We hadden met onze vrienden afgesproken om elkaar rond een uur of half drie ‘s namiddags in de Carlsbergbrouwerij te zien. We moesten ons dus nergens voor haastten, bleven wat langer in bed liggen, genoten van een uitgebreid ontbijt en van elkaar. 😉
Omdat de Carlsbergbrouwerij een eindje van ons hotel lag, besloten we iets in die buurt te gaan bekijken om zeker op tijd op de afspraak met onze vrienden te zijn. We namen een bus die ons pal voor de Zoo van Kopenhagen, afzette, maar dat was niet het doel van onze trip. Onze bestemming was Cisternerne (geen typfout), Museet for Moderne Glaskunst. Een relatief nieuw museum de zich volledig onder de grond bevindt. De ingang is gemarkeerd met een soort glazen pyramide. Vervolgens daal je de trappen af om in een schaarsverlicht vroeger waterreservoir (met stalactieten!) terecht te komen. Een bijzondere locatie die ook zonder kunstwerken de moeite zou zijn.
De combinatie van de locatie en de glaskunst was een absolute voltreffer. De goedgekozen verlichting maakte dat de werken volledig tot hun recht kwamen. Nog intrigerender waren de zandstenen sculpturen uit de 17de eeuw. Levensgrote beelden van mensen uit vroeger tijden die allerlei beroepen uitbeeldden. Beetje creepy om hier ongeveer alleen rond te lopen. Het museum is duidelijk nog niet zo gekend, wat ons goed uitkwam, want als er honderd mensen in deze kelders zouden rondlopen zou het effect niet hetzelfde zijn.
We wandelden na ons bezoek aan Cisternerne door alweer een prachtig park om uit te komen bij een woonwijk die duidelijk niet op de toeristische kaartjes stond. We vonden er wel een prachtige kerk waarvan de toren los stond van het schip én een ideale plek om iets gezonds te eten: Sund. Een broodjes- en saladebar waar je voor een erg schappelijk prijs zelf je slaatje kon samenstellen met knapperig verse groentjes en hummus. We need that in Belgium also!
Na het middagmaal wandelden we op het gemak naar de Carlsberg brouwerij waar we onze vrienden ontmoetten. We bekeken de stallen met de Carlsbergpaarden (een voltreffer bij onze driejarige), de tentoonstelling over de geschiedenis, oude biervoertuigen (van fietsen tot vrachtwagens) en de grootste verzameling bieren ter wereld. Al hadden ze die bierflesjes toch wel wat mogen afstoffen. Ik overdrijf niet als ik zeg dat er zeker een millimeter stof op lag. Al bij al vond ik het bezoek aan de brouwerij, ondanks de historische setting wat tegenvallen. De tentoonstelling was duidelijk gedateerd en alles deed wat stoffig aan. Alles behalve de blinkende koperen ketels van de microbrewery. Die waren wel heel mooi. De meeste tijd brachten we door op de binnenplaats, nippend van een Carlsberg (of een cider voor de niet-bierdrinkers, in casu mezelf).
De oude historisch gebouwen die zich wat verder van het visitor centre bevonden waren dan weer wel de moeite. De Olifanten– en Dipylon poort zijn blijvende getuigen van een tijd dat grote bedrijfsleiders ook een rol als mecenas in de samenleving op zich namen en op verschillende manier een blijvende indruk wilden nalaten. Ik ben alvast van plan terug te keren naar de Carlsberg site van zodra de ambitieuze plannen op de site gerealiseerd zijn. Het is de bedoeling om het historisch erfgoed van de site te integreren in een volledig nieuwe woonwijk met grote woontorens en veel groen. Qua vermenging van historisch erfgoed en woongelegenheid deed het me wat denken aan de Leuvense ontwikkelnig van de vaartkom, zij het dat de ontwikkeling van de vaartkom op iets kleinere schaal gebeurt.
Terwijl wij (vriendin O en de baby) op ons gemak richting Tivoli wandelden, waren vriend Q en driejarige T) de bakfiets gaan ophalen om op zondag samen te kunnen fietsen. We ontmoetten elkaar ergens onderweg en natuurlijk moest iedereen eens een ritje doen met de Christiana bike. Tot groot jolijt van driejarige T die zich vooraan in de bak bevond. Zo’n Christiana bike ziet er erg stabiel uit, maar is dat eigenlijk niet. Doordat het achterste gedeelte zich los kan bewegen van de voorste bak op twee wielen, krijg je soms de gewaarwording dat je dreigt te kantelen als je een iets te scherpe bocht neemt. Je helt bij het bochten nemen heel erg naar één kant en dat maakt dat het rijden met zo’n fiets toch wel wat wennen is. Maar eens als je het sturen onder de knie hebt (je moet voorzichtig zijn dat je niet overstuurt), is zo’n bakfiets een verrassend licht ding.
Na wat gestuntel met de bakfiets kwamen we aan in de Wagamama, vlak bij Tivoli. Een ideale plek om snel en gezond te eten met twee kleine kinderen. Niemand die er problemen van maakt als je er met een kinderwagen binnen stapt. Ideaal.
Na de avondmaaltijd trokken we opnieuw naar het appartement van onze vrienden en sloten we de dag af met een glas geïmporteerde wijn. De Denen zouden er jaloers op geweest zijn!