Mijn ter ziele gegane hobby’s

Wat is een hobby die je vroeger deed maar die je nu niet meer doet? Zou je deze hobby graag terug oppikken? Wat houdt je tegen?

Een paar jaar geleden heb ik mij eens bezig gehouden met het opstellen van een lijstje met al dan niet ter ziele gegane vrijetijdsactiviteiten. Ondertussen mogen aan dit lijstje nog een aantal activiteiten aan toegevoegd worden en ben ik nog steeds naarstig op zoek naar mijn échte passie. Al moet ik toegeven dat ik de hoop die ooit te vinden zo langzamerhand heb opgegeven.

Min of meer nieuwe activiteiten:

De hobby die ik het liefste weer zou opnemen is muziek spelen. Mijn dwarsfluit die hier al jaren in een hoekje van de kast stof ligt te vergaren, opnieuw ter hand te nemen en een harmonie of een kamerorkest met niet al te grote ambitie zoeken. Of misschien wel een gans nieuw instrument proberen onder de knie te krijgen. Dat lijkt me nóg leuker. Maar zoals mijn vrijetijdsbesteding er momenteel uitziet, lijkt me dit niet echt realistisch. Al ben ik ervan overtugid dat als je iets écht graag wil doen, je tijd maakt. Dus misschien ben ik gewoon te lui om me er opnieuw aan te zetten.

Een les in nederigheid

Dus zondagochtend ging ik meespelen met een Leuvens harmonie-orkest. Toegegeven, het was hoogmoedig van me om te denken dat na meer dan tien jaar inactiviteit mijn fluitkunsten niet roestig zouden zijn. Maar boy, oh boy, ik had niet verwacht dat het zó erg zou zijn. Het koude zweet brak me al uit na de eerste maten van het eerste stuk en toen had ik nog tweeënhalf uur repetitie te gaan. Ik had zelfs moeite met het lezen van de noten in het derde octaaf. Absoluut beschamend. Ik kon wel door de grond zakken. En naast het feit dat ik driekwart van de repetitie geplaybackt heb, kreeg ik mijn fluit ook niet goed gestemd. Al die jaren inactiviteit zal het instrument geen deugd gedaan hebben.

Natuurlijk had ik moeten oefenen op voorhand, maar ik dacht, hey, er zal toch wel iets blijven plakken zijn van al die jaren zwoegen en zweten. Blijkt dat fluitspelen toch niet zoiets als fietsen is. Oefening baart in dit geval zeker kunst. Nu heb ik twee opties: ofwel oefen ik me te pletter voor de volgende repetitie, ofwel geef ik er, na amper één repetitie de brui aan. Wetende dat als ik er nu de brui aan geef, dit waarschijnlijk voorgoed zal zijn, want wanneer zal ik opnieuw de goesting en de tijd vinden om al die toonladders te oefenen om mijn vingervlugheid terug te krijgen?

Het is vreemd, aan de ene kant wilde ik al lang terug in een orkest spelen, maar eigenlijk voel ik dat de echte motivatie ontbreekt. Teleurstellend.

Mijn instrument

Ik vermoed dat niet veel van mijn lezers op de hoogte zijn van het feit dat ik een instrument bespeel. De dwarsfluit meer bepaald. Waarom dwarsfluit? Tja, om dezelfde reden als zovelen van mijn generatie: Berdien Stenberg. Toendertijd niet weg te branden van de tv. Achja, wat kan ik zeggen? Ik was jong en beïnvloedbaar en de meeste andere instrumenten (buiten piano en viool) waren grote onbekenden voor mij. Pas op, ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze, maar moest ik opnieuw voor dezelfde keuze mogen maken, het zou waarschijnlijk hobo worden.

Het is jammer, maar de laatste twee jaar heb ik mijn fluit niet meer aan de lippen gezet. Het komt er niet meer van. Nochtans ben ik best wel trots op mijn kunnen. Ik was alles behalve een natuurtalent, maar heb me zonder al te veel problemen door de eerste jaren dwarsfluitles geworsteld, daar waar mijn medestudentjes het één voor één lieten afweten. Mijn eindexamen dwarsfluit moet zowat het enige examen geweest zijn, in mijn zeer uitgebreide examencarrière, waar ik mij écht voor ingespannen heb. Een jaar lang, elke dag twee uur spelen. Een geweldig technisch stuk van buiten geleerd. Het eindexamen was een triomf: grote onderscheiding. Ik had nooit gedacht dat ik het in me had. Ik beschouwde mezelf altijd als de mindere van mijn medestudentjes, die duidelijk meer muzikaal talent bezaten.

Eens aan de unief hield ik mijn muzikale verleden in ere. Ik speelde jarenlang bij het Arenbergorkest, maar geleidelijk aan kwamen er andere prioriteiten in mijn leven. De dwarsfluit raakte in de verdrukking. Ik bleef rondlopen met vage plannen om mij opnieuw aan te sluiten bij een orkest, maar zette nooit de stap naar daadwerkelijke actie. Die plannen zijn er nog steeds, maar ze zijn nog altijd even vaag. Wie weet, ooit, als ik eens wat meer tijd heb…