Een goeie vriendin heeft me net gezegd dat haar vader een ongeval heeft gehad. Met de fiets. Een onvoorzichtige bestuurder die zijn deur open deed en niet gezien had dat haar vader eraan kwam. Slecht neergekomen op zijn hoofd. Hij is nu in kritieke toestand. De man was net iets meer dan een jaar op pensioen en volop van zijn leven aan het genieten.
Ik heb er kippenvel van. Ik weet zo goed wat mijn vriendin en haar moeder en zussen nu meemaken. Het eindeloze wachten in het ziekenhuis. Het hopen en vrezen tegelijkertijd. De onzekerheid. De verschrikkelijk deprimerende sfeer die in zo’n ziekenhuis hangt. De onmacht. Wachten, wachten, wachten.
Ik hoop dat hij het haalt. Ik hoop het echt. Maar als de schade in zijn hersenen te erg is, dan hoop ik dat zijn strijd niet te lang duurt.
Het leven is zo kwetsbaar. We moeten er het beste van maken, want je weet nooit wanneer het gedaan is.
Ik ken een soortgelijk geval van een dertiger die van momenteel in coma is. Gruwelijk. Onvoorstelbaar. Ondraaglijk.