Blijkbaar ben ik een ongelooflijk aantrekkelijk doelwit voor pickpockets. Jawel, voor de zoveelste keer ben ik erin geslaagd mij mijn portefeuille te laten ontfutselen.
Het was nochtans aangenaam, samen op een terrasje op het Muntplein met drie collega’s. Een lang ingepland etentje om elkaar ook eens in een wat informelere context te ontmoeten. De temperaturen waren zomers, mijn mosselen waren lekker, kortom, het was genieten. We rekenden af en keerden terug naar kantoor. En dan moet het gebeurd zijn. Tussen de paar minuten dat we nog op het terras zaten te wachten op ons wisselgeld en de tocht van tien minuten terug naar het werk.
Bij het binnenkomen in ons kantoorgebouw merkte ik dat mijn rugzak open stond en gingen meteen de alarmbellen af. En ja, mijn vrees werd bewaarheid. Geen spoor meer van mijn portefeuille. Ontvreemd in onze hoofdstad. Ondertussen ben ik al bekend met de handelingen die het bestolen worden met zich meebrengen. Bellen naar card stop, aangifte gaan doen. Allemaal erg vervelend en al een geluk dat ik in de namiddag geen vergadering met externen had, zodat ik deze rompslomp zo snel mogelijk kon afhandelen.
Ik kan alleen maar hopen dat ik net zoals de voorgaande keren (ik ben erg goed in het bestolen worden) mijn portefeuille, of op zijn minst toch de kaarten in die portefeuille, weer terug krijg. Minus het geld. Die meer dan honderd euro, daar mag ik een kruis over maken. Ach ja, er zijn ergere zaken in het leven.