Vandaag is een trieste dag voor Singapore. Lee Kuan Yew, de ‘founding father’ van Singapore stierf op de gezegende leeftijd van 91, na al een tijd in het hospitaal gelegen te hebben. Lee Kuan Yew wordt gezien als de man die eigenhandig de transformatie van Singapore van derdewereldland naar één van de duurste landen ter wereld gerealiseerd heeft. De komende dagen zal het nieuws van zijn dood ongetwijfeld alle media in Singapore domineren.
We ontbijten in de club met op de achtergrond de nieuwsberichten over het overlijden van Lee Kuan Yew. Na het ontbijt neem ik afscheid van mijn vriend die aan zijn eerste cursusdag begint. Terwijl hij bijleert over Android security, trek ik te voet naar China Town.
China Town ligt op een klein kwartier wandelen van ons hotel en is dé place to be als je prullaria en souvenirs allerhande wil kopen. Maar je kan er ook schoonheidsbehandelingen laten doen of gewoon lekker Chinees eten. Ik slenter wat tussen de vele kraampjes door en koop Chinese waaiers voor de nichtjes van mijn vriend en een t-shirt met de Merlion op voor mezelf (ideaal om in te sporten). Ik laat me ook nog verleiden tot de impulsaankoop van een flessenopener. Het is een modelletje met een echte kever verwerkt in het handvat. En jullie weten allemaal hoe dol ik ben op insecten. 😉
Het is zonnig en warm. Geen spoor van de voorspelde regen en daar ben ik blij mee. Ik keer op mijn gemak terug naar de hotelkamer om mijn inkopen daar achter te laten. Ik ben nog geen vijf minuten op de kamer of er belt iemand aan. Alweer! Een dame in een net mantelpakje stelt zich voor als verantwoordelijk voor de housekeeping en informeert of alles naar wens is en of ik tevreden ben. Ik bevestig dat ik enorm tevreden ben, maar denk bij mezelf dat ik nog nét iets meer tevreden zou zijn als er niet om de vijf botten iemand aan de deur zou bellen.
Ondertussen is het middag geworden en moet ik op zoek naar een plek om iets te eten. Mijn vriend luncht namelijk samen met zijn mede-cursisten. Ik twijfel. Als er aan één ding geen gebrek is in Singapore dan is het wel aan restaurants. L’embarras du choix, zoals ze dat zeggen. Ik besluit het mezelf niet al te moeilijk te maken en ga naar Shopping Mall The Central. Ik kies een restaurant uit waarvan ik denk dat het een Japans restaurant is om wille van het uitgestalde plastic eten, maar uiteindelijk blijkt de maaltijd die ik verorber Koreaans te zijn. Ook goed.
Ik kies op het zicht voor een zalm bibimbap. Ik krijg een rijstmaaltijd geserveerd in een warme stenen pot. Bovenop de rijst liggen rauwe zalm, paddenstoelen, wat groenten en een rauw ei. Het is me niet geheel duidelijk hoe ik dit gerecht exact moet eten, maar omdat de pot zo warm is, vermoed ik dat je alles moet mixen. Dat doe ik en het smaakt me enorm. Voor herhaling vatbaar, die Koreaanse keuken!
Na de maaltijd wil ik de metro nemen naar het ArtScience Museum dat zich vlakbij Marina Bay Sands bevindt. Ik denk dat ik het metrosysteem van Singapore ondertussen goed genoeg ken en neem vol vertrouwen de metro richting Harbourfront. Terwijl ik op de metro zit, kijk ik voor de zekerheid toch maar eens na of ik de juiste richting uitga. Uiteraard blijkt dat ik me vergist heb. De metrohalte van het Marina Bay Sands hotel heet Bayfront en niet Harbourfront. Ik stap uit en neem een andere metro. Na nog een bijkomende overstap in Promenade ben ik uiteindelijk bij Marina Bay Sands aanbeland.
