Haar gezicht zag bijna even rood als haar kleedje. In haar hand hield ze krampachtig een zakdoekje geklemd. Haar neergeslagen ogen waren vochtig en van tijd tot tijd bracht ze het zakdoekje naar haar ooghoeken om het overtollige vocht weg te deppen. Ze huilde in stilte en nam ondertussen notities. Had ze net slecht nieuws gekregen? Werden de oefeningen op de genitief meervoud haar even te veel? Ik kreeg niet de kans om het haar te vragen. Na de pauze bleef haar stoel leeg.
ai, dat klinkt niet al te best. volgende keer niet twijfelen, gewoon aanspreken en vragen? het eens kunnen zeggen of weten dat iemand ongerust is over je kan vaak al goed deugd doen
Mja, ‘t is nogal moeilijk iemand daar op aan te spreken als je midden in het taalpracticum zit. En misschien wilde ze er helemaal niet over praten?