Vandaag om 6.20u uit de veren, want mijn vlucht naar Valencia vertrekt om 8.35u. Mijn vriend en ik hadden in september 2020 al eerder een bezoek aan Valencia gepland. Door de pandemie werden onze vluchten toen geannuleerd en kon dat bezoek niet doorgaan. Ik was dus heel verheugd toen mijn vriend mij een tijd geleden liet weten dat hij voor zijn werk naar een conferentie in Valencia moest. Een hotelkamer op kosten van zijn werk, dat kon ik niet laten schieten. Zelfs al viel deze week door de grote drukte op het werk voor mij niet ideaal.
Dus ja, het vroege opstaan, doet pijn (ik was dan ook zo dom geweest om de volledige puntentelling van het Eurovisiesongfestival tot het einde uit te zitten, terwijl het eigenlijk al van bij het begin duidelijk was dat Oekraïne zou winnen), maar het vooruitzicht van een weekje Valencia maakt veel goed.
Op een kleine vertraging na verloopt de vlucht naar Valencia vlekkeloos. In de luchthaven moet ik een beetje geduld uitoefenen tot mijn bagage van de band rolt (toch altijd weer een opluchting dat je koffer niet per ongeluk op een andere vlucht is beland) en vervolgens neem ik een taxi naar het hotel. Ik ben te vroeg om al te kunnen inchecken, dus laat ik mijn valies achter en trek ik de stad in. Mijn vriend die vanuit Genève naar Valencia vliegt, landt een drietal uur na mij, dus ik heb de gelegenheid om de stad al even op mijn eentje te verkennen.
Maar eerst tijd voor lunch! Ik beland in een rustig filiaal van Bertal en bestel een rollo met een smoothie en rond mijn, niet zo gezonde, lunch af met een klein koffiekoekje. Ik maak gebruik van het feit dat ik mijn laptop bij heb om nog wat werkmails te beantwoorden. Hierdoor loopt mijn lunch ietwat langer uit. Maar voor mijn gemoedsrust doet het deugd om mijn achterstallige mails te zien slinken.
Na een laatste keer op ‘verzenden’ geduwd te hebben, trek ik op verkenning in de gezellige straatjes van het oude stadscentrum van Valencia. Het is behoorlijk warm met mijn zware rugzak en mijn fototoestel rond mijn nek, maar de stad weet me onmiddellijk te bekoren.
Op de Plaça de la Mare de Déu stoot ik op een manifestatie die oproept tot vrede in Oekraïne. De blauw-gele vlaggen zijn overvloedig aanwezig en een operazangeres zingt een ode aan Oekraïne. Ik moet toegeven dat ik er hartzeer van heb: weer een oorlog in het hart van Europa. En waarom? Om de grootheidswaan van één man en zijn aanhangers te bevredigen, die menen dat zij het recht hebben de in het verleden ‘verloren’ Russische gebieden opnieuw te annexeren. Ik kan me goed voorstellen dat de Baltische staten de laatste ontwikkelingen met argusogen volgen.