Het eerste wat we deden toen we opstonden, was het gordijn open trekken en naar buiten kijken: dikke grijze regenwolken ontsierden de hemel. Dat viel tegen. Na het ontbijt in het hotel (dat trouwens voortreffelijk was, je kon er zelfs je eigen verse fruitsapje persen), reserveerden we meteen een plekje in het restaurant van het hotel. We wilden het ons gemakkelijk maken en ‘s avonds niet door de regen moeten lopen op zoek naar een plek om te eten.
Eerste bezienswaardigheid op ons lijstje: het Kungliga slottet. Onderweg naar het slot kochten we twee paraplu’s bij een marktkramer, want iedereen weet dat een paraplu bij je hebben, de beste manier is om ervoor te zorgen dat het niet regent. Het slot deed vroeger dienst als koninklijke residentie. Het middeleeuwse slot Tre Kronor dat vroeger op deze plek stond, brandde bijna volledig af in 1697. Er werd op de fundamenten van de ruïnes een nieuw slot gebouwd naar plannen van Nicodemus Tessin de jongere. Deze laatste schatte dat de bouw van het nieuwe slot zes jaar zou duren, het werden er uiteindelijk bijna zestig. Het nieuwe slot werd pas afgewerkt in 1754.
We startten met een bezoek aan het antiekmuseum van Gustav III die een verzameling deels antieke sculpturen bevatte. Het antiekmuseum profileert zichzelf als het ‘oudste museum ter wereld’. Of dat werkelijk zo is, weet ik niet. Feit is dat het enkele mooie sculpturen bevat, waarvan de slapende Endymion de mooiste is. Ook de levensechte portretten uit de Romeinse tijd waren de moeite. Grappig dat sommige beelden samengesteld waren uit onderdelen van andere beelden. En zo kon het al eens gebeuren dat men een mannenhoofd op een vrouwenlichaam plaatste.
We hadden ons bezoek aan Kunliga slottet zo gepland dat we ons bezoek aan het antiekmuseum een dikke twintig minuten voor de aflossing van de wacht zouden beëindigen. Toen we op de binnenplaats aankwamen waar de aflossing plaatsvond, bleek dat de toeschouwers al rijen en rijen dik te wachten stonden, waardoor het bijna onmogelijk was nog iets te zien. We besloten toch maar even te wachten, want zoveel toeschouwers wilde beslist zeggen dat het de moeite was. Bovendien versperden al die toeschouwers ons de weg naar de volgende etappe van ons bezoek.
Natuurlijk begon het net op dat moment te druppelen en zaten onze paraplu’s in onze rugzak die in de locker zat aan de andere kant van het plein waar we niet meer konden geraken. Pech. In de regen wachtten we op de Dragoner van de koninklijke lijfwacht, uitgedost in helblauwe uniformen met glanzende pikhelmen. Ze kwamen te paard aangereden en voerden onder muzikale begeleiding een ganse show op, waar ik helaas niet veel van gezien heb.
We waren het al snel beu en probeerden uit de mensenzee weg te geraken. Soms vraag ik me af wat het nut is van het blijven uitvoeren van zulke rituelen. Ok, het kadert in een oude rijke traditie en je pleziert er de toeristen mee, maar is de symboliek die achter heel die aflossing zit nog wel van deze tijd? Voelen de soldaten zich niet als toneelspelers die een stukje opvoeren? Is de monarchie tout court nog iets van deze tijd? De Zweden denken van wel, want hun koningshuis is erg populair. Zeker nu hun kroonprinses Victoria onlangs gehuwd is. We zagen op heel veel plaatsen foto’s van het pasgehuwde koppel en overal kon je prentbriefkaarten kopen met hun beeltenis op.
Toen we eindelijk ons uit de mensenmassa hadden kunnen losmaken, gingen we op zoek naar het Tre Kronor museum. Door de slechte wegwijzers en plannetjes vonden we het niet direct en als we het niet waren gaan vragen, hadden we het zeker niet gevonden. Het museum Tre Kronor toont de overblijfselen van het eerste slot en probeert aan de hand van archeologische vondsten te reconstrueren hoe het leven er toen uit zag. Een heel boeiend museum, alleen jammer van de slechte verlichting. Ik begrijp dat je in zulke oude gewelven kiest voor sfeervolle verlichting, maar als het moeilijk wordt om de voorwerpen te zien en de uitleg te lezen, mag de verlichting toch net iets sterker zijn.
We lunchten in het café van het slot. Self-service, natuurlijk. Op de binnenplaats stond een kraam waar je allerlei lekkere dingen kon krijgen. Wel jammer dat je half in de regen moest staan aanschuiven om je bestelling te plaatsen. Mijn vriend en ik namen allebei een quiche met zalm en spinazie en deelden een apfelstrudel als dessert. Het café is echt goed, maar door het slechte weer moesten we noodgedwongen in de galerij binnen eten. Als de zon scheen, hadden we kunnen lunchen in de openlucht op het binnenplein zelf.
Op naar de koninklijke appartementen. Sommige vertrekken was men nog aan het restaureren. Erg interessant, want we konden letterlijk op de vingers van de restaurateurs zien. En ja, die koninklijke appartementen zijn magnifiek. Zoveel pracht, praal en bladgoud, het is ongelooflijk dat dit alles voor één enkele familie bedoeld was. We zagen de troonzaal waar koning Carl XVI Gustav gekroond werd en kroonprinses Victoria speechte toen ze meerderjarig werd. We zagen de volledig ingerichte eetzaal van één van de vorige koningen. Wetenswaardigheid: als je in die tijd als vooraanstaande adellijke heer of dame bij de koning te dineren gevraagd werd, mocht je in die eetzaal rechtstaan en toekijken hoe de koning zo’n twintig gangen binnen speelde. Zelf kreeg je niets.
