganse straat verkeersvrij gemaakt was. Een fijne ervaring om in het midden van wat anders ongetwijfeld een superdrukke straat was, te kunnen wandelen.

Laatste halte op onze wandeling was de Sony Showroom. Op de hoogste verdieping kregen we een demonstratie van enkele 3D-technologieën. Het is duidelijk dat Sony voluit de 3D-kaart getrokken heeft. En het is waar, sommige demonstraties waren echt zeer knap. Al zie ik me nog niet een ganse dag met zo’n 3D-bril op mijn neus rondlopen.

Na ons bezoek aan de Sony Showroom namen we afscheid van mijn broertje en zijn vriendin die graag een namiddag wilden shoppen in Akihabara. Mijn vriend en ik namen de trein naar Oost-Shinjuku, het uitgaanscentrum van Tokyo. Spijtig genoeg had de zon het ondertussen laten afweten. Gelukkig werd onze wandeling enkel verstoord door één klein buitje. Geen reden tot klagen, dus.

Het was behoorlijk druk in de gedeeltelijk verkeersvrij gemaakte straten. Grappig: we kwamen het meisje tegen dat ons de dag ervoor bediend had in het Meido café, maar nu in een normale outfit en zonder twintig lagen make-up. Ze zag er een pak beter uit. 😉 We twijfelden nog even of we zouden zwaaien naar haar, maar beslisten dat toch maar te laten. Ze was in gezelschap en had ons niet opgemerkt.

We bezochten het Isetan warenhuis alwaar we ons weer konden vergapen aan dure merkkledij en een voedingsafdeling die ons het water in de mond deed krijgen. Midden tussen de grote warenhuizen vonden we het Hanazonoheiligdom. Dit shintoheiligdom, dat rond 1650 werd opgericht is een oase van rust tussen de hoogbouw. Het contrast kon amper groter zijn. Dat de huidige tempel een reconstructie is, deed niets af aan het gevoel van rust en vrede dat er heerste op enkele meters van het bruisende winkelcentrum.

Nog een paar honderd meter verder kwamen we terecht in de Golden Gai, kleine smalle straatjes die zo verschilden van de rest van Tokyo dat het leek alsof we in een totaal andere stad terecht gekomen waren. De Golden Gai is een verzameling van smalle bars en cafeetjes van maximaal drie verdiepingen hoog. Elke bar heeft zo zijn eigen stamgasten en vreemdelingen worden er niet meteen met open armen ontvangen. Al hebben we dat zelf niet uitgeprobeerd. In de straatjes van de Golden Gai hing de geur van oud bier en verschaalde rook en ik moet zeggen dat de drinkgelegenheden er niet bepaald aantrekkelijk uitzagen. Aan de andere kant was het een heel boeiende ervaring om dit deel van Tokyo te leren kennen. Tokyo is echt een vat vol tegenstellingen.

Toen we uit de Golden Gai kwamen stootten we op een hele hoop politie-agenten. Het was ons niet meteen duidelijk wat er aan de hand was. We dachten aan een betoging of zo. Nog een straat verder zagen we tientallen leden van de oproeppolitie en twee witte bestelwagens met opschriften die we niet konden lezen. Uit de luidsprekers van de witte bestelwagens kwam een door merg en been dringend geschreeuw van een hysterische man. De oproerpolitie versperde de bestelwagens de weg, terwijl het geschreeuw bleef voortduren. Ondertussen verzamelde zich een grote groep nieuwsgierigen rond dit opstootje. Wij probeerden wat omstaanders aan te spreken om wat uitleg te vragen, maar niemand in onze buurt verstond Engels. Uiteindelijk werd de bestelwagen doorgelaten en vervolgden we onze weg zonder wijzer te zijn geworden.

Om de dag in schoonheid af te sluiten kozen we een restaurant uit in Oost-Shinjuku. Het restaurant dat we op het oog hadden, was helaas volzet en zo kwamen we een verdieping lager terecht in een sfeervol restaurant dat met gordijnen in verschillende onderdelen verdeeld kon worden. We verstonden geen woord van de kaart. Er stonden wel een paar afbeeldingen bij de gerechten, maar geen enkel gerecht was in het Engels vertaald. We konden wel uitmaken wat hoofd- en voorgerecht was, maar wisten van de meeste gerechten niet eens of het vis of vlees was. Het was duidelijk dat toeristen niet tot het doelpubliek van deze eetgelegenheid behoorden.

Gelukkig bleek één van de diensters een jaar in Canada gewoond te hebben en was ze zo vriendelijk ons wat toelichting bij de gerechten op de kaart te geven. Bleek dat we in een soort fushion cooking restaurant waren terechtgekomen. We bestelden allerlei tapas die de dienster ons aanraadde. Haar persoonlijke favoriet was zoete aardappel met mayonaise en maple sirup. We twijfelden, maar lieten ons overtuigen. Eén van de gerechten op de kaart waarvan een foto stond afgebeeld zag eruit als een soort witte sushi. Dat wilden we graag proberen, maar de dienster leek te twijfelen of we dit wel zouden lusten. Zelf leek ze er niet bepaald een fan van te zijn. We lieten ons niet uit het lood slaan en bestelden toch dit gerecht. Als het zou tegen vallen, konden we het nog altijd laten staan.

Omdat het één van onze laatste avonden in Tokyo was, besloten we ons te laten gaan en bestelden we een glaasje Jacob’s Creek, mijn favoriete sparkling wine uit Australië (en nog eentje en nog eentje). Een maaltijd waarbij je Jacob’s Creek drinkt, daar kan al niet veel meer bij misgaan. En dat bleek ook zo te zijn. Alle gerechten waren om duimen en vingers af te likken. De verschillende gerechten werden één voor één aan tafel gebracht. Te beginnen met een salade met rauwe witte vis, cornflakes en de beste dressing ooit. Een vreemde combinatie die zalig smaakte. Daarop bracht onze Canadese dienster een slaatje van rauwe zalm, advocado en tomaat, gefrituurde inktvisballetjes met katsuobushi en een zoetig sausje, witte deegrolletjes met rauwe tonijn, een groene groente die me wat aan selder deed denken en een gedroogde kers (het gerecht dat ze ons afraadde, maar dat we allebei erg lekker vonden). En ja, die zoete aardappel met maple sirup, verdorie wat was dat lekker.

Helemaal voldaan keerden we terug naar het hotel, waar even later mijn broertje en zijn vriendin ook aankwamen. Terug van een succesvolle shopping trip en een bezoekje aan de MacDonalds. 😉 Mijn broertje had zelfs een figure gevonden die nog aan zijn collectie ontbrak. Iedereen tevreden.