Hoe komt iemand met Limburgse roots in godsnaam op een familiefeest in Oostakker terecht, vragen jullie je ongetwijfeld af. Wel, dat is een beetje een lang verhaal. Enkele jaren terug werd ik gecontacteerd door een genealoog die een foto van mij wilde gebruiken ter illustratie van een boek waaraan hij werkte. Omdat ik soms wel eens een vriendelijk mens ben, gaf ik toestemming voor het kosteloos gebruik van mijn foto.
We bleven wat over en weer mailen. Ik gaf hem wat advies over het online plaatsen van zijn eigen foto’s, hij verwerkte nog een andere foto van mij in zijn boek en vorig jaar vroeg hij of ik geen zin had om foto’s te nemen op een familiereünie in Oostakker. In ruil mochten ik en mijn vriend gratis naar het feest. Ok, ik weet dat geen enkele professionele fotograaf het in zijn of haar hoofd zou halen om helemaal de verplaatsing van Leuven naar Oostakker te maken om daar van tien tot half zeven foto’s te nemen in ruil voor twee maaltijden, maar hey, het is een hobby en ik vind het altijd leuk om nieuwe mensen te leren kennen. Bovendien zijn mijn foto’s helemaal niet professioneel genoeg om te kunnen concurreren met échte fotografen.
Zondagochtend stonden mijn vriend en ik dus veel te vroeg op, om ons met slaapoogjes richting Oostakker te begeven. De familiereünie begon met een misviering in de basiliek van Oostakker opgedragen door één van de jongste bisschoppen ooit (ondertussen was hij al wel een dagje ouder): een Canadees met Belgische roots die lid van de familie was. De kerk zat stampvol en ik was zeer onder de indruk van het Nederlands dat de bisschop sprak. Niet evident voor iemand die in het buitenland is opgegroeid.
De familiereünie bleek iets groter te zijn dan ik me op voorhand had voorgesteld: de organisator was erin geslaagd maar liefst 375 familieleden op te trommelen van overal in de wereld. Er waren familieleden uit Nederland, Engeland, Frankrijk, Portugal, de Verenigde Staten en Canada. Voorts bleken er nogal wat voorname mensen onder de genodigden te zijn. Minstens twee burgemeesters, heb ik me laten vertellen en de monseigneur uit Canada was ook heel populair.
In het begin was het wel even zoeken naar de organisator zelf, want ik had geen flauw idee hoe hij eruitzag. Ondertussen waren mijn vriend en ik al aan de praat geraakt met talrijke aanwezigen, die allemaal wilden weten of we ook lid van de familie waren (quod non). Genealoog Q en zijn vrouw bleken een zeer beminnelijk koppel te zijn die zeer dankbaar waren voor de inspanningen die we deden om al die 375 mensen toch minstens één keer op de foto te krijgen. Respect trouwens voor het werk dat Q en zijn vrouw verricht hebben: al die mensen optrommelen voor een reünie, dat is niet evident.
Het was een geweldig feest. Lekker eten (voorgerecht, hoofdgerecht en een dessertenbuffet waarbij ik mezelf en beetje heb laten gaan) in ‘t Boerenhof, goeie sfeer, vriendelijke mensen die allemaal graag hun familiegeschiedenis uiteen wilden zetten, vriendelijke bommaatjes die mijn vriend als de ideale schoonzoon zagen, aangeschoten venten die dolgraag met mij op de foto wilden, enfin, we amuseerden ons kostelijk. Aan tafel had ik ook nog leuke gesprekken met een Canadese en een Portugese dame van wie ik allebei de contactegegevens gekregen heb. Ze verzekerden ons dat als we eens in de buurt waren, we zeker mochten langskomen. Verder hebben mijn vriend en ik hopen visitekaartjes zitten uitdelen. Je weet nooit waar het goed voor is. 😉
Om 6 uur ‘s avonds was mijn pijp echt uit. We zijn afscheid gaan nemen en hebben na een uurtje rijden nog wat thuis zitten suffen achter de computer. Mijn vriend was zo doodop dat hij al om half tien in bed gekropen is! En nu heb ik iets van een duizend foto’s te verwerken. Joy!