Een ontbijt op z’n Japans: met rijst en heel veel dingetjes waarvan ik niet goed wist wat ze waren. Altijd interessant, voedselexperimenten. Al vielen de gedroogde zure pruimen een beetje tegen. 😉
Belangrijkste item op het programma: het kasteel Himeji-jo. Jammer genoeg staat het kasteel nog tot 2015 in de steigers. En als in Japans een monument in de steigers gezet wordt, dan pakt men dit meteen grondig aan: rond heel het kasteel is een gigantische stellage opgetrokken waarvan de fundamenten in beton gegoten zijn. Het hele kasteel werd vervolgens aan het zicht onttrokken door grote platen waarop, als troost, een tekening van het kasteel is aangebracht. In de extra constructie rond het kasteel is een lift voor bezoekers, zodat de vele toeristen een glimp kunnen opvangen van het restauratiewerk én natuurlijk om te vermijden dat de toeristenstroom naar Himeji opdroogt doordat het kasteel volledig aan het zicht onttrokken is.
Himeji-jo is het grootste van de twaalf overgebleven feodale kastelen van Japan. Voor Japanners is Himeji-jo het ultieme samoeraikasteel. In 1333 werd op deze locatie het eerste fort gebouwd. In de loop der eeuwen werd het kasteel voortdurend aangepast en uitgebreid. De beroemde donjon met de vijf verdiepingen werd in 1609 voltooid. Als bij mirakel overleefde het kasteel tijdens WOII de bombardementen van de Amerikanen op Himeji. Terwijl de stad in puin lag, bleef het kasteel gespaard. In 1956 vond de laatste grondige restauratie plaats. Himeji-jo is met meer dan 820.000 bezoekers per jaar het drukst bezochte kasteel in Japan. Al viel daar tijdens ons bezoek niet veel van te merken.
Toen we bij de ingang aankwamen, voelden we de eerste regendruppels vallen. Al een geluk dat we nog naar het hotel waren teruggekeerd om onze paraplu’s die we in een optimistische bui bij onze koffers achergelaten hadden, op te halen. Aan de ingang stond een bende enthousiaste verklede Japanners ons op te wachten. Na ons een stuk of tien keer bedankt te hebben dat we gekomen waren, wilde ze per sé met ons op de foto terwijl de donder en de felle windstoten verrieden dat er een flink onweer op komst was.
Het was een teleurstelling dat we de buitenkant van het kasteel niet konden zien, maar we hebben ons het bezoek aan Himeji-jo zeker niet beklaagd. De uitleg over het restauratieproces was heel boeiend en vanaf de constructie rond het kasteel hadden we een mooi uitzicht over Himeji.
Eén van de belangrijke ingrepen van de restauratie is het volledig vervangen van het dak. Mensen die niet geïnteresseerd zijn in bouwtechnieken, mogen de twee volgende paragrafen gerust overslaan. De nieuwe dakpannen die gebruikt zullen worden, zijn 18 mm dik. Ter vergelijking: de oude dakpannen waren 21 tot 24 mm dik. Hierdoor wegen de nieuwe dakpannen 0,75 kg minder dan de vroegere dakpannen die elk meer dan 3,75 kg wogen. Dit maakt dat het totale gewicht van al de dakpannen op het dak verminderd zal worden met meer dan 56 ton. De nieuwe dakpannen zullen twee tot drie uur gebakken worden aan een temperatuur van 1150 graden Celcius. Door deze hoge baktemperatuur krijgen de dakpannen eigenschappen die gelijkaardig zijn aan porselein: ze zijn waterbestendig en zullen niet barsten onder extreme temperaturen van minder dan -30 graden Celcius.
Het is ook interessant een beetje uit te wijden over de manier waarop een dak van zo’n kasteel eruit ziet. In het algemeen liggen er twee soorten pannen op het dak: rijen concave rechthoekige pannen worden afgewisseld met rijen half cirkelvormige pannen. Deze afwisseling levert een mooi visueel effect op. Om de nok van het dak af te dekken, gebruikt men meestal mooi gedecoreerde pannen. Op het einde van elke rij concave rechthoekige pannen en half cirkelvormige pannen wordt een decoratieve pan aangebracht die de onderkant van het dak afsluit. In Himeji-jo wordt dan nog eens een bijzondere manier gebruikt om het dak waterdicht te maken. Over de naden van de dakpannen wordt een soort witte mortel gesmeerd van een paar centimeter dik die zorgt voor de afsluiting. Zo krijg je op het dak dikke witte ribbels en die mooi afsteken tegen het donkergrijs van de pannen. Einde van de saaie uitleg over dakpannen.
We bezochten ook de binnenkant van Himeji-jo. Het was duidelijk dat de belangrijkste functie van dit kasteel het afslaan van vijandige aanvallen was. Er was ruim plaats voor wapens en overal waren schietgaten voorzien en grotere gaten om stenen, kokende olie en andere zaken op de vijand zijn kop te laten vallen. Uiteraard mochten we niet binnen met onze schoenen. Al een geluk dat we in ruil voor onze schoenen sloefjes kregen, want anders waren mijn tenen er zeker afgevroren. Het valt op dat men in Japan veel aan jobcreatie doet. Zo is er één iemand die zich bezig houdt met het uitdelen van de sloefjes, een andere met het uitdelen van de plastieken zakjes waarin je je schoenen moet meenemen, een derde neemt de gebruikte plastieken zakjes in ontvangst, een vierde de gebruikte sloefjes en een vijfde persoon houdt toezicht op dit alles.
