Om op gepaste wijze afscheid te nemen van het Thalasso Concarneau Spa Marin Resort Hotel in Concarneau hebben we ditmaal een zeer uitgebreid ontbijt besteld. We hebben ondertussen ons lesje geleerd!
Na het ontbijt pakken we onze valiezen en rijden we naar de laatste bestemming van deze vakantie: Vannes. Onderweg hebben we een tussenstop gepland om de befaamde megalieten van Carnac te bezoeken. We parkeren onze wagen op een vrij lege parking en beginnen aan een wandeling langs rijen en rijen menhirs. Zeer indrukwekkend. Alleen jammer dat het niet mogelijk is om tussen de menhirs te wandelen: een omheining scheidt ons van deze getuigen van een in mysterie gehuld verleden. Want ja, op de site staan wel een aantal plakkaten die gissen naar de bestaansreden van deze velden, maar laten we eerlijk zijn: hoeveel onderzoek hiernaar ook zal verricht worden: de échte reden van deze bijzonder groepering van rechtopstaande stenen zullen we nooit weten.
Mijn vriend en ik wandelen langs het omheinde menhirveld tot aan het officiële onthaalcentrum. We informeren of het nog mogelijk is die dag een geleide wandeling te boeken, om op die manier toch dichter bij de menhirs te geraken. Helaas, alles is volzet. Om onze teleurstelling te verbijten kopen we dan maar een biologisch waterijsje en wandelen we verder langs de fascinerende megalieten.
Op de informatieborden langs de omheining lezen we over een plaatselijke actiegroep die ijvert voor het neerhalen van de omheining en het openstellen van de site voor iedereen. Tegelijkertijd trekt de actiegroep ook stevig van leer tegen te plannen om van deze plek een soort attractiepark te maken. En ik volg helemaal. Zo’n wonderbaarlijke plek zou vrij te bezoeken moeten zijn door iedereen. Je kan dan nog geld vragen voor geleide bezoeken of de mensen vragen een vrijwillige bijdrage te doen om deze plek te onderhouden. Op mijn bijdrage zouden ze alvast kunnen rekenen!
Maar goed, de omheining staat er nog steeds en wij wandelen in de warme middagzon langs de velden met rijen en rijen menhirs. De wandeling voert ons vervolgens een stukje het bos in naar Tumulus Saint-Michel, een neolithische grafheuvel met op de top een zestiende-eeuws kerkje. Het is ondertussen al 14u en we hebben nog niets gegeten… We laten de grafheuvel dus even links liggen en wandelen naar het naast de grafheuvel gelegen Hotel Le Tumulus (qua originaliteit kan deze naam tellen!). We melden ons aan bij de receptie in de hoop dat het restaurant nog open is. Helaas… Gelukkig biedt de vriendelijke dame ons een alternatief aan: een driegangenmenu geserveerd in glazen weckpotten. Klinkt interessant!
We vinden een plekje in de prachtige tuin onder de schaduw van een grote boom met uitzicht op het zwembad. Niet slecht, helemaal niet slecht. En onze menu in potjes is ook verrassend lekker. Goed concept eigenlijk: de potjes worden wellicht een dag op voorhand klaargemaakt en hoeven dan enkel geserveerd en in sommige gevallen opgewarmd te worden.
Na deze bijzonder prettige lunch beklimmen we de tumulus en genieten van het uitzicht op de omgeving. We kunnen zien tot aan de zee! We wandelen doorheen het bos terug naar onze wagen en rijden vervolgens verder naar Hotel Escale Oceania in Vannes. We checken in en droppen onze valiezen op de kamer. De kamer is proper maar zo klein dat er amper ruimte is om onze twee valiezen open te leggen. Nuja, geen erg, op vakantie dient een hotelkamer voor ons toch alleen maar om te slapen, te seksen en te douchen.
We parkeren onze wagen een beetje verder van het hotel, waar we gratis kunnen parkeren en lopen te voet naar het centrum van Vannes. Vannes is een gezellig stadje met mooie vakwerkhuizen, een prachtige kathedraal en indrukwekkende omwallingen. Wij zijn alvast onder de indruk. Ook hier is de stempel van Vauban zichtbaar aanwezig in de versterkingen en bijhorende torens.
In het toeristische gedeelte van Vannes is het op de koppen lopen en zelfs met mondmasker op voelen we ons niet helemaal op ons gemak. Om te vermijden dat we in een toeristenval terecht komen, reserveren we via The Fork bij Indisch restaurant L’Indus een beetje buiten het stadscentrum gelegen. Wij zijn de eerste klanten van de avond en krijgen een tafel met kraakwit gesteven tafelkleed vlakbij het raam. Uiteraard bestel ik mijn favoriete Indische drankje: een mango lassi. Het eten is zeer lekker en we zijn opgelucht wanneer er toch een paar andere klanten het restaurant binnen stappen. Zou zonde zijn, mocht dit restaurant overkop gaan.
Na de maaltijd is onze energie op, we keren terug naar het hotel en kruipen op tijd in bed.