Wat een schitterende dag vandaag! En hoe heerlijk om te kunnen opstaan en op je eigen balkon de frisse lucht te kunnen inademen terwijl het fabelachtige blauwgroen van Emerald Lake tussen de bomen glinstert. It doesn’t get any better than this. Wat een magische plek. Het is een voorrecht dat wij hier kunnen verblijven.
We starten de dag naar goede gewoonte met een stevig ontbijt. Geen buffet voor ons, we kiezen allebei voor de omelet met boschampignons. Heerlijk. Al moet er mij wel iets van het hart, waarom serveren de Canadezen bij elke ontbijtoptie (de yoghurt met granola uitgezonderd) hashbrowns (gefrituurde aardappelschijfjes)? Geef mij liever wat blaadjes sla of stukjes tomaat in de plaats van deze ongezonde, vette toevoeging. Maar goed, detailkritiek. Ik heb de hashbrowns gewoon laten liggen.
Na het ontbijt gaan we naar het verhuurpunt voor de kano’s. Emerald Lake ligt er buitengewoon schitterend bij en de beste manier om zo’n meer te verkennen is nog altijd per boot. We zijn duidelijk niet de enigen die er zo over denken, want er dobberen al flink wat kano’s op het meer. Het meer is superkalm, wat het peddelen erg makkelijk maakt. In geen tijd zijn we aan de overkant en meren we aan bij een klein bergriviertje dat ontspringt uit de gletsjer. We steken onze tenen in het ijskoude water, maar je moet al een echte ijsbeer zijn om dat langer dan een paar minuten vol te houden.
Die twee uren op het meer vliegen voorbij. We zien (en horen) opnieuw een loon, maar dit exemplaar laat zich niet zo makkelijk naderen als de loons op Lac Le Jeune. Lunchen doen we in het café van Emerald Lake Lodge. Ik eet een werkelijk heerlijk stukje zalm met een salade van quinoa, terwijl mijn vriend ontdekt dat een flatbread een soort kruising tussen flammkuchen en pizza is.
Na de lunch staat een verkenning van de rest van Yoho National Park op het programma. De chauffeur van de shuttle die ons terug brengt naar de guest parking moet talloze toeristen ontwijken en zich door een lange rij aanschuivende wagens die een parkeerplek zoeken, wringen. Hij legt ons uit dat dit weekend (het is vandaag zaterdag) een verlengd weekend is. De eerste maandag van augustus wordt in gans British Columbia BC Day gevierd. De dagjes- en weekendtoeristen hebben duidelijk van het schitterende weer geprofiteerd om massaal naar één van de mooiste plekken van BC af te zakken. Nu begrijp ik waarom het tijdens het boeken zo lastig was om in deze periode logement te vinden…
Vanaf de guest parking rijden we een goeie twintig minuten naar onze eerste stop van de dag: Hoodoo Creek. In mijn gids staat een klein fotootje van de bijzondere rotsformaties (hoodoos) dat mijn interesse gewekt heeft. Veel uitleg bevat mijn gids niet, buiten dat de weg naar de hoodoos een ‘kort maar erg steil pad’ is. Na onze klimtochten van de vorige dagen ben ik vol vertrouwen dat dit wel zal lukken.
Enfin ja, blijkt dat een ‘kort maar erg steil pad’ geïnterpreteerd moet worden als een pad van 1,6 km waarop 300m gestegen moet worden. We slikken even, maar besluiten toch door te zetten. Het is vooral tijdens het eerste deel van de helling erg warm, we lopen in de volle zon, zonder schaduw. Ergens in de helft ontmoeten we twee Nederlanders die ons goeie moed geven door te zeggen dat het zwaarste stuk achter de rug is en het volgende gedeelte meer schaduw te bieden heeft. Oef!
We raken vrij vlot tot aan een splitsing waar we kunnen kiezen tussen nog meer klimmen naar het bovenste uitzichtpunt of afdalen naar het onderste uitzichtpunt. Wij zijn geen watjes, dus bijten we door en klimmen we naar het bovenste uitzichtpunt. Echt honderd procent de moeite. Vrij snel zien we zachtgele stenen pilaren oprijzen met daar bovenop, als een kroon, een donkere steen. Een heel bijzonder gezicht en absoluut de moeite van de klim waard. De kunstwerken van moeder natuur zijn toch de allermooiste.
Wanneer we uit gefotografeerd zijn, dalen we af naar het lagere uitzichtpunt. Je krijgt op dit uitzichtpunt vlakbij de rivier wel een beter overzicht van het geheel, maar de schoonheid van de hoodoos komt hier minder goed tot zijn recht.
