Omdat we de dagelijkse zoektocht naar ontbijt een beetje beu zijn, reserveerden we de dag voordien voor het ontbijt in ons Mini Hotel 141. Onze verwachtingen zijn niet al te hoog, want we betaalden voor dit ontbijt slechts 2000 won per persoon (1,5 euro). Na al dat overvloedige eten van de laatste dagen, vinden we het echter geen van beiden erg om het met wat minder te doen. En ja, veel meer dan een hardgekookt ei, geroosterd brood, confituur en cornflakes treffen we niet aan in de behoorlijk ongezellige en raamloze ontbijtzaal in de kelder van het Mini Hotel.
Helaas, ook vandaag regent het. We proberen het niet aan ons hart te laten komen en vertrekken met de wagen naar de Bunhwangsa tempel en haar stenen pagoda, daterend uit 634. De pagoda is de oudste pagoda van het Silla koninkrijk en jawel, daarom National Treasure no. 30! De pagoda telt drie verdiepingen, maar volgens oude bronnen zouden dit er vroeger negen geweest zijn. Doordat de bovenste verdiepingen van de pagoda ingestort zijn, is het niet langer mogelijk de pagoda te betreden. Dat de pagoda er nu redelijk goed uit ziet, komt doordat de Japanners deze gedeeltelijk gerestaureerd hebben tijdens de bezetting van Korea in 1915.
Vlakbij de Bunhwangsa tempel liggen de ruïnes van de Hwangnyongsa tempel. Deze tempel was volledig gebouwd in hout zonder gebruik te maken van ijzeren nagels om de negen verdiepingen hoge structuur bij mekaar te houden. De tempel moet een fenomenaal gezicht geweest zijn. Met zijn hoogte van 68 meter was het in de 7de eeuw het hoogste gebouw van Oost-Azië. Jammer genoeg zijn op de site enkel nog de overblijfselen van het grondplan van dit ongetwijfeld indrukwekkende tempelcomplex te zien. In 1972 vonden er opgravingen plaats op deze site die zo’n 40.000 artefacten opleverden. Ongetwijfeld een archeologische droom om aan zo’n opgraving te kunnen meewerken.
De site waar vroeger de Hwangnyongsa tempel lag, is een groen open veld omringd door bergen, waar tientallen witte reigers zitten te genieten van het zonnetje dat inmiddels is doorgebroken. We waden door het groene gras om ons een beeld te vormen van de afmetingen van de bouwwerken die hier vroeger stonden, tot ik een slang vlak voor mijn voeten zie wegglippen. Ongetwijfeld ook aan het genieten van het zonnetje. 😉
Omdat het ontbijt deze ochtend nogal karig was, hebben we zin in een uitgebreid middagmaal. We rijden terug naar de parking vlakbij Tumuli-gongwon, parkeren de auto en lopen te voet naar het restaurant dat onze Lonely Planet gids aanraadt. Helaas, net vandaag is het sluitingsdag. Op goed geluk lopen we een ander etablissement in dezelfde buurt binnen. We zijn de enige westerlingen in het restaurant. Rondom ons zien we Koreanen die hier duidelijk komen eten tijdens hun lunchpauze. We laten onze schoenen achter aan de ingang en hurken aan een lange tafel naast drie Koreanen. Uiteraard is er geen Engelstalig menu, dus bestel ik gewoon hetzelfde als de mannen naast ons. En zo eten we dus voor de allereerste keer van ons leven kongguksu (콩국수): koude noedelsoep op basis van sojamelk. Heerlijk verfrissend op een warme dag!
Wel jammer dat we, net nu de zon zich van haar beste kant laat zien, afscheid moeten nemen van Gyeongju. Die groene tumuli zien er nog honderd keer mooier uit als de zon schijnt. Net of je in teletubbieland bent beland. We kunnen echter niet blijven, want om 13u moeten we inchecken in de Golgulsa tempel voor een onvervalste temple stay! Ik zal eerlijk zijn dat ik met gemengde gevoelens uitkijk naar dit verblijf van 24 uur in een authentieke Koreaanse tempel. De combinatie van op de grond slapen en om 5 uur ‘s ochtends moeten opstaan, lijkt me niet echt ideaal. Nuja, we zullen zien wat het geeft.
