Na een ochtendlijk zwempartijtje en (alweer) een heerlijk ontbijt pakten we onze spullen bijeen voor een dagje Singapore. Waar we de dag voordien nog twee regenjassen in de fototoestelrugzak gepropt hadden, besloten we nu een gokje te wagen en er slechts eentje mee te nemen. De tropische regenbuien zouden hier nooit langer dan een half uur duren en zo lang konden we nog wel ergens gaan schuilen.
Eerste stop van de dag: de Chettiar Temple, een shivaïtische hindoetempel uit 1984. We moesten een flink eindje met de metro (supergeweldig openbaar vervoer, daar in Singapore, ik waande me bijna terug in Japan) en dan nog een stukje stappen. De zon scheen op volle kracht en het zweet gutste langs ons lijf. Die regenjas hadden we beter in het hotel gelaten…
Het was de eerste keer in mijn leven dat ik een hindoetempel aanschouwde en ik was werkelijk onder de indruk van de rijkdom en de kleurenpracht. Vooral de gopuram (de toegangspoort) die rijkelijk versierd was met beelden was fantastisch. We voelden ons een beetje onwennig, maar lieten toch onze schoenen achter bij de ingang en liepen de tempel binnen. Het was vrij rustig, dus we konden ongehinderd rondkijken.
Ik moet toegeven dat het hindoeïstische geloof mij volkomen vreemd is. Ok, godheden zoals Kali, Shiva, Krishna en Ganesha (de god met de olifantenkop) doen ergens wel een belletje rinkelen, maar ik heb me nooit echt verdiept in dit geloof. Te veel goden maken het hindoeïsme voor mij een erg verwarrende godsdienst. Ook de rituelen zijn een compleet mysterie voor mij. En eerlijk, dit bezoekje maakte mij niet veel wijzer, maar het zorgde wel voor mooie plaatjes.
Het middaguur en het heetste moment van de dag kwamen in zicht, toch besloten we nog een eindje te stappen. Via Clarke Quay en allerlei binnenwegen dwars doorheen buildings (even afkoelen in de airco) kwamen we in China Town. Een buurt waar je nog de sfeer van het oude Singapore, zonder torenhoge buildings kan opsnuiven. De straten van China Town staan vol winkels met traditioneel handwerk, restaurants en shophouses (van luiken voorziene huizen met een winkel op de begane grond en woonruimte voor de winkelier met gezin op de eerste verdieping). De shophouses zijn smaakvol gerestaureerd en geschilderd in leuke kleuren. Het contrast met de hoge buildings op de achtergrond geeft de buurt nog iets extra.
Volgende stop: de Sri Mariamman Temple, de tweede hindoetempel die ik in mijn leven bezocht! Ook hier is het de gopuram die alle aandacht naar zich toetrok. In deze tempel was het al wat drukker dan in de vorige, maar hetzelfde gevoel van bevreemding overviel me bij het aanschouwen van de rituelen.
Na het bezoek aan de tempel wandelden we door de straten van China Town. En jawel, ik tikte een handgeschilderde (dat beweerde de verkoopster althans) kerstbal op de kop voor de mama van mijn petekindje haar collectie. We kochten hier ook kaartjes, die in de hoop om deze voor één keer in het begin van de vakantie te schrijven en eens niet vóór onze kaartjes in België aan te komen.
Ondanks het stevige ontbijt begonnen we stilletjes aan honger te krijgen. In buurt van Club Street bleek het echter niet zo evident om een typisch Aziatisch restaurant te vinden. Wel veel pizzazaken, kebabzaken en zelfs Spaanse restaurants. We kozen uiteindelijk voor het gezellig uitziende Frans restaurant Le petit Navire, met verse oesters uit Bretagne in de koeltoog. Een beetje surreëel om in Singapore in een restaurant terecht te komen met allemaal geïmporteerde Franse producten. Dus toen de dagschotel een paëlla (Franse paëlla!) bleek te zijn, aarzelde ik geen moment. Mijn vriend hield het bij een slaatje met crabcakes. En boy, wat een lekkere paëlla was dat! Zo lekker heb ik ze zelfs in Spanje nog niet vaak gegeten. En het glaasje Franse witte wijn paste er perfect bij. Zalig!
Na het middagmaal zetten we onze tocht verder naar de Thian Hock Keng Temple die uit 1839 dateert en daarmee de oudste Chinese tempel van Singapore is. De tempel was het belangrijkste gebedshuis voor immigranten uit China. Vóór de landwinningen lag deze tempel aan zee en zegden de zeelieden er dank voor de veilige overtocht van China naar Singapore. De tempel is daarom ook gewijd aan Ma Zhu Po, de godin van de zee.
Hoewel men bezig was aan de restauratie van de tempel, maakte deze toch indruk op mij. De bouwstijlen waren me ook veel vertrouwder, aangezien we in Japan ook tempels in Chinese stijl gezien hebben. En dank zeggen aan de godin van de zee, dat concept kan ik beter vatten dan de (voor mij) lastige kronkels van het hindoeïsme. In de buurt van de tempel stonden ook enkele beeldengroepen die een inzicht boden in het leven van de Chinese én Indische immigranten.
