Gisterenmiddag hadden we met een aantal leerlingen Koreaans afgesproken om na de les samen te gaan lunchen. Aangezien het einde van het schooljaar met rasse schreden nadert, zijn het aantal lessen die ons nog scheiden van het examen op één hand te tellen. Qua timing kwam het mij eerlijk gezegd niet zo goed uit, want vandaag landde mijn vriend uit Genève en ‘s avonds werden we in Lichtaart op het trouwfeest van zijn nicht verwacht. Maar goed, wellicht zou dit de laatste opportuniteit zijn om samen met mijn medeleerlingen iets te gaan eten, dus zegde ik toch toe.
Alles ging wat trager dan ik gehoopt had: eerst moesten we keilang wachten tot twee medeleerlingen bijbetaald hadden voor hun parking en daarna ging het met een slakkengangetje naar restaurant Chez Kimchi (een restaurant uitgebaat door Chinezen, maar wel met een Koreaanse menukaart). Ik was persoonlijk liever naar Hana geweest, maar dat zat blijkbaar al vol. Maar waaraan ik mij het meeste ergerde waren de domme uitspraken van een medeleerlinge. Toegegeven, deze medeleerlinge werkt mij al van dag één op mijn zenuwen, met haar overdreven familiaire houding ten opzichte van de andere studenten, haar aandachtzoekerij en haar honderd en één kwaaltjes (vorig jaar zat er ook al zo’n ergerlijk figuur bij mij in de Koreaanse les). De laatste weken liet ze echter verstek gaan en daar was ik niet bepaald rouwig om, maar speciaal voor de lunch was ze nog eens komen opdagen.
Onderweg naar het restaurant had ik een hele discussie met haar over de Gay Pride, want we passeerden langs het feestterrein om naar het restaurant te gaan. Het feestterrein was volledig afgezet met hoge hekken en iedereen werd gecontroleerd door de security. Kreeg ik een hele tirade over me heen hoe die “gays” heel Brussel op zijn kop hadden gezet en hoe ambetant het wel niet was dat veel straten afgezet waren en er overal politie rondliep. Waarop ik fijntjes antwoorden dat de verhoogde veiligheidsmaatregelen geheel en al op conto van de terroristen te schrijven vielen en dat wellicht niemand loopt te juichen dat ze overal hun rugzakken moeten openen alvorens te kunnen meefeesten. Sommige mensen…
Enfin ja, aan tafel heb ik me strategisch goed ver weg van haar gezet, in de buurt bij twee bijzonder intelligente artsen (waarvan er eentje van plan is zich om te scholen tot jazzpianist, geweldig om zoveel talent te hebben dat je door het ingangsexamen van het conservatorium geraakt). Oja, de kimchi udon soep was heerlijk en dankzij een klein spurtje slaagde ik erin een trein te halen die mij op een redelijk uur terug naar Leuven bracht.