Na een groentetaartje voor mij en een gegratineerde pasta voor mijn vriend vertrokken we naar Kata Tjuta. Kata Tjuta betekent “vele hoofden” in de taal van de aboriginals. De Westerse naam voor deze eigenaardige rotsformatie is de Olgas. De rotsformatie ontstond zo’n 300 miljoen jaar geleden. De hoogste piek van de Olgas is tweehonderd meter hoger dan Ayers Rock. Kata Tjuta bevindt zich op vijftig minuten rijden van Ayers Rock. Na een rustige rit, enkel onderbroken door een stop bij een viewpoint waar we een eerste blik op de vele hoofden konden werpen, kwamen we aan op het heetste moment van de dag. De zon die de laatste dagen wat verstek liet gaan, was op volle sterkte en we voelden ons een beetje ontmoedigd door de verschroeiende hitte. We voelden ook de inspanning van de voorbije dagen en het slaapgebrek en opeens leek een wandeling van drie uur met als moeilijkheidsgraad “high” in de volle zon ons niet meer zo’n goed idee.
We kozen wijselijk voor een korte wandeling van een uur die als “moderate” stond aangeduid. De Tatintjawiya wandeling naar Olga Gorge bleek ontzettend goed mee te vallen, ik zou ze zelfs eerder makkelijk noemen. De wandeling voerde ons een groene kloof tussen twee pieken van Kata Tjuta in. We hoorden overal rondom ons vogels fluiten, maar helaas hielden ze zich verborgen voor ons.
Na de wandeling hielden we een snelle sanitaire stop in toiletten waarin je de productie van al je voorgangers kon zien liggen. Water is hier kostbaar, zeker op zo’n afgelegen plek en dan is een toilet met gewoon een grote bak eronder de beste, zij het niet de smakelijkste, oplossing. Enfin,’t is te merken dat ik nooit bij de scouts geweest ben. 😉
Terug in het hotel namen we een verkwikkende douche om het stof en het zweet van ons af te spoelen. Daarna reden we richting Ayers Rock voor een tweede poging om een memorabele zonsondergang mee te maken. Ditmaal waren er meer kijklustigen op post, al verschool de zon zich regelmatig achter het wolkendek. Er waren zelfs mensen die een hele picknick bij zich hadden. Na een periode van (naar mijn mening) veel te lang wachten, begon het spektakel. Nuja, spektakel. Van de overweldigende kleur rood die je vaak in folders ziet, was geen sprake. De rots verkleurde van bruinrood naar bruin naar donkerbruin. Gelukkig hing er vlak boven Ayers Rock een mooie wolk die nog enige kleurvariatie te bieden had.
Achteraf was ik een beetje teleurgesteld. Na al die lyrische taal in de foldertjes had ik zoiets van: is dit alles? Een gewone zonsondergang, niets bijzonders aan. Waarschijnlijk zal het licht in de zomer een rodere gloed hebben en dichter de foto’s die je altijd ziet benaderen. Maar toch voelde ik me een beetje bekocht. Al een geluk dat ik een boekje bij had om het wachten te veraangenamen.
Op naar het restaurant dan maar. Ditmaal waren we zo slim geweest om te reserveren in het restaurant en konden we genieten van een uitgebreid buffet. Ik denk dat ik ondertussen al een groot deel van de inheemse diersoorten geproefd heb. Krokodil is een wit, nogal taai vlees dat een beetje te droog en te hard is naar mijn goesting. Kangoeroe is ook een wat taaier vlees, maar wel heel lekker als het juist wordt klaargemaakt. Emoe heb ik alleen nog maar in gerookte versie geconsumeerd. Mijn favoriete vis is zeker de barramundi: heel lekkere witte vis die je op veel verschillende wijzen kan klaarmaken. Raar: de patatjes zien hier wit vanbinnen en niet lichtgeel zoals we dat gewoon zijn. Wat het dessert betreft, liet ik met verleiden door de cheesecake die echt zo lekker was als ze eruit zag en helemaal niet zwaar.
Ik had trouwens een heel amusant gesprek met onze ober. Hij vroeg vanwaar ik kwam (standaardvraag om een gesprek te openen) en ik antwoordde met gepaste trots: België. “Oja,” antwoordde hij, “daar spreken ze Frans en Duits, zeker?” Ikke: “Ja, en Vlaams, nu ja, Nederlands eigenlijk. Ik spreek Nederlands.” Hij: “Een vriend van mij heeft een Nederlandse moeder en die kookt verrukkelijke nasi goreng.” Ik: “Euh, is nasi goreng geen Chinees gerecht?” Hij: “Misschien heette het niet nasi goreng, maar het is een heel lekker gerecht met bananen.” Ik: “Euh.” Dus lieve lezers, hebben jullie een idee welk Nederlands gerecht met bananen deze grappige ober zou bedoelen, laat een berichtje achter in de commentaren.
(Het hele voorgaande gesprek heb ik voor het leesgemak vertaald vanuit het Engels.)
En zo eindigde alweer een dag in Australië. De tijd gaat hier veel te snel.