En dan denk je opeens

Op de ochtendlijke trein richting Brussel: “Shit, heb ik de deur naar het dakterras wel dichtgedaan deze morgen?” “Shit, shit, ik kan me niet meer herinneren dat ik die deur heb dichtgedaan.” “Shit, shit, shit, net nu mijn verhuurders op reis naar Spanje zijn vertrokken.” “Shit, shit, shit, wat als iemand met slechte bedoelingen merkt dat die deur op het tweede verdiep open staat en langs achter het huis binnen sluipt om alles leeg te roven. “Shit, shit, shit, shit, en dat moet net gebeuren op die ene dag dat ik een hotel geboekt heb om in Brussel te blijven slapen.” “Shit, shit, shit, shit, shit, ik kan geen rechtsomkeert maken, want non-stop vergadering tot 16u.”

Me gans de dag op mijn ongemak gevoeld natuurlijk, met beelden van lege, overhoop gehaalde huiskamers die door mijn hoofd flitsten. Voor mijn eigen gemoedsrust dan maar de trein terug naar Berchem genomen, aldaar in een taxi gesprongen die natuurlijk hopeloos kwam vast te zitten in het verkeer, om vervolgens vast te stellen dat de deur naar het terras uiteraard mooi op slot was.

Mezelf vervloekend met dezelfde taxi terug naar Berchem om aldaar nog net op de eerste de beste trein naar Brussel te springen.

Een mens moet iets over hebben voor zijn gemoedsrust.