Zoals gezegd, bevonden wij ons zondag in Dendermonde om te delen in de Ros Beiaard-gekte. Karel en Eveline hadden een prachtig plekje voor ons uitgezocht waar niet te veel volk stond en we een prima zicht hadden op de stoet. Om verkeersopstroppingen te vermijden, hadden we de trein genomen en bij onze wandeling door Dendermonde viel meteen op dat veel huizen versierd waren met wit-rode vlaggen en affiches van de ommegang.
En de stoet stelde niet teleur. De verschillende wagens en groepen beeldden de legende van het Ros Beiaard en de vier heemskinderen uit. Iedereen in de stoet was mooi verkleed. Er waren steltenlopers, vuurspuwers, schapen, ganzen en honden. Al moet ik zeggen dat de prachtige paarden mij nog het meest konden bekoren. Zoveel schitterende beesten voorbij zien komen, het was een lust voor het oog. Ik was zo onder de indruk van de paarden dat ik de meeste taferelen maar half heb gezien.
En toen kwam het moment waar iedereen op stond te wachten: de laatste groep was voorbij gekomen en er viel opeens een leegte. Waar bleef het Ros? Je voelde het ongeduld in de menigte toenemen. Na wat leek een eindeloze wachttijd, ging er een zucht van opluchting door de menigte. Daar draaide het Ros onze straat in. De menigte jubelde en klapte. Ik kreeg er zowaar kippenvel van. Al ben ik zelf niet van Dendermonde en heb ik geen enkele band met de streek, even begreep ik heel goed waar heel die gekte om draaide. Een traditie die al zo lang bestaat en zoveel mensen beroert, verdient het om tot UNESCO-werelderfgoed uitgeroepen te worden. Het was prachtig.
Respect ook voor die vier jonge gastjes op dat paard. Je zag aan hun gezichten dat ze afzagen. De jongste had volgens één van de deelnemers in de stoet al enkele keren het paard moeten verlaten wegens krampen, vandaar de vertraging, waarschijnlijk. Maar ze verbeten de pijn en hieven hun zwaard terwijl het paard steigerde. En de menigte werd wild. Respect ook voor de pijnders die dit paard van duizend kilo op hun schouders torsten. Enige minpuntje: de fanfare had beter vóór het paard gelopen, niet erachter, nu was het vreemd stil toen het Ros voorbij kwam.
Een onvergetelijke namiddag.