Te vroeg moeten uitchecken om nog te kunnen ontbijten in het hotel. Geen erg, we kopen wel een onigiri op Narita. Taxi en trein brengen ons zonder problemen naar de luchthaven. We moeten bijbetalen omdat onze koffers te zwaar zijn voor deze binnenlandse vlucht. Dat belooft voor de terugreis naar België. De vlucht naar Asahikawa verloopt zonder incidenten. Vandaag begint het tweede deel van onze trip: een vijfdaagse fietstocht door Hokkaido. Op de luchthaven worden we opgewacht door Charles (Chuck voor de vrienden), een vrolijke Australiër die in Hokkaido samen met zijn Japanse vrouw fietsreizen organiseert in de zomer en skilessen geeft in de winter.
Met wat moeite krijgen we al onze bagage in de bestelwagen van Chuck en we zijn vertrokken voor wat onze eerste kennismaking met Hokkaido zal worden. Op weg naar Asahidake Onsen, waar we onze eerste nacht zullen doorbrengen, stoppen we onderweg in een klein restaurant bij een boer. We eten er rijst met kakelvers ei (het is een kippenboer) en Chuck maakt ons wegwijs in de gps en de verschillende kaarten. In de gps zijn alle ritten voorgeprogrammeerd en per dag zijn er keycards die ons van punt naar punt moeten brengen. Het ziet er allemaal tot in de puntjes voorbereid uit, we zien het helemaal zitten.
Chuck brengt ons naar Lodge Nutapukaushipe in Asahidake Onsen, een klein dorp aan de voet van de machtige Asahi berg. De Lodge is een wonderlijk geheel bijna volledig uit hout opgebouwd, vol met zelfgemaakte houten meubels, boomstammen, muziekinstrumenten en prullaria. Je weet amper waar eerst kijken. We slapen op tatamimatten en futons en moeten zelf onze futons opmaken (a first!).
Het sanitair is gemeenschappelijk met van die metalen wasbakken zoals je dat vroeger zag in gebouwen voor jeugdbewegingen en op jeugdvakanties. Maar de toiletten (eentje voor de mannen en eentje voor de vrouwen) zijn wel uitgerust met alle nodig sproeiers (voor vanvoor en voor vanachter), we zijn in Japan, he! Onze Lodge heeft drie onsens: twee binnen, mannen en vrouwen gescheiden, en eentje buiten die gemengd is, helemaal in hout en midden in het groen. Erg mooi!
We brengen onze bagage naar boven en proberen de fietsen uit. Chuck heeft ook voor fietstassen gezorgd. Handig om water mee te nemen, want tegen onze verwachtingen in, is de temperatuur in Asahidake Onsen niet veel koeler dan in Tokyo. Ook hier loopt de temperatuur tegen de dertig graden. De fietsen zien er robuust uit en hebben genoeg versnellingen om ons de heuvels over te helpen, althans dat hopen we toch, want onze fietsvoorbereiding is eerder minimaal te noemen.
Chuck bezorgt ons ook een gsm waarop we hem kunnen bereiken als we problemen hebben. Handig, want in tegenstelling tot vorig jaar, slagen noch mijn vriend noch ikzelf erin met onze gsm op een gsm-netwerk te connecteren. Zelfs een sms’je versturen naar het thuisfront zit er niet in. We spreken met Chuck af dat we hem na aankomst van elke rit zullen bellen. We nemen afscheid en besluiten nog een wandelingetje te maken in de omgeving van de lodge. We stappen de wildernis in die vlak achter onze lodge begint en klimmen tot aan de Asahidake Ropeway die we morgen zullen nemen naar de top van de rokende Asahi-dake.
Als we terug in de lodge zijn, is er nog voldoende tijd om de onsen uit te proberen. Zoals het hoort, wassen we ons eerst buiten het bad en gaan dan in de onsen zitten. De onsen wordt gevuld met geothermisch verwarmd water (veel vulkanen in Japan). Het water is wat aan de hete kant, waardoor we het niet al te lang uithouden, maar man, wat moet het heerlijk zijn om hier te ontspannen in de winter wanneer er een paar meter sneeuw ligt.
Het avondmaal wordt in traditioneel Japanse stijl geserveerd op een vast uur voor alle gasten tegelijkertijd. We komen binnen in de gezellige eetkamer en krijgen een plaats toegewezen aan een houten tafel waar al een Japans koppel met een kindje van een jaar of drie zit. Ons avondmaal staat al op ons te wachten en bestaat uit verschillende potjes met vlees, soep, maïs, allerlei al dan niet opgelegde groenten, rijst en meloen. De inwoners van Hokkaido zijn erg trots op hun meloenen en je kan ze dan ook bijna overal als snack kopen, in stukjes voorgesneden. En terecht, want de meloenen zijn sappig en smaakvol.
Het ventje aan onze tafel blijkt niet erg opgezet met mijn aanwezigheid. Ik vermoed dat dit de eerste maal is dat hij iemand met blond haar en blauwe ogen in het echt ziet, want hij blijft met een blik vol horror naar mij kijken en dat terwijl ik toch allerliefst naar hem glimlach. Wanneer ik hem vriendelijk Konnichiwa zeg, zoekt hij bescherming achter de rug van zijn mama. Yab, schrik der Japanse kinderen!
Na het avondmaal doen we niet zoveel meer. We kruipen vroeg in bed. We zullen onze energie nog nodig hebben!
ziet er een toffe vakantieplek uit!