Onze laatste voormiddag in Riga. De weersvoorspellingen gaven weer heavy rainshowers, maar ‘s ochtends scheen de zon. We brachten een bezoek aan het Mentzendorffhuis waar in de 17de en 18de eeuw rijke Duitse kooplieden woonden. Tijdens de renovatie van het huis enkele jaren geleden vond men mooie muur- en plafondschilderingen terug. Het leek me de moeite om deze met eigen ogen te aanschouwen. En dat was ook zo. De drie verdiepingen van het huis waren ingericht met meubilair uit de juiste periode en de nog bewaard gebleven muurschilderingen waren zeer verfijnd. Voor de twee bovenste verdiepingen moesten we stoffen schoenbeschermers aandoen om het parket niet te beschadigen. Op zolder troffen we vreemd genoeg een collectie hedendaagse bedspreien aan (of ik denk toch dat het bedspreien waren). In Riga maakt men wel vaker van de gelegenheid gebruik om in een historische context werk van hedendaagse kunstenaars tentoon te stellen (en te verkopen). Al is het getoonde werk vaak van niet al te hoge kwaliteit.
Na het bezoek aan het Mentzendorffhuis wilden we nog een boottochtje maken op de kanalen van Riga, maar de in de verte zich bijeen pakkende regenwolken deden ons van dit plan afzien. We aten snel wat overheerlijk gebak van een plaatselijke bakker en gingen terug naar ons hotel om natuurlijk onderweg overvallen te worden door een hevige regenbui. Goed dat we dat boottochtje niet meer gedaan hadden. We schuilden even in een hypermoderne winkelgalerij tot de regen wat geminderd was.
Min of meer droog bereikten we ons hotel. We zaten echter nog geen seconde in de veilige cocon van onze wagen toen de stortregens losbarstten. De mensen die op straat liepen waren in een paar seconden doorweekt en de straten veranderden in rivieren die, wanneer we erdoor reden, het water metershoog deden opspatten. Jaja, de heavy rainshowers hadden ons eindelijk ingehaald.
We reden door de regen en zagen onderweg meren en dennenbossen en veel leegte. We zagen ook dappere fietsers en zelfs wandelaars die kromgebogen de weergoden trotseerden. We waren niet meer zo ver verwijderd van de grens met Estland toen we een eenzame lifster langs de kant van de weg zagen staan, met wat leek op twee schilderdoeken. We stopten om te vragen waarheen ze een lift zocht.
Het meisje met de schilderdoeken moest naar de laatste stad voor de grens met Estland en was dolblij dat we haar een lift aanboden. Het vergde wat puzzelwerk om zowel haar rugzak als de schilderdoeken op de achterbank te krijgen, samen met onze rugzakken, maar het paste net. En zo reden we verder in het gezelschap van een schilderes in spé die ons leerde dat het Lets twee woorden heeft voor ooievaar. Twee woorden die ik natuurlijk al lang weer vergeten ben. We zetten haar af aan een klein museum waar er blijkbaar een vernissage was en wensten haar nog veel succes.
Verder valt er niet veel te vertellen over de rit. Het hondenweer bleef aanhouden tot we in Tallinn waren, waardoor we minder snel konden rijden en we pas rond zeven uur aankwamen. Bij het hotel aangekomen, bleek dat er geen plaats was op de parking van het hotel. We konden onze auto wel gewoon in de straat parkeren, maar enkel tot zeven uur ‘s ochtends kon hij daar gratis blijven staan. We sakkerden een beetje en besloten hem dan toch maar gewoon in de straat te parkeren. We zouden de wekker ‘s ochtends wat vroeger zetten en dan hopen dat er een plek vrijkwam in de parking van het hotel.
De regen was ondertussen geminderd, maar de donkere regenwolken deden ons vrezen dat dit slechts een korte regenpauze zou zijn. We zochten in onze reisgids een restaurant niet te ver van ons hotel. Toevallig viel mijn oog op een restaurant dat, net als het restaurant waar we in Vilnius zo lekker gegeten hadden, Pegasus heette. Het was een straat verder dan ons hotel dus makkelijker kon niet. Of dat dachten we toch, want de huisnummers in de Baltische staten, daar valt geen lijn in te trekken. Uiteindelijk vonden we het toch, maar bleek het Fish&Wine te heten of was het misschien op een andere verdieping in hetzelfde gebouw. Enfin, het maakte niet uit.
We vonden een gezellig tafeltje op het overdekte terras zodat we toch nog buiten konden eten, maar zeker droog zouden blijven. We werden heel vriendelijk onthaald en omdat we wisten dat de alcohol in de Scandinavische landen veel duurder zou zijn, bestelden we een flesje witte wijn, nu dit nog kon voor een schappelijke prijs. Mijn vriend nam een voorgerechtje met allerlei soorten vis en ik nam de tartaar van zalm. Als hoofdgerecht bestelden we beiden de пельмени (pelmeni) van het huis mét kaviaar. Pelmeni is de Russische pierogi of ravioli. Het is maar hoe je het bekijkt. 😉
Het eten was geweldig. De pelmeni was echt om duimen en vingers bij af te likken. We genoten. Omdat het zo lekker was, bleven we plakken en liet mijn vriend zich een plaatselijk digestief aanraden door de ober. Hij kreeg een Vana Tallinn voorgeschoteld. Zelf had ik nog net ruimte voor een dessertje: zelfgemaakte passievruchtentruffels. Al kon ik het natuurlijk niet laten om even van het glaasje van mijn vriend te proeven. Ik was meteen verkocht en kon niet anders dan zelf ook zo’n glaasje bestellen. Vana Tallinn is een zoete likeur die vlot binnengaat en daardoor waarschijnlijk ook een beetje verraderlijk kan zijn. Dit drankje vormde de perfecte afsluiter van onze eerste avond in Tallinn.
Toen we de rekening kregen, moesten we wel even slikken. Het gebeurt niet vaak dat we een rekening voorgeschoteld krijgen van meer dan 1000. Gelukkig waren het geen euro’s, maar Estse kronen. Ons bezoekje aan Tallinn is alleszins een zegen voor ons hoofdrekenen, want delen door 15,5 is niet echt zo voor de hand liggend. Gelukkig wordt binnenkort de euro ingevoerd in Estland.
Voordat we ons bed opzochten, maakten we nog een kleine wandeling door de straten van Tallinn. Op het plein bij het raadhuis zaten de terrasjes goed vol en in de bars werd alles klaargemaakt voor een nachtje feest vieren. Mensen die graag uitgaan, zullen zich zeker niet vervelen in Tallinn. In het stadscentrum vind je de ene nachtclub na de andere. Zelf hielden we het bij een gezellige avondwandeling en zochten we nog voor middernacht ons bed op.