Chuck stond stipt om 9.00u aan de receptie van het Natulux hotel in Furano. Tijdens de rit naar Asahikawa praatten we na over de fiets- en wandeltochten van de voorbije dagen. We spraken ook over zijn thuisland Australië en dan meer bepaald Tasmanië waar hij oorspronkelijk vandaan komt. Hij vertelde dat hij een tijd bij zijn schoonouders in Tokyo had ingewoond op een appartementje van 40 vierkante meter, waar dan ook nog eens in het weekend de zuster van zijn vrouw en haar gezin kwamen logeren. Niet echt comfortabel, zeker niet als je de leegheid van een land als Australië gewoon bent. Onze gesprekken deden me alvast terug verlangen naar onze reis door Australië.
Rond half elf konden we inchecken in hotel Loisir in Asahikawa en begon het derde gedeelte van onze Japanreis. Dit was het minst goed voorbereide gedeelte van de reis. De informatie in mijn reisgids was erg summier tot onbestaande, dus moesten we het doen met de foldertjes die we ter plekke konden vinden en de informatie op tripadvisor. Blijkbaar was Asahiyama zoo één van de topattracties van Asahikawa, gekend voor de manier waarop de dieren getoond worden aan het publiek.
Omdat we niet goed wisten wat anders doen, namen we de bus naar de zoo. Misschien was het de terugslag van de voorbije dagen, maar de hitte leek nog zwaarder dan anders. We voelden ons allebei niet echt in topvorm en ook de zoo kon ons maar matig inspireren. Een zoo blijft een plek waar dieren opgesloten zitten om getoond te worden aan de mensen. En het is waar dat er duidelijk inspanningen gedaan werden om de leefomstandigheden van de dieren te verbeteren en sommige leefomgevingen waren erg leuk: de klimpalen voor de apen, de buis waarin de zeeleeuwen zwommen, de sproeiers voor de arme pinguins die duidelijk evenveel last hadden van de warmte als wijzelf, maar andere kooien waren nog een erfenis uit een vorig tijdperk en konden een make-over gebruiken.
Er was ook veel te weinig groen in de tuin, waardoor je moest zoeken naar een plek met schaduw en dat terwijl het meer dan dertig graden was. Dé populairste attractie in deze dierentuin is het voederen van de dieren. Tijdens het voederen vertelden de verzorgers allerlei bijzonderheden over de dieren. Vooral de oerang-oetans waren kostelijk terwijl ze om voedsel bedelden en demonstreerden hoe ze werktuigen konden gebruiken. Omdat de uitleg enkel in het Japans was en gedragingen van dieren niet echt tot onze courante woordenschat in de Japanse les behoorden, verstonden we er quasi niks van.
De hitte bleef drukkend en zelfs een ijsje kon me niet beter doen voelen. We namen dan maar de bus terug naar het stadscentrum om daar nog wat rond te lopen. Voor wie ooit de bus in Japan wil nemen: je stapt bij de deuren in het midden op en betaalt bij het uitstappen aan de chauffeur. Betalen kan met een Suica-kaart (als de busmaatschappij in kwestie dit aanvaardt, wat in Hokkaido niet het geval is) of gewoon cash. Je geeft het juiste bedrag van de rit aan de chauffeur. Hoeveel je moet betalen kan je aflezen op het bord boven de chauffeur. De prijs is afhankelijk van het aantal haltes dat je meereist.
Voor het avondmaal hadden we niet zoveel inspiratie. Na de douche om al het zweet van ons lijf te spoelen, besloten we dan maar gewoon het buffet van het hotel zelf te proberen. Dat was een goeie beslissing, want het aanbod was overdadig. Er was zelfs een chef die enkel maar krab klaarmaakte voor de gasten. Als je ooit naar Hokkaido gaat, moet je zeker krab proberen. Elke viswinkel verkoopt er verse krab en de krab wordt in allerlei verschillende gerechten en op wel honderd verschillende manieren verwerkt. Een ander favoriet gerecht van mijn vriend en mezelf is warme rijst met daarop rauwe vis, vooral viseieren zijn heel lekker op die manier.
We waren net aan het bedenken wat we als dessert zouden nemen, toen we merkten dat de bediening de mensen aan de tafels begon aan te spreken om weg te gaan. We hadden niet meteen door wat er aan de hand was, tot één van de bedienden in haar beste Engels kwam zeggen dat het hotel geëvacueerd werd (evacuatie behoort ook niet tot onze courante Japanse woordenschat). Wat de reden voor de evacuatie was, wist ze niet te zeggen. Nu, als iemand mij zegt dat ik moet evacueren, dan doe ik dat ook.
En zo stonden we even later met alle mensen die in het hotel waren (en dat waren er veel, want hotel Loisir is erg groot en heeft drie restaurants) op een pleintje te kijken naar het gebouw. We zagen nergens rook en ook geen brandweerwagens, dus een brand leek ons uitgesloten. Er was wel veel politie opgetrommeld. Spijtig genoeg verstonden we niks van wat er door de luidsprekers van de politie-auto meegedeeld werd. Gelukkig was er een vriendelijke bediende van het hotel die ons regelmatig in het Engels kwam uitleggen wat er aan de hand was.
We vernamen dat er een bommelding geweest was met dit hotel als doelwit. Blijkbaar was dit niet de eerste bommelding in Asahikawa, want een ander hotel was eerder diezelfde week ook het slachtoffer geweest van zo’n melding. Gelukkig bleek de melding toen vals, maar natuurlijk neemt de politie in zo’n geval geen enkel risico. Mijn vriend en ik waren echt onder de indruk van de professionaliteit van de staf van het hotel. Ze brachten handdoeken voor de oudere mensen en de kinderen om hen warm te houden. Beetje vreemd als je bedenkt dat het ongeveer 26 graden was op dat moment, maar wel vriendelijk.
De hele evacuatie duurde ongeveer een uur en toen mochten we het gebouw opnieuw binnen. Wij namen opnieuw plaats in het buffetrestaurant en kozen een dessertje uit. Het zou zonde zijn om al dat lekkere eten te laten slecht worden. Toen we wilden afrekenen, zei men ons dat we gegeten en gedronken hadden op kosten van het hotel. Ter compensatie van het ongemak. Erg vriendelijk, maar absoluut niet nodig voor mij. Het is immers niet de schuld van het hotel dat iemand een valse bommelding doet.
Wij maakten ons verder niet al te veel zorgen meer en sliepen die nacht als een roosje.