Opgestaan met regen en volgens de voorspellingen gaat het de ganse dag regenen. Blah. Gelukkig is er het geweldige ontbijt in het hotel om mij wat op te beuren. We hebben geen grootse plannen voor vandaag, dus gaan we eerst op zoek naar een extra geheugenkaartje voor mijn fototoestel. Ik ben namelijk aan mijn laatste megabytes bezig. Ben trouwens ook ergens de dop van mijn lens kwijtgeraakt (I know, ik ben ondertussen de tel kwijtgeraakt van hoe vaak me dit al overkomen is). De missie is een half succes: we vinden zonder problemen een nieuwe geheugenkaartje, maar een dop voor mijn lens verkopen ze niet in de nochtans gigantische elektronicawinkel die we gevonden hebben. Nuja, zonder gaat ook.
Wanneer we uit de winkel komen, stellen we tot onze grote vreugde vast dat het gestopt is met regenen. De voorspellingen zaten er dus glansrijk naast. Niet dat we daarom malen, natuurlijk! Omdat de afstanden in Busan te groot zijn om te voet te doen (Busan heeft een oppervlakte van 456 km² en meer dan 3,5 mio inwoners), kopen we een ticketje voor de hop on hop off bus. Die brengt ons naar het UN Memorial Cemetery and Peace Park, het enige UN kerkhof ter wereld. Op het kerkhof liggen de gesneuvelden van het UN Command die het leven lieten tijdens de Koreaanse oorlog. Het kerkhof bevat in totaal 23.000 graven van gesneuvelden afkomstig uit 21 verschillende landen, waaronder ook België.
We beginnen ons bezoek aan deze bijzondere plek met een film die de geschiedenis van de Koreaanse oorlog en de betrokkenheid van de UN daarin uiteen zet. Uiteindelijk komt het erop neer dat de tussenkomst van de UN geen succes was, de UN troepen uiteindelijk werden teruggetrokken en het de Amerikanen waren die verder de kastanjes uit het vuur moesten halen. Het resultaat van deze trieste passage in de Koreaanse geschiedenis is jullie wel bekend: de creatie van de befaamde DMZ en een wapenstilstand tussen het Noorden en het Zuiden die 65 jaar later nog steeds niet officieel werd omgezet in een vredesverdrag.
Het kerkhof is een plek die indruk maakt. Geen grassprietje groeit hier verkeerd en hoewel de plek zich midden in de stad bevindt, ademt alles rust en sereniteit uit. Prachtig. De zon gaat er zelfs van schijnen.
Na ons bezoek aan het kerkhof nemen we een rode hop on hop off dubbeldekkerbus met een open dak. Aangezien het weer een pak beter is, durven we het aan ons op de bovenste verdieping te placeren. Bij het opstappen, vraagt de chauffeur van de bus vanwaar we afkomstig zijn. Dus ik mijn mijn beste Koreaans gezegd dat we Belgen zijn (벨기에 사람이에요). Wat voor de chauffeur voldoende aanleiding is om de rest van de rit grapjes over België te maken doorheen de microfoon. Oh well, ik versta er toch de helft niet van. 😉
Een beetje later stappen we over op een groene bus (de hop on hop off routes zijn opgedeeld in vier verschillende circuits: blauw, groen, geel en rood) die (naar we hopen) ons naar de Oryukdo eilandjes moet brengen. We hebben de ganse bus voor ons alleen en de chauffeur vraagt een paar keer of we wel zeker zijn dat we deze bus willen hebben. Wij dubbel checken de busroutes en knikken overtuigend: jawel.
En we hebben ons niet vergist: we stappen uit bij de bushalte die we in gedachten hadden. De eilandjes zelf kunnen we niet bezoeken, maar er is wel een glazen skywalk met uitzicht op de zee en de eilandjes. Maar eerst lassen we een korte stop in bij een café waar we een smoothie, een koffie en een cupcake bestellen. Voor we op de glazen skywalk mogen, moeten we plastieken overschoenen over ons schoeisel doen. Dit ongetwijfeld om de glazen vloer te beschermen. Deze vloer heeft echter duidelijk al hard afgezien: door de vele krassen op het glas is de sensatie van boven een rotsachtige afgrond te staan helemaal weg. Maar het uitzicht op de eilandjes is wel mooi. De Oryukdo eilandjes zijn befaamd omdat het er, afhankelijk van de dag en de getijden, soms vijf, dan weer zes lijken te zijn.
