Zondag, dus sliepen we vandaag een beetje uit. Toch tot 8 uur! Wat een luxe! Op het gemak gedoucht en ontbeten, want het tourist office van Ísafjörður ging pas open om 10u.
Mijn vriend wilde graag de ferry naar Hornstrandir nemen, een schiereiland ten noorden van Ísafjörður dat een natuurreservaat is en waarop geen auto’s zijn toegelaten. Een ferry bleek er niet echt te zijn, wel een boottocht van Westtours naar één bepaald dorp waar je koffie en taart kon eten en je een iet of wat historische rondleiding zou krijgen. Niet bepaald waar wij aan dachten bij het horen van het woord natuurreservaat.
De passiviteit van de bediende van het tourist office was voor mij moeilijk te begrijpen. Je zou toch verwachten dat iemand met zo’n job spontaan suggesties aanreikt, maar neen, het gesprek eindigde bijna bij het feit dat er geen ferry was. We moesten echt gericht vragen stellen of er kwam helemaal niets uit. Ze nam geen enkel initiatief om zelf info aan te reiken. Ik weet niet of deze indruk correct is, want zo lang zijn we hier nog niet, maar het lijkt me dat IJslanders eerder passieve mensen zijn. Zo van: we zien wel wat er op ons af komt. I dunno.
We ruilden dus onze plannen om naar Hornstrandir te gaan in voor een boottochtje naar Vigur met Westtours. Op dit eiland zouden veel vogels broeden, dat klonk alvast veelbelovend. De boot vertrok echter pas om 15.30u, dus we hadden nog een ganse voormiddag en een stuk van de namiddag om iets anders te doen.
Aangezien de zon zowaar een beetje begon te schijnen, besloten we naar de baai Skálavík te rijden. Bij dit zonnige weertje leek een bezoek aan het strand ons wel wat. 😉 De rit naar Skálavík was erg mooi en we genoten van het uitzicht op de Arctische Zee en het mooie strand. De rivier stroomde naar zee, de zon deed aarzelend haar best en we hadden het strand voor ons alleen: ideale omstandigheden voor sex on the beach. De ongerepte natuur is een geweldige inspiratiebron. 😉
Op de terugweg naar Ísafjörður namen we een zijweg die ons naar een radarinstallatie zou voeren. Altijd cool. Helaas, hoe hoger we klommen, hoe dichter de mist. We reden tot we niet meer verder konden, maar zelfs op nog geen vijftig meter afstand bleef de radar voor ons verborgen in de dikke witte soep. Jammer.
We reden terug richting Ísafjörður en maakten een tussenstop bij de oude visserswoning Ósvör in Bolungarvik. Het bezoek was niet gratis, maar wel interessant, omdat in de gereconstrueerde visserswoning een in vissersoutfit van die tijd gehulde gids op ons wachtte. De gids gaf uitleg over de levensomstandigheden van de vissers in die tijd. Een hard leven hadden die mannen: elke dag gingen ze voor 12 à 14 uur met roeiboten de zee op, zonder proviand. En ‘s nachts sliepen ze per twee samen in één bed. In de hut verbleef één vrouw die voor spijs en drank zorgde en de hut onderhield.
Ondertussen was het alweer een uur of twee en hadden we nog steeds niet gegeten. We parkeerden de auto een beetje verderop en picknickten in onze auto, omdat het wat te koud was om buiten te eten.
Mooi een half uur op voorhand waren we aan de pier waar onze boot naar Vigur vertrok. Natuurlijk was er nog geen boot te zien, maar geen IJslander die zich daar druk om maakte. Dus hingen we wat rond terwijl we wachtten. Net toen de boot aan het aanmeren was, zagen we een groep Duitsers richting de pier marcheren. Mijn vriend en ik haastten ons om hen voor te zijn om een goed plaatsje te hebben aan boord van onze boot.
De boottocht naar Vigur duurde een half uur en was op zich weinig spectaculair. Maar Vigur zelf was fantastisch. Het speerpuntvormige eiland zat tjokvol met broedende vogels. We werden door een gids rondgeleid op het eiland en moesten een stok boven ons hoofd houden om te vermijden dat de sternen ons zouden aanvallen om hun jongen te beschermen. Hun jongen zaten immers langs beide kanten van het pad in het lange gras verscholen. We kregen ook eidereenden en papegaaiduikers te zien. Massa’s papegaaiduikers, die toch o zo fotogeniek zijn. Ik hoef jullie niet te vertellen dat er driftig gefotografeerd werd.
En de zon scheen, beste lezers, de zon scheen. Het gevoel van de zonnestralen op mijn huid deed enorm deugd. Wat een geluk dat we net tijdens onze uitstap naar Vigur zo’n mooi weer hadden. Vogels spotten in de gietende regen zou toch een pak minder geweest zijn.
Enkele weetjes over Vigur: het eiland is al generaties bewoond door dezelfde mensen. In de winter verblijven er slechts twee mensen op het eiland, maar in de zomer is dat een pak meer. De belangrijkste taak van de bewoners van het eiland bestaat erin de papegaaiduikerpopulatie onder controle te houden door 10% van de 80.000 vogels te vangen en de nek om te draaien. Daarnaast verzamelen ze ook het dons van de eidereenden. Dit doen ze door regelmatig dons weg te halen uit de nesten.
Vigur heeft ook een miniwindmolentje en zogezegd het kleinste postkantoor van IJsland, dat eerder een souvenirshop was, maar allez vooruit. We kregen ook heerlijk gebak aangeboden. Die IJslanders zijn echt dol op zoete dingen.
Vanop Vigur belden we naar restaurant Húsið (nummer drie in Ísafjörður volgens Tripadvisor) om ons te verzekeren van een plekje. In het visrestaurant dat onze voorkeur had, was helaas al geen plek meer.
De terugtocht op de boot was ik in opperbeste stemming. De zon scheen nog altijd en ik had enkele heel geslaagde foto’s kunnen maken van de vogels op Vigur.
Het avondmaal bij Húsið was ook een succes. Ik ging opnieuw voor de vis van de dag en die was zo mogelijk nog beter dan die van de dag voordien. Echt heel lekker. Het deert me niet zozeer dat de keuze op de menukaart meestal erg beperkt is. Als ik elke dag verse vis kan eten, ben ik tevreden. En oja, mijn vriend at een hamburger, uiteraard.
Omdat we tijdens onze wandeling de dag voordien al gans Ísafjörður gezien hadden, keerden we terug naar het hotel om nog wat te internetten in de lobby. Ditmaal geen grappige Hollanders, maar wel een totaal gefrustreerde Duitse dame die de ganse tijd in haarzelf zat te grommelen dat het internet niet werkte en hoe dat dat nu toch in godsnaam mogelijk was (terwijl het bij ons perfect werkte en mijn vriend haar al was gaan helpen om online te geraken). Het mens zweeg echt geen minuut en dan voortdurend met haar vingers hetzelfde pianomelodietje tokkelen op de tafel. Erg irritant. Maar goed, wij deden ons best om dit alles te negeren en genoten nog wat na van de fijne ervaring op Vigur.
De baai van Skálavík zet ik bij deze alvast op mijn lijstje, haha 😉
met die sneeuw ziet het er anders wel als ijskoude dag uit….dat in combi met sex on the beach? brrr 😉
[…] en het feit dat deze fotogenieke vogels bedreigd zijn in IJsland. Iets wat mij verbaasde, want op Vigur doden ze er zelfs omdat er te veel zijn en ‘t is niet dat we tijdens onze reis lang hadden moeten […]