Het was even zoeken naar de dichtstbijzijnde metro, maar eens de ingang gevonden, stonden we op een zucht vlakbij het legendarische Raffles Hotel, dat in 1887 geopend werd. Bij het binnengaan van de witte gebouwen in koloniale stijl was het net alsof je een ander tijdperk binnentrad. In de koloniale tijd werden hier grootse bals gegeven. Vandaag de dag is het een fameus prijzig hotelletje, niet geschikt voor onze portemonnée. Op één van de binnenplaatsen dronken we een cocktail. Niet de beroemde Singapore Sling, maar wel één van de Raffles specialiteiten. De cocktails waren pokkeduur (26 Singapore dollars, ik laat het jullie zelf uitrekenen) en eigenlijk, we moeten daar eerlijk in zijn, hun geld niet echt waard. Maar ze smaakten en we genoten van de historische locatie.
Na de veel te dure cocktails slenterden we nog wat rond in het hotel om vervolgens verder te stappen naar Chijmes, een ommuurd geheel van winkels, restaurants en bars dat vroeger een klooster was. De nonnen van het klooster verhuisden in 1983 naar een buitenwijk en de gebouwen kregen een nieuwe bestemming. Het lijkt wel een stukje Europa midden in Azië. Een erg mooie en verrassend rustige plek in het hart van de miljoenenstad. De ondergaande zon zette de witte gebouwen in een warme gloed. Mijn fotografenhartje ging er sneller van kloppen.
We liepen nog even langs de Cathedral of the Good Shepard, de oudste katholiek kerk van Singapore, maar deze bleek zwaar in verval te zijn. Zonde! Hopelijk wordt deze kathedraal snel gerestaureerd.
We vonden het welletjes voor vandaag en keerden naar het hotel terug voor een snelle douche (dat was nodig!) en een welverdiende whiskey sour tijdens het happy hour! Veel cocktails konden we niet drinken, want we hadden om zeven uur op Orchard Road afgesproken met een kameraad die zes jaar geleden de liefde van zijn leven naar Singapore gevolgd was. We waren nog wel vriendjes op facebook, maar de contacten waren de laatste jaren erg verwaterd. Maar hey, een goede gelegenheid om de banden weer wat aan te halen.
De vrouw van onze kameraad moest overwerken, dus stelde hij voor even wat te wandelen op Orchard Road. Het was valavond en de bomen zaten vol met kwetterende vogels. Waarschijnlijk allemaal op zoek naar een lekker avondmaal, want dit kort wandelingetje leverde mij een muggenbeet of zes op. Verdorie toch.
Onze kameraad stelde voor om iets in een food court te gaan eten. Verschillende mensen hadden ons al gezegd dat dit een ideale manier was om met de verscheidenheid van de keukens in Singapore kennis te maken, dus wij gingen graag op dat aanbod in. Food courts hebben sinds ons bezoekje aan Sydney trouwens een speciaal plekje in mijn hart veroverd. Je kan er voor weinig geld lekker en snel eten.
Ik koos voor fried prawn noodles. Lekker, maar het had voor mij gerust iets pittiger mogen zijn en de portie was te groot voor mij. De Koreaanse schotel van mijn vriend daarentegen was zo spicy dat de tranen hem in de ogen sprongen.
Onze kameraad vertelde honderduit over het leven in Singapore. Doordat dezelfde partij al sinds het zelfbestuur in 1959 met een absolute meerderheid aan de macht is, houdt deze partij het land stevig in zijn grip. De overheid is zeer rijk door de inkomsten uit de drukke internationale haven en kan zich grote infrastructuurwerken permitteren. Doordat deze partij zo lang onafgebroken aan de macht is, kan de overheid minder populaire maatregelen nemen die op langere termijn renderen. Bij de laatste verkiezingen haalde de partij echter een lagere uitslag dan gewoonlijk, alhoewel de absolute meerderheid behouden bleef. Een reden om met dit signaal van de bevolking aan de slag te gaan en enquêtes te organiseren om te peilen naar de wens van de bevolking.
Om Singapore goed te begrijpen is het belangrijk te weten dat van de 5 miljoen inwoners slechts 2,9 miljoen lokaal geboren werden. Het land heeft een bevolking die etnisch zeer divers is. 75% procent van de bevolking zijn Chinezen met belangrijke minderheden van Maleisiërs en Indiërs. Om te zorgen dat deze bevolkingsgroepen vreedzaam samenleven, legt de overheid de verplichting op dat bij het toewijzen van appartementen de bewonersverhoudingen overeen moeten komen met de demografische samenstelling. Op die manier wil de overheid gettovorming vermijden.
Grappig was dat onze kameraad exact hetzelfde verhaal over de stakende Chinese buschauffeurs vertelde dan hetgeen we de dag voordien te horen kregen. Die zaak heeft duidelijk indruk gemaakt bij de westerlingen in Singapore. En ook de hoge kostprijs van een wagen kwam opnieuw aan bod.
Het viel me op dat mijn kameraad heel erg enthousiast was over het functioneren van de overheid. En ik moet toegeven, alles is kraaknet en pico bello in orde in Singapore, maar de rotklusjes worden wel gedaan door gastarbeiders die uitgebuit worden en weinig tot geen rechten hebben (een minimumloon bestaat niet in Singapore). Een maatschappij die grote sier houdt op de kap van een ander, perfect kan ik die toch niet noemen.
De vrouw van onze kameraad vervoegde zich wat later bij ons gezelschap en nadat ook zij haar avondmaal had verorberd, gingen we nog iets drinken in een, jullie raden het nooit, café waar ze bijna alleen maar Belgische bieren serveerden… Gelukkig stonden er ook whisky’s op de kaart. 😉