Echt waar, ik vond de koninklijke appartementen prachtig. Maar al de overdaad duwt je met je neus op de ongelijkheid in onze maatschappij. Heb je het geluk als koningsdochter geboren te worden, dan is je bedje gespreid. Natuurlijk kan je hetzelfde zeggen over kinderen die in rijke families geboren worden en die al die rijkdom gewoon in de schoot geworpen wordt, zonder dat ze daar ooit voor hoeven te werken. Toch wringt dit ergens bij mij (ik zeg het jullie, diep van binnen ben ik een communist).
Enfin, alsof we nog niet genoeg pracht en praal gezien hadden in de koninklijke appartementen, brachten we als laatste een bezoek aan de schatkamer waar de kroonjuwelen lagen. Het is moeilijk om de schoonheid van de tentoongestelde objecten te beschrijven en jammer genoeg mochten we nergens in het hele slot foto’s nemen. Maar geloof me, de kronen, zwaarden, halskettingen en andere objecten waren fabuleus. De vakmensen die deze juwelen gemaakt hebben, moeten hier uren en dagen aan gewerkt hebben.
Na ons bezoek aan Kunlinga slottet bleek het zowaar al vijf uur in de namiddag te zijn. We hadden ons te veel laten betoveren door al die pracht en praal. Gelukkig was ondertussen de zon beginnen schijnen en hoopten we nog een boottochtje te kunnen maken, want alle andere musea en bezienswaardigheden sloten de deuren om vijf uur. Wat uiteraard veel te vroeg is! En aan laatavondopeningen doen ze precies niet in Zweden.
En toen sloeg het noodlot toe. Ik wilde nog enkele foto’s maken van zo’n op wacht staand soldaatje en toen ik de foto op mijn schermpje bekeek, zag ik midden op het scherm een schuine zwarte rechthoek die er beslist niet hoorde te zijn: de sluiter. Doeme toch. Ik wist meteen dat het om zeep was. Toestel kapot. Het is niet duidelijk of dit een laat gevolg is van de val in Gdańsk of dat de val in Gdańsk het kapot gaan versneld heeft.
Voor we op reis vertrokken, had het toestel al wat kuren (weigeren om scherp te stellen, weigeren om in het menu te gaan), die enkel opgelost konden worden door het af te zetten of zelfs de batterij eruit te nemen. Ik had echter gehoopt de levensduur nog wat te kunnen rekken. En dan wilde ik langzaamaan beginnen uitkijken naar een nieuw toestel. Voor de laatste dagen van onze reis was het kapot gaan van toestel niet zo erg. We hebben altijd een reservetoestel bij: die goeie ouwe Canon Powershot G7. Maar volgende week fotograferen op Marktrock met de Powershot, dat gaat lastig zijn. Zelfs al valt mijn Canon 450D nog te repareren voor een redelijke prijs (wat ik betwijfel en hij is buiten garantie), dan zal ik hem nooit volgende week terug hebben. Dus beslisten we op een bankje in Zweden dan maar zo snel mogelijk een nieuw toestel te kopen: de Canon 550D. Met wat geluk zou dit toestel nog voor Marktrock geleverd kunnen worden.
We probeerden het niet aan ons hart te laten komen en zochten een bootje om een tochtje te maken op het water en zo toch nog een leuk eind aan onze dag te breien. Blijkt dat die bootjes er ook allemaal mee ophouden rond een uur of vijf. Blah. Wij zijn toch beslist niet de enige toeristen die een boottochtje willen maken na vijf uur? Toch zeker niet in de zomer als het zo lang licht blijft. Gelukkig scheen ondertussen de zon!
We gingen dan maar op weg naar de enige highlight uit mijn reisgids die we nog konden doen: het café Sturekatten. Sturekatten is een heel bijzonder café. Het is er net alsof je op bezoek bent in een deftig herenhuis. Je betaalt aan de toog en dan neem je zelf je koffie of thee die op een tafel in het midden staan. En je schenkt zoveel bij als je wil. De gebakjes zagen er ook lekker uit, maar omdat het bijna etenstijd was, hielden we het bij een koffie en een chocomelk, die we dronken terwijl we in zachte fauteuils zaten.
We wandelden daarna nog wat door de straten van Stockholm tot het tijd was voor het avondeten in ons hotel. Ik had zalm met gegrilde groenten en zure room en mijn vriend had een Zweedse specialiteit: worst met ajuin en mosterd. Not exactly my cup of tea, die worst. Gelukkig was de zalm wel lekker! We dronken allebei iets alcoholvrij en besloten na het avondmaal ten volle te genieten van het comfort van onze slaapkamer. Ons flesje Riga champagne was op de juiste temperatuur en smaakte geweldig!
jullie zonder een goed fototoestel…nee dat kon ik me niet inbeelden :p
Gelukkig heb ik voor Marktrock een spiegelreflex van Nikon kunnen lenen van een vriend. Zal de eerste keer zijn dat ik met Nikon fotografeer, ben benieuwd.