Volgende onderdeel van het kasteel: de Hyakken gang die vroeger deel uitmaakte van de Tenjuin Maru residentie. Dit lange smalle gebouw (300 meter lang) werd gebouwd in 1618 voor prinses Sen en haar hofdames. In het gebouw dat bestaat uit één lange gang en een opeenvolging van kamers achter mekaar, werd het tragische levensverhaal van prinses Sen verteld. De prinses verloor haar eerste echtgenoot uit een verstandshuwelijk in een gevecht tussen rivaliserende samoerai, hertrouwde uit liefde tegen de wil van haar vader in, maar werd door het noodlot achtervolgd: ze verloor haar zoon en haar man vlak achter mekaar.
Na ons bezoek aan Himeji-jo gingen we op zoek naar iets om onze honger te stillen. Onderweg stootten we op enkele (schijn-) vechtende samoerai, die erop stonden (we hadden niets anders verwacht) om samen met ons op de foto te gaan. Ze waren zelfs speciaal vergezeld van een extra, niet verklede persoon die met de fototoestellen van de toeristen foto’s nam. Neen zeggen, was geen optie.
Ons middagmaal aten we in een toeristisch restaurant tegenover Himeji-jo. Toch was de kwaliteit van het eten meer dan behoorlijk. Als appetizer kregen we gedroogde bonen in suiker. Best wel een hartige snack. Ik at een plaatselijke specialiteit: een schotel met Anago paling uit de zee bij Himeji. Heel erg lekker. Na de maaltijd hadden mijn broer en zijn vriendin nog een plekje voor een ijsje. Aan een kraampje kochten ze een hoorntje met softijs dat je in Japan werkelijk op elke straathoek kan krijgen.
De wind stak opnieuw op en we voelden opnieuw dikke regendruppels vallen. We gingen vlakbij schuilen onder het afdak van de inkom van de Koko-en. En toen we daar dan toch waren, kochten we ook maar meteen een toegangsticket. De Koko-en is een absolute must voor tuinliefhebbers. De elegante compositie van negen tuinen in Edostijl werd in 1992 aangelegd op de plaats van oude samoeraihuizen.
We hadden geluk dat de regenbui was overgetrokken terwijl mijn broer en zijn vriendin de laatste lik van hun ijsje namen en we konden genieten van een aarzelend zonnetje tijdens onze wandeling. De tuin is echt magnifiek met een mooie vijver, bijhorende waterval en dikke kois, lentegroene (en rode) bomen en in mooie vormen gesnoeide naaldbomen. Elk hoekje en kantje schreeuwde: fotografeer mij!
We bleven wat te lang talmen in het eerste stuk, zodat we de laatste tuinen (de bloementuin en de bamboetuin) op een drafje moesten zien, terwijl een bewaker ons gezelschap hield en ons snel snel begeleidde naar de uitgang. Maar hij was wel zo vriendelijk om ons de tijd te gunnen om een mooie foto te nemen van de reiger die neerstreek. Na de foto werd de reiger snel verjaagd. We zouden niet willen dat hij de vijver leeg vist, nietwaar? Alhoewel hij een serieuze kluif aan zo’n dikke koi gehad zou hebben. Spijtig dat de tuin al om vijf uur sloot, want ik had er gerust nog een uur of twee langer in kunnen rondwandelen.
Omdat na vijf uur in Himeji alle bezienswaardigheden dicht zijn en we pas om kwart voor acht onze zitjes in de trein naar Kurashiki gereserveerd hadden, namen we de tijd om nog even in de winkelgalerijen van Himeji rond te lopen. Die galerijen vormen parallelle overdekte verkeers- (op fietsers na) vrije straten die de huizenblokken in twee delen. Heel leuk om door te wandelen. Je kan perfect winkel na winkel aandoen zonder nat te worden.
We stopten voor een warme chocomelk en een hapje in het Café de Miki with Hello Kitty. Onze chocomelk was versierd met chocoladepoeder in de vorm van het gezichtje van Hello Kitty en mijn mochi leek ook verdacht veel op Hello Kitty. Het is duidelijk dat de Japanners dol zijn op dit getekende figuurtje.
Na deze pauze gingen we terug naar het hotel om onze koffers op te halen en trokken we richting station. Mijn gezelschap liet zich verleiden tot de aanschaf van een McDonalds hamburger, terwijl ik sushi kocht met 30% afslag voor snelverkoop. Een ideale snack voor op de Shikansen naar Kurashiki.
We waren redelijk vroeg in Kurashiki, maar een drinkgelegenheid vonden we niet meteen, nochtans bevond ons hotel zich vlakbij het station. Daarom sloegen we een voorraadje umeshu, schuimwijn en wat knabbels in bij de 7 eleven, een keten die ons na deze rondreis door Japan beslist een getrouwheidskorting verschuldigd is.
We maakten het ons met z’n vieren gemakkelijk op de hotelkamer en dronken wat terwijl we onze internetverslaving voedden.
hello Kitty chocomelk… fantastisch 😉
Only in Japan…