We nemen achtereenvolgens een groene en een rode bus tot aan het Dongbaekseom schiereiland. Het dichtbegroeide schiereiland bevindt zich vlakbij Haeundae Beach en is echt de moeite van een bezoekje waard. Alleen jammer dat we te laat zijn om het Nurimaru APEC House te bezoeken. Blijkt trouwens dat Busan zijn eigen versie heeft van de kleine zeemeermin: een zeemeerminstandbeeld dat refereert aan de legende van prinses Hwagok. Uiteraard een populair beeld om mee op de foto te gaan. Toeristen zijn zo voorspelbaar. 😉 We wandelen over het mooie wandelpad dat is aangelegd rondom het eiland en genieten van het prachtige uitzicht op Haeundae Beach.
We eindigen onze wandeling bij The Bay 101 alwaar ik het niet kan laten opnieuw zo’n lekker ijsje te kopen. Een ideaal voorgerechtje, nietwaar, Want we moeten nog op zoek naar een plek om te eten. Vlakbij de zeepromenade merken we dat er een heus tentenkamp ontstaan is van kleine, met plastic zeil overdekte stalletjes waar ajumma‘s seafood klaarmaken. Wellicht worden deze stalletjes hier enkel voor het weekend opgezet, want tijdens onze eerdere wandeling hebben wij deze niet opgemerkt. Alsof het zo moest zijn, begin het net op dat moment te regenen. En geen lichte motregen, deze keer, maar dikke druppels. Aangezien ik altijd al in zo’n overdekt stalletje heb willen eten (insert Korean drama cliché), installeren we ons in het eerste het beste stalletje waar plaats is.
Even schetsen hoe zo’n stalletje eruit ziet: In het midden van het stalletje staan aquaria met levende vissen en schaaldieren. Daarrond is een soort toog gebouwd waarrond krukjes staan waarop je kan zitten. Je kijkt dus letterlijk naar de dieren die je enkele minuten later op je bord krijgt. We twijfelen er trouwens geen moment aan dat alles super vers is, want terwijl wij ons installeren, komt een visser op een brommer nieuwe schaaldieren leveren.
De ajumma van dienst is (letterlijk) een kleurrijke dame met paars en roos haar en een brede, enthousiaste glimlach. Ze is duidelijk blij dat er twee westerlingen haar kraampje komen binnen waaien. We kunnen om heel eerlijk te zijn, niet zo heel goed uit aan de menu, maar gelukkig is er een Koreaans koppel aanwezig dat ons een beetje helpt met vertalen. Ik zie dat het meisje van het koppel bewegende inktvis op haar bord heeft, iets wat ik altijd al heb willen proberen. Het gerecht heet San-nakji en, maak jullie geen zorgen, de inktvis is wel degelijk dood. De tentakels van de inktvis blijven echter bewegen door de zenuwactiviteit in de tentakels. Het is wel bijzonder om iets dat beweegt in je mond te steken. De smaak is eerder gewoontjes, maar ‘t is het idee dat telt. En oja, de ajumma vindt het nodig mij persoonlijk wat stukjes inktvis te voederen. 😉
De inktvis is uiteraard maar een quirky voorgerechtje. We zien dat het koppel naast ons kreeft heeft besteld en besluiten gewoon te volgen. De ajumma vraagt ons of we wel zeker zijn, want kreeft is duur. Ze laat ons zelfs op een rekenmachine zien hoeveel won ons dit zal kosten. Wij knikken van ja: bring it on! En man, dat hebben we ons niet beklaagd! We krijgen eerst sashimi van kreeft, daarna een bereide versie van de kreeft en als afsluiter kreeftensoep met ramen. Heerlijk! En jawel, de soju vloeit rijkelijk. Super ervaring!
Na alweer een overvloedig avondmaal genieten we nog wat van het (illegale, zo blijkt, want er komt een boodschap uit de luidsprekers die het afsteken verbiedt) vuurwerk op het strand en ik steek zelfs even mijn voeten in het water.
Op het hotel draaien we voor de laatste keer dronken een wasje. Beetje surreële afsluiter van een zeer afwisselende dag.
Belgenmoppen beginnen vertellen omdat er Belgen aanwezig zijn…bijzonder :p