Ik heb het nog altijd heel erg warm, dus besluit af te koelen in het ijskoude riviertje met smeltwater van de gletsjers. Niet zo’n slimme beslissing, want nu ben ik de grip op de binnenkant van de zolen van met teva’s kwijt en glibber ik in mijn sandalen op weg naar beneden. Gelukkig drogen die teva’s ook supersnel en gaat het na een erg voorzichtig stuk een pak sneller.
We kloppen onszelf op de borst wanneer we terug bij de wagen zijn. We made it! In totaal zijn we bijna 3 uur onderweg geweest voor twee maal 1,6 kilometer. Dat kan tellen voor een ‘kort’ pad…
Onderweg naar Takakkaw falls spotten we een hert. Ik moet eerlijk zijn, voor een land zo groot en ongerept als Canada valt de hoeveelheid wildlife die we tot nu toe gezien hebben dik tegen. Maar goed, niets aan te doen. De beren komen niet op bevel het bos uit gekropen.
Takakkaw Falls is een fenomenale beleving. De mooiste waterval tot nu toe. Het water stort zich met een donderend geraas van een hoogte van 302 m naar beneden. De ondergaande zon zorgt voor een fantastische regenboog. Mijn vriend en ik proberen de voet van de waterval zo dicht mogelijk te naderen maar worden teruggedrongen door het ijskoude water dat opstuift. Tip: het is een goed idee om een regenjas aan te doen om deze waterval te bezoeken. Onze regenjassen liggen helaas in de auto een stukje terug.
Toch geniet ik van de combinatie van zon en ijskoude druppels op mijn vel. De regenboog is zo groot dat ik hem niet kan vastleggen met mijn 24-70mm lens. Gelukkig is de Gopro een perfect alternatief voor mensen zonder breedhoeklens.
Half doorweekt keren we lachend terug naar de wagen. We geven de regenjas-tip nog snel mee aan een paar toeristen die vlak bij onze wagen stoppen. Ze kijken ons wat vreemd aan, maar besluiten dan toch maar onze raad op te volgen.
We willen iets gaan eten in Field, maar mijn voeten zijn zo vuil dat ik het niet aandurf om een restaurant binnen te stappen. Gelukkig passeren we ergens een waterkraan in de buurt van een camping. Ik was snel mijn voeten (lang niet zo koud water als dat water van de Takakkaw waterval) en zie er weer min of meer presentabel uit.
Het kleine dorpje Field blijkt niet meteen gigantisch veel eetgelegenheden te hebben en zo belanden we bij de Truffle Pigs, een pub waarover we toevallig de chauffeur van de shuttle al hadden horen praten de avond dat we in Emerald Lake aankwamen.
In tegenstelling tot wat we ondertussen gewoon zijn, moeten we behoorlijk lang op ons eten wachten. Het lijkt alsof we een beetje te laat aangekomen zijn (21u) en het keukenpersoneel al voor de helft naar huis is, omdat ze op zo’n laat uur geen klanten meer verwachten. Maar hey, er is free wifi dat min of meer werkt. We klagen niet.
Het eten valt eerlijk gezegd wat tegen. Ik bestelde dezelfde schotel (gnocchi met scampi) als een dame aan een tafeltje vlak bij mij, maar het is duidelijk dat de ingrediënten gedeeltelijk op waren. De gigantische broccolistronk die bij de dame op haar bord lag, is bij mij een klein en verschrompeld geval en van de geroosterde paprika’s waar ik zo’n zin in had, valt geen spoor te bekennen. Gelukkig wil mijn vriend wel een paprika uit zijn bord aan mij afstaan.
We komen alweer veel later dan gepland aan op de guest parking. Ik bel vanuit het wachthuisje naar de receptie om te vragen om een shuttle te sturen. Emerald Lake Lodge heeft een fantastische ligging, maar dat gedoe met die shuttle is toch wel een beetje vervelend.
Rond 22.40u zijn we eindelijk op onze kamer. Ik wil dolgraag nog in de hot tub. Op een drafje trekken we onze badkledij aan en we rennen half naar de hot tub. Op dit uur is de hot tub volledig verlaten en we genieten van de weldoende warmte onder de nachtelijke sterrenhemel (eigenlijk is er op dit tijdstip nog te veel licht in de lucht om goed sterren te kunnen zien).
Normaal sluit de hot tub om 23u, maar het vriendelijke personeel van Emerald Lake Lodge komt ons zeggen dat we ons niet moeten haasten en we nog wat langer mogen blijven weken. We maken dankbaar gebruik van het aanbod.
Helemaal opgewarmd kruipen we na alweer een lange en vermoeiende dag in ons bed.