Ik wandel langs de veel te dure winkels naar het ArtScience museum. De unieke architectuur van het museum doet mij nog het meest denken aan een grote baseballhandschoen, maar volgens wikipedia zou de vorm een lotusbloem moeten voorstellen. Dit soort architectuur laat niemand onverschillig: je bent ervoor of ertegen. Ik ben alvast fan, maar ik denk niet dat je ermee zou wegkomen om zo’n gebouw in Leuven te plaatsen. 😉
Er lopen twee tijdelijke tentoonstellingen in het ArtScienceMuseum. De grootste expositie is gewijd aan het werk van Da Vinci en heeft als titel ‘Shaping the future‘. De toekomst vorm geven dat spreekt me wel aan, maar ik twijfel. Is het niet een beetje vreemd om in Singapore naar een exhibitie over Da Vinci te gaan en de subtitel ‘Discover the secrets behind The Last Supper’ ruikt dat niet wat naar sensatie?
Ik besluit Da Vinci te laten voor wat hij is en koop een ticket voor de tentoonstelling ‘Prudential Singapore Eye‘. De tentoonstelling is gewijd aan de hedendaagse kunst van Singapore en belooft een kennismaking met het werk van 17 ‘opwindende en innovatieve’ kunstenaars uit Singapore. Ik ben benieuwd!
De zalen van het ArtScience Museum vind ik prachtig, de kunst weet me echter net iets minder te boeien. Ik vind het niveau van de tentoongestelde werken erg wisselend. Gelukkig zijn er genoeg werken die me wel aanspreken. Eervolle vermeldingen gaan naar de kunstenaars Gerald Leow, Mintio, Jane Lee, Meekyoung Shin (uit Korea) en Kohei Nawa (uit Japan). Vooral de glazen kralen van de Japanner fascineren. Waarom er zoveel buitenlandse kunstenaars in deze tentoonstelling geslopen zijn, is me echter een raadsel.
Veel toeristen trekt deze tentoonstelling alvast niet. Schoolgroepen des te meer. De kinderen storten zich joelend op de wel heel bijzondere pingpongtafel (cirkelvormig met een gat in het midden waar ook nog een speler kan plaatsnemen).
Na een dik uur ben ik rond met de tentoonstelling en besluit ik terug te keren naar het hotel om mijn vriend op te vangen na zijn eerste cursusdag. Ik heb geen zin in een ondergrondse metrotocht en besluit de taxiboot te nemen die vlakbij Marina Bay Sands aanmeert. Een vervoermiddel dat we tijdens ons eerste bezoek links lieten liggen.
Met mijn EZ-Link koop ik een ticket naar Clarke Quay. Ik denk dat ik net op tijd ben om de boot te halen die aangemeerd ligt, maar blijkbaar gaat deze niet richting Clarke Quay. Ik word door een rondborstige dame nogal onbeleefd verwezen naar een paar stoelen onder een afdak waar ik zo’n twintig minuten à een half uur moet wachten, volgens de dame in kwestie. Dat hadden ze me wel mogen zeggen bij de verkoop van het ticket. Ik heb een hartsgrondige hekel aan wachten en ik schuifel dan ook ongemakkelijk op mijn stoeltje. Er meren een aantal boten aan, maar het is helemaal niet duidelijk welke boot naar waar vaart. Er zit niet anders op dan geduld te hebben tot ik een signaal krijg dat mijn boot er is.
Na een wachttijd die wel eindeloos lijkt (exact 20 minuten) mag ik dan eindelijk aan boord gaan van een watertaxi. Een heel plezierige én snelle (als je het wachten niet meetelt) manier om naar Clarke Quay te gaan. Bij Clarke Quay aangekomen laat ik me verleiden tot de aankoop van een bolletje yuzu sorbet. Bij de uitleg stond dat yuzu een citrusvrucht is. Ik verwacht iets limoen- of citroenachtigs, maar de smaak laat zich nog het best omschrijven als sinaasappelschillen. Geen succes.