Bij aankomst krijgen we het uniform van de tempel in onze handen gedrukt. Iedereen loopt er hier op dezelfde manier gekleed bij: in een ruime bruine pofbroek die je op een bepaalde manier rond je middel moet knopen (gelukkig krijgen we een demonstratie van hoe dit moet) en een lelijk geel vest dat je over een t-shirt moet dragen. Op zich heb ik niets tegen uniformen, maar deze combinatie is echt afzichtelijk. Hadden ze niet hetzelfde in het donkerblauw of zoiets kunnen maken? Bij het inchecken blijkt dat mijn vriend en ik van elkaar gescheiden worden. Mannen en vrouwen mogen op het terrein van de tempel immers niet in dezelfde kamer verblijven. Op zich kan ik daar wel mee leven, het is maar voor één nacht, maar wat ik niet verwacht, is dat ik een kamer moet delen met een andere dame. De Koreaanse dame in kwestie is vriendelijk genoeg, maar samen met iemand in dezelfde kamer op de grond slapen, neen, dat zie ik echt niet zitten. Gelukkig heeft mijn vriend wel een kamer voor hem alleen. Omdat nergens vermeld staat op de voucher dat we een kamer moeten delen, keren we terug om te een andere kamer te vragen. De dame van de tempel wil eerst van geen wijken weten en belt zelfs het reisbureau waarmee we geboekt hebben, maar na nog wat aandringen van onze kant krijg ik dan toch een kamer voor mij alleen toegewezen. Oef!
Mijn vriend en ik kleden ons om in de kamer en trekken dan naar de eerste activiteit van de dag: boogschieten. Het is niet verplicht om aan de activiteiten deel te nemen, maar we willen natuurlijk zoveel mogelijk meepikken van het programma. Het boogschieten op zich lukt wel, maar het is een beetje op het gevoel, want uiteraard verstaan we niks van de uitleg die in het Koreaans gegeven wordt. Dat soort woordenschat hoort niet bepaald tot mijn actieve kennis. Het is geen probleem om ver te schieten, raak schieten daarentegen is een ander paar mouwen. Ik kom zelfs niet in de buurt van de roos.
Tijdens het boogschieten doe ik me een eerste keer flink pijn doordat de pees van de boog de binnenkant van mijn arm raakt. Ik besluit het daarna voor bekeken te houden, maar laat me toch overhalen nog één keer te schieten. En dan gebeurt het: de pees schampt langs de binnenkant van mijn linkeronderarm en ik voel meteen dat het prijs is. Het doet ontzettend veel pijn, maar dat is niet het ergste, ik weet dat er mij een gigantische bloeduitstorting te wachten staat. Na het einde van de activiteit lopen we snel naar de wagen, waar in de koffer mijn tube Hirudoid ligt. Ik smeer meteen een flinke laag op mijn onderarm die al helemaal dik en blauw gezwollen is. Dat wordt een souvenir dat ik voor de rest van de reis zal meedragen.
Een flink stuk klimmen in de volle zon later, hebben we de plek gevonden waar het volgend item op het programma plaats vindt: een Sunmudo demonstratie. De Golgulsa tempel is het wereldhoofdkwartier van deze Koreaanse vechtkunst. Ik ben erg onder de indruk van de demonstratie van de Sunmudo masters. De manier waarop zij hun lichaam beheersen heeft iets weg van ballet dansen. Iets minder onder de indruk ben ik van de dame op leeftijd die tussen de demonstraties door haar zangkunsten etaleert. Niet bepaald een genot voor mijn oren. Het voelt ook allemaal een tikkeltje té toeristisch aan, zo gezeten op onze plastic stoeltjes.
Na de demonstratie klimmen we nog een beetje hoger om de befaamde in de rots uitgehakte boeddha te bewonderen. Mooi, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik deze reis al mooiere gezien heb.
