Maandagavond had ik last van een bijzonder slecht humeur. Ik neem aan dat al dat slaapgebrek en de stress op het werk zich eindelijk begint te wreken. Enfin, de eerste twee uur zat mijn enthousiasme voor de Spaanse les dan ook op niveau vriespunt. Maar kijk, niets wat niet verholpen kan worden door een glaasje cava of twee, of drie.
Ter gelegenheid van de laatste les van 2011 hadden alle medestudenten iets meegebracht om te eten of te drinken. Mijn vriend en ik spraken onze quasi onuitputbare voorraad cava aan (de instroom is momenteel groter dan de uitstroom, maar ik ben er zeker dat het kerstfeestje op het werk de balans naar de andere kant zal doen overhellen), anderen brachten zelfgemaakte wafeltjes, cake of tortilla (bijzonder lekker!) mee. Daarnaast was er nog sangria, Spaanse rode wijn, nootjes, taco’s, taart en rare chocolaatjes met suikerbolletjes op. Uiteraard veel te veel, maar de vier kinderen van onze halftijds werkende mama zullen de dag nadien blij geweest zijn met de overschotjes.
Verrassingsgasten van de avond waren een Spaanse zus en broer die ondertussen al enkele jaren in België woonden. Ze deden hun uiterste best om traag (Spanjaarden spreken op het ritme van een machinegeweer) en verstaanbaar te spreken. En ik was erg tevreden dat het lukte om een casual conversatie te voeren die het opzeggen van de gewone standaardzinnetjes oversteeg. Iets wat ons in het Japans na al die jaren nooit gelukt is. En als je een woord niet kent, dan pik je er toch gewoon één uit het Italiaans (miracoloso <> milagroso). Ze verstonden het en dat is het belangrijkste. 😉