Vanavond ben ik na het werkcollege naar de doctoraatsverdediging van vriend Q geweest. Mijn vriendje en ik waren nog net op tijd om de allerlaatste vraag van de jury te horen (iets met een platte band en zo). Na een korte beraadslaging deelde de voorzitter van de jury ons mede dat Q zich vanaf vandaag doctor Q mag noemen. Waarmee de teller van het aantal doctoren in mijn kennissenkring op 11 komt te staan. Dat zijn toch wel een hoop geleerde mensen. Impressive.
Om eerlijk te zijn, snapte ik bitter weinig van het doctoraat van Q, maar ik ben blij dat hij vijf jaar hard werken op een mooie manier heeft kunnen afsluiten. En ik ben nog blijer dat er op de receptie vlotjes werd rondgegaan met de schuimwijn. 😉 (Gelukkig waren er broodjes om de schade aangericht door de schuimwijn te milderen.) En ik heb nog een gezellig gesprekje gehad met een paar oud-proffen. (En meteen een vraag gekregen of ik geen zin had om terug naar het departement te komen, maar daar heb ik toch eens goed mee gelachen. Onderzoek is just not my cup of tea.)