Toen ik wakker werd, was onze Japanse vriendin al vertrokken en kon ik mijn hoofd beginnen breken over wat een mens draagt om de Zenne af te varen in een kano. Ik geraakte niet verder dan mijn wielrennersbroek van onze fietsvakantie door Japan en een los bloesje in zo’n stofje dat snel opdroogt. Echt warm was het niet, dus ik nam voor de zekerheid ook maar een fleece mee.
We begonnen onze dag van de arbeid (een dag waarop de meesten onder ons helemaal niet moeten arbeiden) met een bezoek aan de Madonna met de ballen van Halle (dat rijmt!). De Basiliek zelf konden we spijtig genoeg niet betreden wegens volop restauratiewerken aan de gang.
Om voldoende energie op te doen voor een uurtje kanovaren aten we eerst iets op het terras van ‘t Groot Café. Ik moest wat langer dan de rest van ons gezelschap wachten op mijn zalm met asperges, maar het smaakte daarna des te meer. Tijdens het middageten voelde ik de zon branden op mijn onbeschermde huid en ik vreesde de dag zo rood als een kreeft te eindigen, zeker in combinatie met de frisse wind en een beetje water. Gelukkig was er op de Grote Markt een apotheker die open was op 1 mei en kon ik een tube zonnecrème kopen van mijn favoriete merk (Louis Widmer).
Ondertussen was ons gezelschap aangegroeid tot 12 personen, waarvan we er 4 kenden. Er moest dus heel wat kennis gemaakt worden. Gelukkig waren het allemaal toffe en open mensen en waren we al snel gezellig aan het keuvelen.
We reden een stukje verder naar Lembeke om onze auto te parkeren en vonden na een korte wandeling een plekje op een gigantisch groot root-wit geblokt tafellaken op een terrein aan de rand van het kanaal vlakbij de Malakofftoren. De warme zon op mijn ondertussen goed ingesmeerde huid deed echt deugd. En voor een drie kwartier of zo deden we heel even zalig niets (man, ik kan me zelfs net herinneren wanneer de laatste keer geweest is dat ik werkelijk niks gedaan heb).
Toen het tijdstip van de afvaart in het vizier kwam, gingen vriendin I en ik nog even snel op zoek naar een toilet, om te vermijden dat we opeens dringendmoesten tijdens onze kanotocht midden op de Zenne. Dat snel bleek relatief te zijn, want we moesten een flink eind stappen om uiteindelijk in zo’n chemisch bouwvakkerstoilet onze behoefte te kunnen doen. Beter dan niks, zeker? Op de terugweg kwamen we ons gezelschap al tegen. Twee dames (waarvan er eentje zwanger was) zagen de afvaart toch niet zitten en bleven op het terrein op onze spullen passen.
Met z’n tienen stapten we in het busje dat ons naar het vertrekpunt bracht. Daar aangekomen vertelde de jongeman die de kano’s bewaakte ons doodleuk dat we nog even een half uurtje moesten wachten omdat onze begeleider er niet was. Ik voelde een lichte verontwaardiging in mij opkomen en moest me inhouden om niet in zaagmodus over te gaan, maar gelukkig reageerde de rest van de groep heel chill en ach, we waren toch niet gehaast.
Uiteindelijk moesten we maar een kwartier wachten. We kregen een zwemvest en een kano voor drie personen toegewezen. Helaas was het middelste zitje van de kano waarin ik zat, samen met mijn vriend en kameraad T (partner van vriendin I, die zelf wijselijk een andere boot had uitgekozen) stuk. Het zitje bestond uit twee houden latten, zonder het gevlochten zitje dat zich normaal daartussen zou moeten bevinden. Niet zo comfortabel. De mannen die ons hielpen bij het instappen raadden mij dan ook aan om plat op de bodem van de kano te gaan zitten.
Dat ging eerst heel erg goed, tot we een paar stroomversnellingen en obstakels tegen kwamen waardoor er water in de boot kwam en mijn wielrennersbroek nattigheid begon te voelen. Toch maar op de plankjes gezeten dan, al een geluk dat ik padding in mijn shorts had! Al bleek het toch niet zo evident om mijn evenwicht te bewaren op dat smalle latje. Eén keer kapseisde onze boot bijna en kregen we een flinke klets water binnen. Mijn niet zo waterbestendige sloefjes waren meteen doorweekt en dat kon ook van mijn short gezegd worden (al goed dat we reservekleren bij hadden). Gelukkig hield mijn fleece me lekker warm, zodat ik de ganse tocht geen kou geleden heb.
Heel mooi was ook de animatie onderweg: de tierende visser was het grappigste, de zingende zeemeermin (die het beslist ijskoud gehad moet hebben in haar niets verhullende outfit) het mooiste. De dame die in de bomen hing te bengelen en de jongleurs vond ik ook leuk. Alleen de act van de politieagent van Natuurpunt die ons met een GAS-boete bedreigde op het einde van de vaartocht duurde voor mij wat te lang.
Het was een heel plezante belevenis, ondanks de vervuilde oevers van de Zenne (gezocht: scouts die eens een paar weekends de handen uit de mouwen willen steken om de boel daar wat op te ruimen) en het slangincident, waarover ik hier maar zal zwijgen, wegens té genant.
Uiteindelijk duurde het tochtje ongeveer een uur en een kwartier. Op het einde van de tocht vernam ik dat de kajakker die ons begeleidde van Korbeek-Dijle afkomstig was en normaal afvaarten op de Dijle begeleidt. Misschien zien we elkaar nog eens terug wanneer we ons aan een afvaart van de Dijle wagen?
Wat iphone foto’s van de dag: