Als kind al was ik gefascineerd door vuur. Ik deed niets liever dan prullen met kaarsen en als er snoeihout opgebrand moest worden (we woonden op de buiten en in die tijd mocht dat nog), was ik er altijd als de kippen bij om het mysterie van het vuur te bewonderen en met de droge takken in het vuur te poken. Die ene keer dat ik zo per ongeluk een grasbrand veroorzaakte en de brandweer moest komen blussen, zullen we maar met de mantel der liefde bedekken.
Om maar te zeggen dat ik vrijdagavond in het Provinciedomein mijn hart heb kunnen ophalen.