Om 17u worden we verwacht in de gezamenlijke eetzaal voor het diner. De veganistische gerechten die we voorgeschoteld krijgen, zijn met zorg bereid door een aantal ajumma’s. Het concept is dat je zoveel mag opscheppen als je wil, zolang je maar je bord leeg eet. Het eten smaakt heerlijk en ik ga graag terug voor een tweede portie.
Om 18u staat er ‘orientation’ op ons programma. Het is niet geheel duidelijk wat hiervan de bedoeling is. We zitten met twee personen in een klein lokaaltje en de Sunmudo master die met moeite drie woorden Engels spreekt verontschuldigt zich dat de persoon die normaal de oriëntation doet afwezig is. We krijgen een filmpje te zien dat wat meer achtergrond geeft bij het leven in de tempel en vervolgens hebben we een gesprek met horten en stoten met de Sunmudo master. We komen te weten dat hij op Jeju island geboren is en daar een vrouw en twee kinderen heeft. Zijn gezin heeft hij een half jaar geleden achter gelaten om zich in deze tempel verder te bekwamen in de Sunmudo kunst. Momenteel zijn zijn twee kinderen (3 en 5 jaar) op bezoek bij hem. We hadden de twee kinderen al zien rondlopen op het tempelterrein en weten nu ook bij wie ze horen. Beetje een vreemd verhaal, want ik dacht eerst dat hij een monnik was.
Om 18.30u wonen we de evening chanting service bij. Het is een vrouwelijke monnik met een kaal geschoren hoofd die de dienst leidt. We zitten allemaal met de benen onder ons gevouwen op een matje en ik laat mijn gedachten meezweven op de klanken die de vrouw produceert. Best wel ontspannend. Daarna is het tijd voor wat inspanning: 90 minuten Sunmudo training. Wij zijn de enige westerlingen aanwezig op de training. Druppelsgewijs krijgen we gezelschap van een bende jongeren (ik schat rond de 17 jaar oud) die duidelijk allemaal bij dezelfde groep horen. Bij het inchecken werd nochtans benadrukt dat stiptheid belangrijk was… Alleszins blijkt al snel dat de jongeren er niet veel zin in hebben. Ze doen amper moeite om de makkelijke oefeningen te doen, om van de moeilijke nog maar te zwijgen. Heel mijn beeld van de hard werkende, gedisciplineerde Koreaanse jongere aan diggelen.
Ik zal niet zeggen dat ik de allerbeste conditie heb, maar ik doe wel moeite om de oefeningen zo goed mogelijk uit te voeren. Dit in tegenstelling tot de jongeren die duidelijk niet verstoppen dat ze hier dik tegen hun goesting aanwezig zijn. Na een tijdje zijn de kinderen van de Sunmudo master, die in de zaal waar de training plaatsvindt rondlopen) het duidelijk beu. Het lukt de Sunmudo master eerst nog hen te sussen, maar het is duidelijk dat het bedtijd is voor deze kinderen. Wanneer de kinderen echt niet meer in bedwang te houden zijn, geeft hij de opdracht aan één van zijn discipelen om de training verder te zetten, zodat hij de kinderen in bed kan steken. Een verstandige beslissing. Na best een intensieve training volgt het fijnste stuk: het stretchen!
Na 90 minuten trainen, keren mijn vriend en ik beiden naar onze kamer terug om daar apart nog wat op de laptop te werken. Eerlijk: ik zie erg op tegen een nacht op de grond slapen. Hopelijk valt het iet of wat mee.
[…] een tikkeltje te laat. Niet dat we de laatste zijn, want een dik kwartier na ons druppelen er nog jongeren van de groep van gisteren binnen. Ik voel plaatsvervangende schaamte wanneer ik zie dat sommigen gewoonweg liggen te slapen […]
[…] bloed terwijl zich rondom de beet een mooie bloeduitstorting begint te vormen. Nog eentje om aan mijn collectie toe te voegen. Die Hirudoid is nog nooit zo goed van pas […]