Tegen dat ik in het hotel ben, is de cursus van mijn vriend gedaan en duiken we samen het verfrissende water van het zwembad in. Van zo’n fysieke inspanning wordt een mens een beetje hitsig. We zijn net poedelnaakt aan het bekomen van de geleverde inspanningen, wanneer de deurbel gaat. Yep, housekeeping. Alweer vergeten die stomme ‘do not disturb’ knop op te zetten.
Na ons opgefrist en gefatsoeneerd te hebben, nemen we een taxi naar Chijmes, een voormalig katholiek klooster dat nu tot een levendige restaurantwijk is omgetoverd. We zijn, samen met een de Belg die we leerden kennen tijdens ons vorig bezoek, uitgenodigd door de ex-collega van mijn vriend om te genieten van een Japanse barbecue-avond bij Gyu-Kaku.
Het is voor mij de eerste keer dat ik mij aan een Japanse barbecue waag. Elke tafel heeft een ingebouwde houtskoolbarbecue met een ingenieus afzuigsysteem onder de tafel dat ervoor zorgt dat het restaurant zelf grotendeels rookvrij blijft. Als voorgerecht bestellen we scallops en scampi en natuurlijk kunnen we voor het hoofdgerecht de wagyu beef niet links laten liggen. Zoals het hoort, drinken we bij dit alles een flesje saké (of twee).
Bij het bakken hebben we zo nu en dan toch een beetje assistentie nodig. Het is moeilijk te zien wanneer het vlees perfect gebakken is. En de vriendelijke dames helpen die stuntelige westerlingen graag uit de nood. Daar moeten we op klinken met een glaasje saké.
Na wat ik niet anders kan omschrijven als een beetje te veel saké, nemen we een taxi naar Club Street om iets te drinken. De mannen vliegen in de Belgische bieren, ik houd het bij een glaasje Franse witte wijn.
Al die drank maakt de tongen los en we hebben het met de eigenaar van het café over de dood van Lee Kuan Yew, vader des vaderlands. De eigenaar is de eerste Singaporean die ik tegenkom die zich kritisch uitlaat over het bewind van Lee Kuan Yew. Hij erkent de verdiensten van de man, maar wijst erop dat Singapore slechts in schijn een democratie is. Al wie Lee Kuan Yew iets in de weg durfde te leggen, eindigde als politieke gevangene. Hij geeft ons mee dat Singapore de twijfelachtige eer heeft om de langste politieke gevangene ooit achter de tralies te hebben. Persvrijheid kent Singapore niet en ook de vrijheid van meningsuiting vind men hier geen must.
Ook de strikte verhoudingen die opgelegd worden tussen de verschillende bevolkingsgroepen moeten het ontgelden. Volgens deze Singaporean dienen deze richtlijnen enkel voor het in stand houden van het Chinese overwicht. Hij vertelt ons ook dat Lee Kuan Yew het Mandarijns, dat niet de moedertaal is van de meeste hier geboren Chinezen, heeft opgelegd en verantwoordelijk is voor de verengelsing van Singapore.
Interessant om eens een andere kijk op de zaken te horen die niet het politiek correcte discours volgt.
Een taxi brengt dit redelijk dronken gezelschap veilig naar ons hotel.
aah ‘k herken sommige plekken hier.
Mooie kunstfoto’s!
Hahaha die housekeeping toch! Beetje overdreven dat ze elke dag langskomen, en wat een timing
[…] naar Clarke Quay, omdat we geen zin hebben de metro naar China Town te nemen en ik dit tochtje zo leuk vond een paar dagen geleden. De kostprijs van het boottochtje blijkt echter een pak hoger te liggen ‘s avonds dan […]
[…] het overlijden van Lee Kuan Yew. Onze vrienden houden er een heel andere opinie op na dan de kerel met wie we gisteren in gesprek gingen. Onze vriendin, die voor de overheid werkt, zegt zelfs letterlijk: “Everybody is very sad at […]